Sikhs In nederland

     sikhs.nl                                                                                                                                                                                                                      home | contact us | site map  

Luistert allen naar de eeuwige waarheid; degene die lief heeft zal God verkrijgen. -Guru Gobind Singh  

Akaali Baba Phoola Singh ji

Maharaja Runjeet Singh (right) pays his respects to Akali Phula Singh Nihang and the Akali Nihang warriors to whom he owed some of his most famous victories and territories.

 

Geboorte (Janam)

Phoola Singh ji, zoon van Bhai Isher Singh ji en Mata Raj Kaur ji, werd geboren in 1761. Bhai Isher Singh ji was lid van de Shaheedan stam (misal), de ‘Dal’ (groep) van leider (jathedar) Baba Deep Singh ji Shaheed. Enkele maanden na de geboorte van Akaali Phoola Singh ji, bereikte Bhai Isher Singh het martelaarschap (shaheedi) tijdens de grote holocaust (vadda ghallughara), in februari 1762. Voordat hij stierf gaf hij zijn beste vriend in de ‘Dal’, Naina Singh, de verantwoordelijkheid voor zijn zoon.

De moeder van Phoola Singh woonde met haar zonen in het dorp Sheehan in Amritsar. Toen Phoola Singh 7 jaar oud was, nam zijn moeder hem mee naar Akaal Bunga Sahib en gaf haar zoon in dienst van het Khalsa gemeenschap (panth). De leiders (mukhi Singhs) van de Shaheedan stam, Karam Singh ji,  Natha Singh ji, Sadhu Singh ji en anderen waren destijds aanwezig bij Akaal Takhat Sahib. Zij plaatsten Phoola Singh onder de leiding van Naina Singh, die hem de kennis van de geschriften (gurbaani vidya) en de beheersing van wapens (shastar vidya -martial arts) leerde, en hem tijd liet doorbrengen in meditatie en sewa (onbaatzuchtige dienstverlening. In slechts enkele jaren tijd werd de naam van Phoola Singh bekend in de hele clan.

Tijden veranderden en sikhs begonnen te heersen over Punjab, terwijl ook de Shaheedan stam een onafhankelijk grondgebied creëerden in Shahzadpur, Ambala. Sikh met gezinnen (grihasthi Singhs) trokken naar dit gebied en deden aan landbouw en andere beroepen. Ongehuwde sikhs (bihangam Singhs) van de stam zetten hun geestelijke en morele leiding (chakkarvarti jeevan)  voort, straften  tirannen en onderdrukkers, verzorgden de gurudwaras, deden missie werk (sikhi parchar) en hielden toezicht (pehra) over de ware khalsa tradities. Op den duur werd Naina Singh ji de vijfde leider van de Shaheedan stam, terwijl Phoola Singh ji zijn plaatsvervanger werd.

Leider van de Shaheedan stam

Naina Singh ji gaf leiding, waarbij hij plaatsen als Damdama Sahib, Anandpur Sahib en andere belangrijke plekken bezocht en verzorgde, maar zijn belangrijkste betrekking of bezigheid (chhauni) was bij de Sri Akaal Takhat Sahib in Amritsar. Toen Naina Singh ji op leeftijd raakte, gaf hij de dienst (chakkarvarti seva) over aan Phoola Singh, die de belangrijkste verzorger werd van Damdama Sahib en Anandpur Sahib.  

Toen Phoola Singh ji, in 1799, met 2.000 soldaten van de stam bivakkeerde op de oevers van de rivier de Satluj, kreeg hij bericht dat de cavalerie van het Britse leger de Satluj naderde. Zij wilden deze oversteken richting Punjab om enkele gebieden te veroveren, aangezien de clans verdeeld waren geraakt en stammen onderling ruzieden over de controle van er van. Phoola Singh ji zag dit als een bedreiging voor de hard verdiende vrijheid van Punjab en riep zijn dappere Akaali krijgers op voor de rechtvaardige verdediging (dharamyudh) er van. De Singhs reageerden met strijdkreten, en lieten de klanken van hun trompetten en drums horen. Toen de Britse troepen de brug over de Satluj naderden, besprongen de Akaali krijgers hen als leeuwen. Het was de eerste keer dat de Britten zulke ridderlijke, strijdlustige en furieuze Akaali Singhs tegen kwamen. Binnen enkele uren werd de hele Britse cavalerie neergehaald met als enige overlevende de zwaargewonde commandant en zijn luitenant.

Toen het nieuws van deze dappere daad Akaali Naina Singh ji bereikte, was hij zo verheugd dat hij Phoola Singh ji koos als de zesde leider (jathedaar) van de Shaheedan stam (Misal Shaheedan.)

In 1800 begon Baba Phoola Singh ji de dienstverlening van Akaal Takhat Sahib en andere Takhats. Met hem waren 2.200 parate (tyar bar tyar)  Akaali Nihang Singh soldaten van de Shaheedan stam, die trouw waren aan Sri Guru Granth Sahib ji en de verheffing (charhdi kala) van de khalsa gemeenschap (panth). Maharaja Ranjeet Singh, de leeuw van Punjab, herkende de kracht, het charisma en de dapperheid van de Akaali Singhs en verzocht Baba Phoola Singh ji om hem te helpen bij het creëren van het sikh rijk (khalsa raaj). Het was aan de wil van Singhs zoals Baba Phoola Singh ji en Maharaja Ranjeet Singh te danken dat het koninkrijk van Punjab bekend werd als de regering van de khalsa (sarkar khalsa).

Baba Phoola Singh ji’s militaire expedities

Na de glorieuze overwinning over het Britse leger, een strijd die vreemd genoeg verborgen is door Britse bronnen, ontwikkelde de sikhs een grote hoeveelheid respect en eer voor Baba Poola Singh ji. Sikh leiders (sardars), ongeacht de stammen(Misal) verdeling, zagen hem als een superieure leider vanwege zijn onzelfzuchtigheid (jeevan) en dienstverlening (Sewa).

In 1802 trok Maharaja Ranjeet Singh naar de heilige stad Amritsar, die onder controle stond van de Bhangi stam. Leiders van de Bhangi stam versterkte hun verdediging, maar waren te zwak voor de superieure militaire macht van Maharaja Ranjit Singh. Toen Baba Phoola Singh ji hierachter kwam, bemiddelde hij tussen de twee stammen. Hij wist Maharaja Ranjeet Singh te overtuigen door aan te geven dat het een zonde zou zijn om met kanonnen richting Goeroes stad (Guru Nagri) te schieten. Het zou echter een grotere zonde zijn voor beide stammen als een sikh een andere sikh zou doden in de heilige stad. Door de overtuigingskracht van Baba Phoola Singh ji, waren de Bhangi leiders bereid om de controle van Amritsar over te geven aan Maharaja Ranjeet Singh. Daartegenover gaf Ranjeet Singh hen koninklijke vastgoed in de Multran regio en garandeerde hen bescherming en goodwill voor toekomstige generaties.

In 1807 marcheerde het khalsa leger (Fauj) richting Kasoor om de controle over te nemen van moslim gouverneur Kutub-ud-din. Na een bloederige strijd, waar het leger van Babaji in de voorste linies streed, werd de gouverneur gedood en Kasoor overgenomen door het khalsa rijk.

In 1814 werd Multan aangevallen voor de eerste keer, waarna de gouverneur van Multan het khalsa bestuur aanvaarde en beloofde om belasting te betalen aan het hof (darbar) in Lahore.

In 1818 kwam de heerser van Multan in opstand tegen het khalsa bestuur. Maharaja Ranjeet Singh, Akaali Baba Phoola Singh en Sardar Hari Singh Nalwa vielen Multan aan om het gebied opnieuw te onderwerpen aan het khalsa bestuur. Het belangrijkste wapen, het zamzam kanon, was richting de zuidelijke muur van Multan gestationeerd om deze te breken, zodat het khalsa leger het fort konden betreden. Het gevecht was gaande toen een wiel van de ZamZam brak, waardoor het niet effectief te gebruiken was. Zonder de ZamZam was het vrijwel onmogelijk om de muur te doorbreken. Akaali Phoola Singh spoorde zijn Akaali Nihang krijgers aan om met hun schouders de ZamZam op zijn plaats te houden. Dit betekende echter een zekere dood, aangezien de terugslag van het schot uit het kanon leidde tot het breken van de nek en schouder. Maar de dappere Akaali krijgers kende geen angst, aanvaardde de oproep van hun gerespecteerde leider (Jathedaar) en accepteerde de dood. Een voor een kwamen de Singhs naar voren om hun schouder onder het kanon te plaatsen, en met elke schot kostte dit het leven van een Singh. Maar dit weerhield niemand ervan om door te gaan, en uiteindelijk plaatsten 23 Singhs hun schouder onder het kanon. Nadat de 23ste schot werd afgevuurd en de Singh viel, stortte de muur van Multan in. De Akaali Nihang krijgers van de Shaheedan stam sprongen in het fort en binnen wisten binnen enkele minuten te vijand te verslaan. De khalsa vlag en de sikh vlag (nishan sahib) werden gehesen op het Multan fort. Het was aan de voorbeeldige en dappere Akaali Baba Phoola Singh ji en zijn Singhs te danken, die het mogelijk maakte om Multan, de tweede staat van het sikh rijk(de Khalsa Raaj), te veroveren.

In 1819 verplaatste het khalsa leger zich naar Kashmir. Gedurende 3 maanden vonden er veel gevechten plaats, maar Kashmir werd tot de derde staat van het khalsa rijk verklaard. Maharaja Ranjeet Singh bood Baba Phoola Singh ji het gouverneurschap van Kashmir aan, maar Babji weigerde deze. Hierdoor werd Sham Singh Attariwala benoemd tot de eerste gouverneur van Kashmir.

Dit waren enkele van de glorieuze veldslagen die de creatie, uitbreiding en verdediging van het khalsa rijk mogelijk maakte. Vooral de moed getoond door de onbaatzuchtige Sint-soldaat (Sant-Sipahi) Akaali Baba Phoola Singh ji en zijn clan (dal) zal altijd worden herinnerd.

Eindeloze toewijding

Baba Phoola Singh ji was iemand die zijn leven volledig toewijdde aan de gemeenschap en er altijd klaar voor was om zich neer te leggen bij het altaar van rechtvaardigheid (dharam). Hij was de echte Nihang die zich boven het vuil en onzuiverheden van deze wereld stelde, doorgedrongen met de Naam van Waheguru. Met goddelijke glans op zijn gezicht en in zijn ogen was hij altijd gereed op het geloof (de dharam) te beschermen. Hij maakte onderdeel uit van het khalsa leger, maar niet onder het bevel van Maharaja Ranjeet Singh. In plaats daarvan leefde hij als een heilige strijder van de Goeroe, direct onder het bevel van Goeroe Gobind Singh ji, waardoor hij zijn vrijheid en soevereiniteit behield als het Leger van de Tijdloze (Akaal Purakh).

Akaali Baba Phoola Singh ji is tot op heden de meeste geëerde en gerespecteerde leider (jathedar) van Sri Akaal Takhat Sahib. De Sikh waardes en principes waren voor hem het meest belangrijke, meer nog dan zijn leven of iets anders. Hij was voor niets en niemand bang, of het nou Maharaja Ranjeet Singh of de Britten waren, die hem probeerde te vangen met behulp van de prinselijke staten Patiala en Nabha toen hij in 1804 na Sri Anandpur Sahib kwam. Goeroe en Sikhi waren alles voor hem en het beschermen van Sikhi alsmede het verspreiden van de leer van de Goeroe was de voornaamste missie in zijn leven.

Hij hield enorm van de rust, de zuiverheid en de heiligheid van Darbar Sahib Sri Amritsar. Tijdens een vergadering tussen Maharaja Ranjeet Singh en de Britse leiders in Amritsar, hielden de Shia-moslim soldaten van het Britse leger een godsdienstige processie  (moharram) in Amritsar. Toen de processie achterlangs de Sri Akaal Takhat passeerde, stuurde Baba Phoola Singh ji enkele Singhs om de Moslims te verzoeken om in stilte langs Sri Darbar te gaan, aangezien hun kreten en geschreeuw de rust van Sri Darbar Sahib zou storen. Maar de Moslims reageerde juist agressief, waarop Babaji de Singhs vroeg om heb de khalsa manier van vrede te leren. Er vond een gevecht plaats waar 25 moslims werden gedood door de Akaali Singh. Bij het horen van de strijd bereikten Maharaja Ranjeet Singh en de Britse officieren de plek. Bij het zien van de krijgstenue (mahakaal saroop) van Babaji en de akaali krijgers, boden ze hun excuses aan en vroegen ze om vergeving.

Het zicht van de machtige Akaali Baba Phoola Singh ji, met zijn groot zwaard (tega) in zijn hand was voldoende om zijn vijanden te laten rillen van angst. Voor Babaji (Phoola Singh) waren de bijzondere identiteit, vrijheid en welvaart van de khalsa gemeenschap (Panth) van zeer groot belang. Hij werd geboren in de tijd dat de gemeenschap worstelde en hij zag hoe de ouderen van de gemeenschap hun leven hadden gegeven, bloed hebben verloren voor de verheffing (chardhi kala) van Sikhi. Hij nam het dan ook op zich, om het koninkrijk, dat gecreëerd was nadat ontelbare Singhs hun leven hebben geofferd, tegen elke prijs te beschermen.

Toen Maharaja Ranjeet Singh van plan was om te trouwen met een moslim danseres, Moran, werd Babaji (Phoola Singh ji) furieus. De Maharaja had ingestemd om Moran te helft van zijn koninkrijk te geven, waarna onrust ontstond met de mogelijkheid van een opstand tegen hem door het khalsa leger (fauj). Babaji, in zijn functie als leider (jathedar) van Sri Akaal Takhat Sahib, riep de Maharaja op zich te verantwoorden om hem daarna te straffen (tankhah geven) voor het hebben van een relatie met Moran. Maharaja Ranjeet Singh werd vastgebonden aan een boom in de buurt van Akaal Takhat Sahib en Babaji gaf hem 25 stokslagen, een straf die de Maharaja nederig accepteerde. Baba Phoola Singh ji herinnerde Ranjeet Singh er aan dat het koninkrijk het resultaat was van ontelbare offers door de Sikhs en niet enkel van hem alleen was, maar van de hele khalsa gemeenschap. Hij was slechts een dienaar van de khalsa gemeenschap om het koninkrijk te beheren. Maharaja Ranjeet Singh kreeg tranen in zijn ogen en was beschaamd over zijn acties.

Het waren de toewijding (jeevan), de moed en de vastberadenheid die Baba Phoola Singh ji de meest geëerde figuur van de 19e eeuw maakte. De ouderen van de gemeenschap zagen het licht van Baba Deep Singh ji in hem schijnen. Terwijl Baba Deep Singh ji (de eerste leider van de Shaheedan stam (Misal Shaheedan) de pilaar van de sikh strijd en ideologie in de 18e eeuw vormde, hield Baba Phoola Singh ji (de zesde leider van Shaheedan stam) dezelfde positie, macht en respect in de 19e eeuw.

Martelaarschap (Shaheedi)

In maart 1823, kwamen de Pathan stammen van de staat van Peshawar (Noord-West Frontier Province), met behulp van de Afghaanse heerser Dost Mohammed Khan, in opstand tegen de khalsa overheersing. Een Pathan leger van 40.000 man, met hulp van Afghaanse artillerie, teisterde de bevolking van de noordelijke gebergten, waarbij de Sikhs en andere onschuldige mensen vermoord werden. Maharaja Ranjeet Singh reageerde door het khalsa leger gereed te maken om samen met generaals zoals Akaali Phoola Singh, Sardar Hari Singh Nalwa en Kanwar Kharak Singh, het Pathan leger te bestrijden. Sardar Khushal Singh kreeg de taak om zware artillerie te brengen vanuit Lahore, terwijl Hari Singh Nalwa commando over de elite troepen kreeg. Akaali Baba Phoola Singh ji, die over het algemeen tijdens de jaarwisseling (Chaittar Di Sangrand) in Sri Akaal Takhat Sahib verbleef, besloot om het stam (de Misal/Akaal) regiment, de Akaali's, te leiden in de strijd.

Voor zonsopgang (amritvela), op 14 maart 1823, waren de Maharaja, de sikh generaals, soldaten en de Akaali krijgers, in de aanwezigheid (hazoori) van Goeroe Granth Sahib ji. Akaali Phoola Singh ji zegde het gebed op (deed Ardaas) aan de voeten van de Ware Goeroe (Satguru), Goeroe Granth Sahib ji om het khalsa leger te zegenen met de overwinning (fateh) en het martelaarschap (shaheediyan). Ook werd er om de order, of toestemming, (hukamnaama) gevraagd voor het leger om zich richting de strijd te kunnen bewegen.

gereed om het strijdperk te betreden. Trommels voor de strijd werden geslagen om richting te strijdtoneel te gaan, toen Maharaja Ranjeet Singh aan Baba Phoola Singh ji vertelde dat de zware artillerie nog niet was aangekomen, terwijl de Sikh leger ook nog maar 25.000 man groot was tegen de 40.000 van de Afghanen. Hij vroeg Babaji om nog een dag te wachten zodat het leger kon groeien, en de artillerie zou aankomen.

Maar Babaji wees de Maharaja erop dat hij zijn het gebed (Ardaas) vergeten was. Babaji zei: ‘Leeuw van de Punjab (Shere Punjab), jij kunt wachten op de artillerie en leger, maar ik niet. Ik heb het gebed (ardaas) gedaan aan de voeten van Satgoeroe Granth Sahib ji, en zal niet afzien van mijn belofte (ardaas). Het is niet in de traditie van onze stam om terug te trekken na het gebed, dus wat er ook gebeurt, ik zal de strijd samen met mijn leger aangaan, en indien u wenst, kunt u volgen. Het maakt niet uit wat er gebeurd, de overwinning zal van ons zijn’. Deze woorden waren voldoende om de Maharaja’s hart te bezielen, en hij gaf de opdracht aan het sikh leger richting de strijd te gaan.

Toen het sikh leger de rivier de Attock naderde, was deze overstroomd, en de sikhs zagen geen kans hem over te steken. Baba Phoola Singh ji vroeg Maharaja Ranjeet Singh om Japji Sahib te reciteren (paath) en het gebed op te zeggen. Daarna ging Maharaja Ranjeet Singh met zijn paard het water in, waarna de rivier de Attock stil werd en het waterpeil op miraculeuze wijze daalde.

Aan de ene kant stond het khalsa leger, met voorop de Akaali krijgers, gekleed in blauw, met hoge tulbanden versierd met wapens (shastars), de khalsa vlaggen (nishans) waren gehesen met, daar voor, de legendarische krijger, Akaali Baba Phoola Singh ji. Toen de Akaali's de vijand in het vizier kregen, konden de oorlogskreten 'Bole So Nihal – Sat Sri Akaal – Gutbar Akaal - Har Har Akaal', alom worden gehoord. Babaji trok zijn Tega (zwaard) en bestormde de vijand op de voet gevolgd door zijn Akaali krijgers. De Pathans reageerde met kanonvuur, maar de Akaali krijgers, drongen door de vijandelijke linies heen en draaide hun geweerlopen richting de vijand. De rest van het leger volgde, terwijl Maharaja Ranjeet Singh de strijd van een afstand volgde. Sommige Pathan bataljons waren gestationeerd op de top van de heuvels, neer kijkende op het ‘slagveld van Tarki’, en begonnen met kanonnen te schieten op het opkomende sikh leger. Akaali krijgers speelde een spel van dood en bloed in het strijdperk en elke sikh wist meerdere vijanden neer te halen. Baba Phoola Singh ji, op 62-jarige leeftijd, vocht als een leeuw en hakte zich een weg door de vijand, toen plotseling vanaf de heuveltop, honderden kogels zijn lichaam raakten. De vijand was op zoek naar hem en zodra Babaji in bereik van hun wapens kwam, vuurde ze een regen van kogels op hem af. Maar het spervuur van kogels was niet genoeg om hem neer te halen, de strijd ging door terwijl het bloed uit zijn lichaam stroomde. Vervolgens werd Baba Poola Singh ji meerdere steekwonden toegebracht door de vijand, maar met elke snee nam de gloed op het gezicht van Babaji toe. Alsof zijn moeder vanuit de hemel keek en zei:’Zoon, ik had dit martelaarschap (shaheedi) voor jou gewenst, en vandaag heeft Maharaja mijn wens volbracht’. Er was vrede, vreugde, en zegen in zijn hart, om te kunnen sterven als een martelaar (shaheed) voor Goeroe en de gemeenschap, om waardig te kunnen zijn voor Goeroe Gobind Singh (dasmesh pita). Met elke passerend moment, raakte een kogel het lichaam, sneed een zwaard zijn lichaam, maar Babaji viel niet van zijn paard, totdat de vijand zich had teruggetrokken, totdat de overwinningsvlag werd gehesen, totdat de belofte (ardaas) van 'de overwinning is aan de Ware Goeroe' (Waheguru ji ki Fateh) was vervuld op het slagveld.

De vijand vluchtte van het slagveld van Tarki en toen de Sikhs hun overwinning vierden, kwam Akaali Baba Phoola Singh ji van zijn paard en keek naar zijn dappere krijgers. Vervolgens viel hij op het slagveld, om dit te eren, het slagveld dat hem de titel van martelaar (shaheed) gaf. De Maharaja, de generaals en de Akaali krijgers omringde het lichaam van Babaji dat honderden kogels en talloze sneeën had. Het was de eerste keer dat Maharaja Ranjeet Singh huilde in op het slagveld, elk oog was nat met de tranen van liefde, toewijding en respect voor de grote Sikh-generaal van de 19e eeuw.

Akaali Baba Phoola Singh ji’s laatste sacramenten (antim sanskaar) werd gedaan aan de oevers van de rivier de Landa in Naushera. Een gurdwara werd gebouwd samen met een inkwartiering voor de Nihang Singhs. Maharaja Ranjeet Singh voegde een enorm stuk vastgoed (jagir) toe aan de heilige plek, waar Babaji’s heilige en pure gedenkteken staat.

Generaties van sikhs zullen komen en gaan, maar de legende van Baba Phoola Singh ji is, en zal altijd onsterfelijk zijn. Hij had de titel van Akaali - onsterfelijk, en hij is onsterfelijk.

 

Punjabi                       Nederlands/ Verklaring

Akaal Purakh              de Tijdloze = God

amritvela                     voor zonsopgang

ardaas                          sikh gebed

<Ardaas wordt uitgevoerd bij (voor of na) het uitvoeren van een belangrijke taak>

ardaas  `                       belofte

chakkarvarti                universele heerser, die ethisch en welwillend heerst over de wereld

chakkarvarti jeevan     geestelijke en morele leiding

chakkarvarti seva        dienst, leiding, bestuur

chhauni                        betrekking, bezigheid

charhdi kala                 verheffing (van Sikhi)

chaittar di Sangrand    jaarwisseling

dal                               clan

dal panth                     clan gemeenschap

darbar                          gebedsruimte (in gurdwara)

darbar                          hof (court), centrale plaats

dharam                        dharma, rechtvaardigheid

dharam                        het geloof

dharamyudh                rechtvaardige verdediging

fauj                              leger

fateh                            overwinning

hazoori                        aanwezigheid (van SGGS)

hukamnaama               order of toestemming

janam                           geboorte

jathedar                       leider, bestuurder, commandant

jeevan                          onzelfzuchtigheid

jeevan                          toewijding, levenswijze

khalsa raaj                   sikh rijk – khalsa regering, bestuur

mahakaal saroop          krijgstenue

< Mahakaal saroop is blauwe banha(kleding), blue dastaar(tulband) bunge, met shastar(bewapening) in de tulband, kamr kassa(tailleband), etc. als echte krijgers in essentie. Nihang singhs worden vaak gerefereerd als Mahakaal ji, vanwege hun bana(kleding), rehit(levensstijl), bani, en het respect dat gepaard gaat als alles wordt beschouwd als Mahakaal’s (god’s) incarnatie op aarde.>

mataji                          moeder

misl                              stam

mukhi singhs               de sikh leiders

nishan sahib                 sikh vlag

paath                           reciteren, opzeggen

panth                           gemeenschap

pehra                           toezicht

Sant-Sipahi                  Sint-soldaat

sardar                          leider, stamhoofd

sarkar khalsa                regering van de khalsa

satguru                                    ware Goeroe

sewa                            (onbaatzuchtige) dienstverlening

shahaadi                      martelaarschap

shaheediyan                het martelaar worden

shere Punjab                tijger/leeuw van de Punjab

sikh sardars                 sikh leiders, stamhoofden

takhat                          troon, plaats van wereldlijke macht.

tankhah                       straf

tega                             groot zwaard

tyar bar tyar                 altijd gereed, paraat

gurbaani vidva            kennis van geschriften

shastar vidva               beheersing van wapens

Grihasthi Singhs          sikh met gezinnen

Bihangam Singhs        ongehuwde sikhs

sikhi parchar                sikh missie werk

Waheguru ji ki Fateh   de overwinning is aan de Ware Goeroe

 
   
See Also :   SAKHI : Akali Phoola Singh ji
              -  Jassa Singh Ahluwalia
              -  Het Sikh koninkrijk – Maharaja (koning) Ranjit Singh
              -  Beroemd Sikhs
 
 
     

Previous

Main Index

Next

All rights reserved (c) www.sikhs.nl