De Jeugdjaren
Baba Banda Singh Bahadur was de eerste Singh die de
fundamenten van de Sikhs vestigde in een groot deel van de Punjab (noord
India). Toen hij jong was werd hij Lachhman Das genoemd. Hij was een
prinsenkind (Rajputs). Tijdens zijn jeugdjaren was hij dol op jagen. Op
een dag jaagde hij op een drachtig hert. Het stervende dier bracht twee
jonge hertjes ter wereld die samen met hun moeder stierven voor de ogen
van Lachhman Das.
Erg geschokt door dit voorval en overmand door verdriet
zag hij af van de aardse genoegens en werd een Bairagi Sadhu (Bairagi =
wereldverzaker, Sadhu = ascetisch). Eerst beschouwde hij Janki Das als
zijn Goeroe, en later nog enkele anderen. Maar aangezien geen van hen
echte Goeroes waren, konden ze hem geen gemoedsrust bieden. Hij richtte
zich naar tantrische sadhu's en verwierf een soort van wonder krachten.
Deze krachten maakten het hem mogelijk om een aantal personen te
rekruteren als zijn aanhangers. Door hen steeg zijn populariteit onder
de simpele mensen rond zijn Ashram (hof) die aan de oever van de rivier
Godavri gelegen was. Niemand had baat bij zijn mirakels. Hij gebruikte
zijn krachten liever om religieuze leiders en andere beroemde heiligen
uit de omgeving te onderwerpen en soms ook te vernederen wanneer die
zijn Ashram bezochten.
De Heersende
Omstandigheden in 1704
In 1704 vertrok Goeroe Gobind Singh Ji samen met zijn
familie en de Sikhs uit Anandpur Sahib onder de meest dwingende en
ongeëvenaarde omstandigheden. De één miljoen Moghul strijdkrachten en
hun medeplichtigen Pahari Rajas / Koningen (leiders van de heuvels)
hadden de Goeroe er van verzekerd dat iedereen ongedeerd zou blijven als
hij Anandpur verliet. Maar ze vielen hem langs alle kanten aan terwijl
aan de andere kant de Sarsa rivier buiten haar oevers getreden was.
Hoewel Goeroe Gobind Singh Ji zijn vier zonen en vele Sikhs verloor, was
hij nog steeds in een positieve stemming en zag dit alles als Gods wil.
Zijn vastberadenheid - nooit in opspraak gebracht door de omstandigheden
- maar stevig als een rots terwijl hij zijn plicht deed tegenover de
mensheid, was onwrikbaar. Terwijl hij vanuit het Noorden van Punjab
richting Zuid-Punjab trok stuurde hij via Bhai Daya Singh een brief van
overwinning "Zaffar Nama" naar Aurangzeb, de koning van India. Deze
brief maakte dat Aurangzeb berouw toonde voor zijn zonden. Dit blijkt
uit zijn laatste brief die hij aan zijn zoon Kaam Bakash schreef. De
inhoud: "Ik kwam alleen in deze wereld, maar zonder smet. Nu ga ik weg
vervuld met zonden. Ik weet niet wat er met mij en met mijn ziel zal
gebeuren. Ik ga gebukt onder slechte daden. Wanneer ik tegengehouden zal
worden in de rechtbank van God, weet ik niet wat voor straf ik zal
oplopen." Deze blijvende woorden van Aurangzeb staan gegraveerd op zijn
graf in zijn Makbra (Mausoleum) in Aurangabad.
Aurangzeb stierf in 1707. Tussen zijn zonen brak er een
strijd uit voor de troon. Zijn oudste zoon Bahadar Shah zocht de hulp
van de Goeroe op. Hij beloofde Goeroe Gobind Singh Ji om al diegenen
die wreedheden hadden begaan en schuldig waren, uit te leveren. Hij werd
de volgende koning van Hindoestan / India in 1707 met de hulp van de
Goeroe. Maar zelfs daarna gingen de wreedheden in Punjab onverminderd
door en Bahadar Shah kwam zijn beloften aan de Goeroe niet na, misschien
uit vrees voor onrust onder het Moslim volk.
In het Zuiden kwamen mensen in opstand tegen Bahadar
Shah. De koning vroeg aan de Goeroe om hem te vergezellen. Onderweg van
Agra naar Delhi werden de bedoelingen van Bahadar Shah duidelijk aan
Goeroe Gobind Singh Ji en nam hij een ander weg dan Bahadar Shah met
zijn karavaan, maar bleef verder zuidwaarts trekken. Misschien nam hij
deze stap door zijn anticiperende en vooruitziende visie.
De ontmoeting
van Banda Singh met Goeru Gobind Singh Ji
Tijdens een tocht
van Noord naar Zuid-India bezocht Goeroe Gobind Singh samen met enkele
Sikhs de Ashram van Lachhman Das. Die was afwezig op dat moment en
Goeroe Gobind Singh ging op zijn prachtig ingerichte bed zitten.
Toen Lachhman Das terugkeerde naar zijn Ashram kon hij
het niet hebben dat Goeroe Gobind Singh op zijn plaats zat. Samen met
zijn discipels probeerde hij al zijn tantra krachten uit om het bed waar
Goeroe Gobind Singh opzat te doen omvallen, dit met de bedoeling hem te
vernederen en hem te bestraffen voor zijn durf. Maar het haalde allemaal
niets uit bij de nieuwe onbekende bezoeker. Geen enkele truc had
uitwerking op de Goeroe. Hij bleef gewoon glimlachend zitten.
Lachhman Das Bairagi aanvaardde de nederlaag en viel
neer aan de voeten van Goeroe Gobind Singh, vroeg vergiffenis en zei:
"O, Goeroe Ji, ik ben uw Banda (Slaaf). Toon mij het licht en zet me op
het juiste pad. Ik ben tot uw dienst en ben bereid om alles te doen wat
u vraagt.”
Goeroe Gobind Singh leerde hem de basisprincipes van
Sikh dharma (leer) en doopte Lachhman Das, hem toelatend tot het
Sikhisme. De Goeroe doopte hem als Banda Singh (sommige historici zeggen
Gurbhakhsh Singh). De Amrit (doop) van Goeroe Ji veranderde het leven
van Lachhman Das volledig. Hij was niet langer een gemene Bairagi die
onschuldige mensen lastig viel of vernederde, maar hij was nu een
moedige Sikh van de tiende Meester geworden.
De Opmars van
Banda Singh naar Punjab
Toen de tijd rijp was werd Banda Singh Bahadur (Bahadur
= dapper) door Goeroe Gobind Singh ji op missie naar Punjab uitgezonden
om de schuldige en wrede heersers van die tijd te straffen. Hij
adviseerde hem om te vechten voor de mensenrechten, het verheffen en het
sterker maken van de armen, de laagste en de slaven, voor de mensen die
zich niet eens konden voorstellen wat vrijheid betekende… Hij was
voorzien van de nodige wapens en van vijf dappere Sikhs als raadgevers.
1. Bhai Daya Singh
2. Bhai Binod Singh
3. Bhai Kahan Singh
4. Bhai Bijay Singh
5. Bhai Ran Singh
De Goeroe had hem ook gezegend met:
1. De orders van de Goeroe (Hukamnama) voor Sikh Sangats.
2. Vijf pijlen.
3. Een tweesnijdend zwaard (Khanda).
4. Een grote lederen trommel (Nagaara).
Goed bewapend en begeleid door de dappere Sikhs en met
de zegen van Goeroe Ji', vertrok Banda Singh op missie naar Punjab. Door
de hulp van de orders –Hukumnamas- van de Goeroe aan de Sikh gemeenschap
om mee te helpen en om mee te doen aan de missie van Banda Singh, sloten
duizenden gewapende Sikhs zich bij hem aan. De heersers van Punjab waren
al goed op de hoogte van de gevechtskwaliteiten van de Sikhs en werden
dus doodsbang om met hen geconfronteerd te worden.
In korte tijd, doodden de Sikh strijders, onder leiding
van de dappere Banda Singh, veel tirannen, waar onder Nazab Wazir Khan
van Sirhind die verantwoordelijk was voor de zeer wrede moord op de twee
jongere zonen van Goeroe Gobind Singh. Wrede heersers en hun medewerkers
werden systematisch gelokaliseerd, opgepakt en gestraft voor hun
misdaden tegen de menselijkheid.
Banda Singh schreef een
hukamnamah uit die de Sikhs hanteerden tijdens moeilijke tijden.
"Deg O
Teg O Fateh o nusrat bedirang Yaft Az Nanak Guru Gobind Singh"
De ketel en het zwaard
(symbolen van naastenliefde en macht), hebben de overwinning en
zegen verkregen van Goeroe Nanak-Gobind Singh.
God is één! Overwinning aan de
Presentie! Dit is het bevel van Sri Sachcha Sahib (De grote meester)
aan de hele Khalsa. De Goeroe zal je beschermen. Roep de naam van de
Goeroe. Uw leven zal vruchtbaar zijn! U bent de Khalsa van de grote
onsterfelijke God. Bij het zien van deze brief, wees voorbereid en
draag vijf wapens.
Handel volgens de gedragsregels
die door de Khalsa opgelegd zijn. Gebruik geen wiet (Bhang), tabak,
opium (Poppy), wijn, of andere bedwelmende middelen ... Pleeg geen
diefstal of overspel. Wij hebben Satyug (de Gouden Eeuw) gebracht.
Heb elkaar lief. Dit is mijn wens. Hij die leeft volgens de regels
van de Khalsa zal gered worden door de Goeroe.
Zelfs in oorlogstijd gaf Banda Singh Bahadur orders om
geen enkele religieuze plaats waaronder Moskees, Madrassa (scholen),
tempels en / of Makbras (Graven) te onteren of te beschadigen. Ongeacht
hun godsdienst, werden de oude vrouwen en kinderen beschermd tegen alle
kwaad. Sheikh Ahmed Sirhind was de hoofdverantwoordelijke voor de dood
van de vijfde Goeroe - Guru Arjan Dev ji en zelfs zijn graf werd niet
vernietigd. Er werd alles aan gedaan opdat deze oorlogen geen religieuze
kleur kregen. Telkens als een gebied werd veroverd benoemde Banda Singh
een van zijn vertrouwde luitenants om over deze plaatsen te regeren. Die
stelden op hun beurt andere lokale mensen aan voor de administratie.
Banda Singh nam een groot deel van Punjab in en vestigde
daar het Sikhisme. Hij sloeg munten in de naam van Goeroe Nanak Dev Ji
en Goeroe Gobind Singh ji, Het was voor het eerst in 700 jaar dat Banda
Singh het idee dat de Moghuls door niemand konden veroverd worden, te
niet deed. Hij richtte een democratisch bestuur op. De armen en
onderdrukten kregen het gevoel een waardig leven te leiden. Degenen die
het land bewerkten werden landeigenaar. Hij had de macht van een soldaat
maar het hart van een heilige. Hij beschermde de armen en laagste, en
deed diegene die zich overgaven geen kwaad. Een duidelijk voorbeeld
hiervan is dat het leger van Afghaanse strijders die niet wilden vechten
tegen Banda Singh zijn leiderschap aanvaardden.
De aanhouding
en de offers van Banda Singh en zijn mannen
Ondertussen werd Faruksaiyar keizer in Delhi. Hij was
boos voor al de nederlagen die de Moghul strijders alom geleden hadden
door het toedoen van Banda Singh. Hij stuurde veel strijders vanuit
Delhi en mobiliseerde strijders van elders in Punjab om Baba Banda Singh
te verslaan en te arresteren.
De Sikh strijders werden uiteindelijk belegerd door een
overweldigend aantal Moghul mankrachten in de vesting van Gurdas Nangal
(Punjab, India). De Sikhs vochten dapper onder leiding van Baba Banda
Singh en brachten zware verliezen toe aan het Moghul leger. Maar als
gevolg van de langdurige belegering (8 maanden) van het fort door een
enorm aantal troepen raakte de ransoenen van de Sikh strijders op. Ze
werden gedwongen om boombladeren te eten om zich te voeden. Hierdoor
werden ze te zwak om de vijand te bestrijden. Zelfs onder deze
omstandigheden boden de Sikhs zware weerstand. Er wordt gezegd dat Banda
Singh op zijn eentje al ongeveer 50 tot 60 soldaten van het Moghul leger
had gedood voordat men hem kon gevangen nemen.
Hazi Karamwar Khan
schrijft in zijn boek 'Tazkiratu-Sulatin Chugtian' dat de arrestatie van
Banda Singh en zijn mannen niet het resultaat waren van de wijsheid en
de moed van de heersers, maar dat het de Genade van God was dat Kafir
(niet moslim) Banda Singh en zijn mannen verzwakt raakten door de
honger.
De Nawab (Goeverneur)
was verbaasd over de rijkdom van Banda Singh en over de vastberadenheid
waarmee ze vochten. Er werden amper 600 roepies, 23 gouden munten en
enkele wapens bij hen gevonden. De Moghul soldaten dachten dat de Sikhs
de gouden munten ingeslikt hadden. In feite werden er bij enkele gedode
Sikhs de maag opgensneden maar er werd niets gevonden.
Uiteindelijk werd de
moedige Sikh generaal Baba Banda Singh Bahadur in december 1715
gearresteerd, en samen met zevenhonderd Sikh soldaten naar Delhi
gebracht, waar men ze op pony’s liet rijden. Ze werden vernederd en
werden gedwongen om te paraderen in de bazaars (markten) van Delhi.
Banda Singh en enkele van zijn overgebleven mannen
werden maandenlang ondervraagd om alles te weten te komen over hun
oorlog strategieën, rijkdom en munitie. Hij had in feite nooit enige
rijkdommen of munten begraven. Alles wat hij kreeg verdeelde hij onder
zijn soldaten en onder de armen. Zijn arsenaal bestond enkel uit
zwaarden, speren, bogen, pijlen, dolken enz. Zijn leger bestond uit
voetvolk en mensen te paard. Hij bezat geen olifanten, kanonnen of
andere geavanceerde wapens.
Men bood de Sikhs amnestie aan als zij zich zouden
bekeren tot de Islam. Geen enkele van hen accepteerde dit aanbod om in
leven te bleven. Daarna werden ze gemarteld en terechtgesteld in het
openbaar. Ze stierven met verheven geest, vasthoudend aan hun geloof.
Ten slotte werden Banda Singh en zijn 26 lotgenoten op
juni 1716 door de straten van het oude Delhi gevoerd, zoals bij een
processie, en vervolgens naar de Makbra (Graf) van Khawaza Kutub-ud-Deen
Bakhitiyar Kaki in de buurt van Kutub Minar gebracht. 26 Sikhs werden
onthoofd in aanwezigheid van Banda Singh, in de hoop dat hij toch nog om
genade zou vragen. Nu was het de beurt aan Banda Singh. Hij werd
gevraagd om de Islam te aanvaarden of de dood tegemoet te gaan. Hij koos
voor de dood.
De executie
van Banda Singh Bahadar
Alvorens Baba Banda Singh op de meest genadeloze manier
afgeslacht werd door de tirannieke heersers, werd eerst zijn vier jaar
oude zoon gedood voor de ogen van Baba Banda Singh, ze sneden zijn lijf
open. Ze rukten zijn hart uit en duwden het in de mond van Baba Banda
Singh. Maar zelfs deze meest onmenselijke en wrede daad van de tirannen
konden Baba Banda Singh Ji' zijn vastbeslotenheid en vastberadenheid
niet breken. Hij bleef kalm als altijd. Uiteindelijk werd hij op de
meest wrede manier gedood, ze rukten het vlees van zijn lijf beetje bij
beetje, door middel van hete tangen.
Om het even wie dit gezien had, Moslims, Hindoes of
Christenen, voelden aan dat de zielen van diegenen die hier hun leven
opgeofferd hadden, over wonderbaarlijke krachten moesten beschikken die
hun niet toelieten een nederlaag te aanvaarden.
De Engelse historicus Cunningham schreef dat het
onmenselijk, totaal asociaal en barbaars was dat de Moghuls de Sikhs op
zulk een ziekelijke manier behandeld hadden. De scènes waren zo
vreselijk geweest dat zij die het met hun eigen ogen niet gezien hadden
het niet konden geloven.
Farakh-Seyer, die Banda Singh en zijn mannen in juni
1716 gemarteld en gedood had, onderging het zelfde lot door de handen
van zijn eigen mannen, amper drie jaar later. Er brak een opstand uit
tegen hem. Hij verborg zich in de donkere kamers van het Rode Fort. Hij
werd achtervolgd, zijn ogen werden uitgerukt en daarna werd hij gedood.
Zo kwam er een
einde aan een bewogen hoofdstuk van de Sikh geschiedenis toen de
tirannieke Moghul heersers gedurende enkele jaren de ene nederlaag na de
andere proefden door toedoen van de Sikhs onder leiding van de eerste
Sikh Generaal Baba Banda Singh Bahadur. Het was ook hij die het juk brak
van 700 jaar overheersing van India door buitenlandse invallers.
De offers van Banda Singh en zijn mannen ontmoedigden de
Sikhs niet, maar bereide ze voor op nog zwaardere gevechten in de
toekomst. De komende nog 40 moeilijke jaren, regeerden de Sikhs in
Lahore onder leiding van Nawab Kapoor Singh en vervolgens van Jassa
Singh Ahluwalia in 1756. Later heersten ze over Punjab in de vorm van 12
Sikh Misels (stammen) onder verschillende namen die uiteindelijk in AD
1799 leidden tot de oprichting van Khalsa Raj onder de Maharaja Ranjit
Singh (De Leeuw van Punjab).
Op deze manier liet de Goeroe de ware kracht van geest
en van lichaam van diegene die gedoopt zijn aan de mensen zien, en hoe
een Bairagi (verzaker) die ooit berucht en doelloos geweest was, een
moedig persoon met bewonderenswaardige prestaties kon worden. |