Het Sikh koninkrijk – Maharaja (koning) Ranjit Singh (1801 - 1839)
|
|
Ranjit Singh werd in
1780 geboren. Geleid door zijn vader en schoonmoeder kreeg hij het idee
om een Khalsa Raj, het Sikh koninkrijk, op te richten. Zijn schoonmoeder,
Sardarni (vrouwelijke vorm van Sardar) Sada Kaur (1762-1832) heeft een
unieke plek in de geschiedenis van de Punjab wat betreft haar
leiderschap en moed. Zij stond aan het hoofd van de Kanhaiya Misl,
gesticht door Jai Singh ten tijde van het Sikh Koninkrijk. Zij was
degene die zorgde voor Ranjit Singh, toen zijn vader overleed. Sardarni
Sada Kaur was ook degene die het plan voorbereidde voor de bezetting van
Lahore in 1799 door Ranjit Singh, die hierbij geholpen werd door de
moedige Kanhaiya-strijders. Deze bezetting markeerde het begin van de
heerschappij van Maharadja Ranjit Singh in Punjab.
Maharaja Ranjit Singh slaagde erin om de Sikh Misle’s achter zijn idee
te krijgen en die hem vervolgens bij deze missie steunden. Om dat te
bewerkstelligen veroverde hij met zeer weinig bloedvergieten, zonder
plunderingen en molestaties als eerste op 27 juni 1799 Lahore. Aangezien
hij een beminnelijk, rechtvaardig en een seculiere vorst was, werd hij
door de Hindoes, Moslims en Sikhs van Lahore verwelkomd. Tijdens de
bekroning in april 1801 kreeg hij de titel, Maharaja van Punjab. In het
najaar van 1802 nam hij zonder veel moeite en strijd de heilige stad
Amritsar in zijn bezit. Hierbij kreeg de Maharaja de hulp van de Nihangs
onder leiding van Nihang Akali Phula Singh. (Nihang betekent krokodil in
het Perzisch) Goeroe Gobind Singh creëerde de Nihangs om de Khalsa
gemeenschap te dienen. Zij waren de strijders van de eerste klasse.
Nihangs trouwen niet en hun enige doel is het leven en dood gaan voor de
Khalsa. De Maharaja had Akali Phula Singh uitgenodigd om aan zijn leger
deel te nemen en hij werd tot de Jathedar van Akal Takhat benoemd. De
laatste ging akkoord en sloot zich met zijn drieduizend Nihangs bij het
staatsleger aan. Een groot deel van de overwinningen van Maharaja Ranjit
Singh waren grotendeels te danken aan het uitermate moedige optreden van
Akali Phula Singh en zijn Nihang troepen. Met behulp van zijn twee
uitmuntende generaals, Hari Singh Nalwa en Akali Phula Singh, veroverde
hij in 1819 Kashmir en Afghanistan. |
|
Sardar Hari Singh Nalwa
was een voortreffelijke generaal. Later zou hij in de Britse kranten met
generaals als Napoleon, generaal van Hendenburgh, hertog van Wellington
en verder Halaku Khan en Changez Khan worden vergeleken. Hierbij werd
aangegeven dat hij al die generaals overtrof. Met gelimiteerde
troepenmacht en artillerie, bevrijdde hij niet alleen Kashmir en Multan,
maar ook Peshawar en maakte deze staten onderdeel van het koninkrijk van
de Sikhs. Peshawar was sinds 998, toen de Afghaanse troepen in dat jaar
Raja Jaipal vermoordde, voor 8 eeuwen in handen van de Afghanen.
Hari Singh kreeg de bijnaam Nalwa (degene die een leeuw met blote handen
kon doden) toen hij op jonge leeftijd een leeuw wurgde, die zijn dorp
binnenviel. Op de nationale sportdag van Punjab, daagde hij alle vier de
koninklijke worstelaars van Maharaja Ranjit Singh uit en versloeg hen.
Maharaja Ranjit Singh benoemde hem vervolgens tot zijn generaal. Al bij
het horen van de naam van Hari Singh Nalwa ontvluchten vele vijanden de
strijd in een veldslag.
Het verhaal aangaande de dappere Sardarni Sharnagat Kaur staat in de
verhalenbundel opgenomen onder de titel Sardarni Sharnagat Kaur.
Het bestuur van Maharaja Ranjit Singh was seculier en kende geen
discriminatie. De heerschappij van Maharaja Ranjit Singh was na eeuwen
van onderdrukking de meeste aangename periode. Hij schafte de doodstraf
in zijn koninkrijk af. Zijn gerechtigheid was onpartijdig, snel en
rechtvaardig. Maharaja Ranjit Singh was simpel en intelligent. Hij
schonk overvloedig aan religieuze plaatsen behorend tot verschillende
religies, waarvan er sommige buiten zijn koninkrijk lagen. Harmandir
Sahib voorzag hij van bladgoud en gouden deuren en werd van dat moment
ook wel de gouden Gurdwara genoemd. Net als ten tijde van Banda Singh
Bahadur, was zijn munteenheid in naam van Goeroe Nanak en Goeroe Gobind
Singh. Zijn minister van buitenlandse zaken was een moslim. Minister van
financiën een Hindoe en zijn minister-president een Dogra Sikh (Rajput’s
uit Kashmir die Sikhs werden). Al zijn generaals waren Sikhs. Hij hield
van gezonde kritiek. Hij nam zijn incorrecte en onvriendelijke bevelen
terug als dit tot negatieve gevolgen voor de mensen leidde. Verder had
hij 72 buitenlanders in zijn dienst. Zij kwamen bij voorbeeld uit Italië,
Frankrijk, Duitsland, Rusland, Spanje, Portugal en Amerika. Enkele van
hen waren ook zijn defensie adviseurs. |
Sardar Hari Singh Nalwa |
Dit bestuur werkte heel goed onder leiding van Maharaja Ranjit Singh en
er was veel vooruitgang in Punjab te onderkennen. Het leger werd
volledig gescheiden van de staatsgelegenheden. Hiervoor had een koning
een ingenieuze structuur ontwikkeld. Het leger selecteerde op
democratische wijze vijf leden, Panches, zij besloten over alle
belangrijke zaken en dit was een tegenhanger van het staatsbestuur.
De Britten rukten op en naderden de grenzen van Punjab. In 1838 sloten
de Britten een akkoord met Maharaja Ranjit Singh. Zij erkenden beiden de
rivier Satlej als hun grens. Feitelijk was dit een succesvolle poging
van de Britten om zonder angst voor de Maharaja hun plannen door te
zetten. De Britten waren er echter op uit om heel (het huidige) India
over te nemen en zouden later de Sikhs
aanvallen.
Maharaja Ranjit Singh regeerde het gebied tussen de rivier Satlej in
Punjab tot Daraa Khebar in het Westen en van Laddakhand (Tibet) in het
Noorden tot aan Sind in het Zuiden inclusief Jammu en Kashmir, het
huidige Pakistan en Afghanistan.
|
See Also :
Sakhi : Sardarni Sharnagat Kaur
Sakhi : Sardarni Sada Kaur
Sham Singh
Attari Ji
Beroemd Sikhs : Maharaja Ranjit Singh (Sher-e-Punjab)
|
|
|
|
Previous |
History Index |
Next |
|