Op een middag zaten
Goeroe Nanak ji en Mardana ji te rusten op de oevers van de Ganges.
Mardana zat afwezig een steen te bekijken die hij langs de weg had
opgeraapt, terwijl hij dacht aan de grote drommen mensen die waren
gekomen om de Goeroe te horen spreken. "Meester," zei Mardana, "jij
onderwijst een weg voor iedereen om bevrijding te vinden. Maar veel van
de mensen die luisteren lijken nog steeds het grootste deel van hun tijd
te verdoen met conflicten, en in het zoeken naar opwindende
gebeurtenissen en andere lege zaken. Waarom verspillen zij hun leven op
deze manier?"
"The
blessing of this human life has been obtained, but still, people do not
lovingly focus their thoughts on the Name of the Lord."
De
zegening van dit menselijke leven is verkregen en toch focussen mensen
niet liefdevol hun gedachten op de naam van de Heer. (Goeroe Granth Sahib ji, Ang
27)
"De meeste mensen herkennen de waarde ervan niet," antwoordde de Goeroe,
"en dat terwijl het menselijke leven de grootste schat op de aarde is."
"Maar iedereen kan toch zeker de waarde van het leven zien", zei Mardana.
"Nee," zei Nanak. "Iedere man geeft zijn eigen waarde aan dingen,
gebaseerd op wat hij denkt. Een andere man, met andere kennis, zal een
andere waarde aan iets geven. Die steen die jij in het stof hebt
gevonden is een goed voorbeeld. Neem die steen mee naar de markt en zie
eens wat je ervoor kunt krijgen."
Verward nam Mardana de steen naar de markt en vroeg bij een
zoetwarenkraam aan de verkoper wat die ervoor zou geven. De man lachte.
"Ga weg, je verspilt mijn tijd."
Vervolgens probeerde hij het bij een groenteman. "Ik heb betalende
klanten die ik moet bedienen," zei deze. "Ik zal je er een ui voor geven,
alleen maar om je hier weg te krijgen."
Mardana probeerde verschillende winkels zonder enig resultaat.
Uiteindelijk kwam hij bij de winkel van Salis Raj, de juwelier. Salis
Raj deed zijn ogen wijd open toen hij de steen zag. "Het spijt me", zei
hij, "ik heb niet genoeg geld om jouw juweel te kopen. Maar ik geef je
100 roepies als je me er wat langer naar laat kijken."
Mardana haastte zich terug naar de Goeroe om hem te vertellen wat er was
gebeurd.
"Zie," zei Goeroe Nanak, "hoe we een kostbaar juweel verwarren met
een waardeloze steen als we niet beter weten. Als iemand jou de waarde
ervan had verteld voordat je wist wat het was, zou je hebben gedacht dat
die persoon gek was. Het menselijke leven is net zo'n juweel, en wat dan
ook jij ervoor hebt ingeruild, dat is wat van jou is."
kabeer man jaanai sabh baath jaanath hee aougan kar ai ||
Kabeer, the mortal knows everything, and knowing, he still makes
mistakes.
Kabeer, de sterveling weet alles, en
al wetende, maakt hij toch nog fouten.
kaahae kee kusalaath haathh dheep kooeae parai ||216||
What good is a lamp in one's hand, if he (still) falls into the well?
||216||
Wat heeft iemand aan een lamp in zijn hand, als hij (toch nog) in de put
valt? ||216||
- Guru Granth Sahib ji, Ang 1376
|