Ondanks het toenemende
bewijs voor de spirituele grootheid van de Goeroe, was Mehta Kalu, de
vader van Goeroe Nanak Dev Ji, niet overtuigd. Hij dacht dat zijn zoon
zijn tijd verdeed met nutteloze bespiegelingen. Dus wilde hij dat zijn
zoon de handel in ging. Hij gaf de Goeroe twintig roepies (Indiase munt)
en stuurde hem naar de dichtstbijzijnde stad om goederen voor het
dagelijks gebruik te kopen en deze weer met winst te verkopen. De
familie-bediende en tevens jeugdvriend van de Goeroe, Bala, werd met hem
meegestuurd.
Op zijn weg naar de stad ontmoette de Goeroe een groep asceten (fakirs)
die al enkele dagen niet gegeten hadden. De Goeroe spendeerde al het
geld aan het voeden van deze fakirs en noemde het een werkelijk goede
handel. De Goeroe bewust geworden van zijn daad ging niet naar huis,
maar ging onder een boom buiten zijn dorp zitten. Bala ging naar huis en
vertelde het hele verhaal aan Nanaks vader. Die werd hierdoor woedend,
maar de Goeroe verklaarde hem dat hij geen betere en winstgevender
handel kon bedenken dan de behoeftigen te dienen. Zo werd door Goeroe
Nanak het fundament gelegd voor het instituut van 'Langer' (gratis
gemeenschapskeuken) binnen het Sikh geloof.
De oude boom waaronder Hij zat, wordt nog steeds in stand gehouden. Hier
is een Gurdwara gebouwd genaamd, 'Thumb Sahib' oftewel de heilige boom,
ter nagedachtenis aan de Goeroe.
|