De eerste leider was
Banda Singh Bahadur die door Goeroe Gobind Singh werd geïnitieerd en
gezegend. De Goeroe stuurde hem erop uit om het land van wrede
overheersers te bevrijden. Als een storm kwam Banda Singh naar Punjab,
vergaarde een leger bestaande uit verschillende commando’s van
onzelfzuchtige Sikhs en viel in 1710 Sirhind aan. Hierbij werden Wazir
Khan en zijn regering gestraft voor hun malicieuze daden. In december
1710 werd het Khalsa leger in de velden van Sadhoura aangevallen door de
Mongoolse troepen en Banda Singh slaagde erin om het Mongoolse leger te
verslaan. Hij stelde Mani Singh als dienstvoorgeleider in Harmandir
Sahib, Gouden Gurdwara te Amritsar.
Het was voor het eerst in de geschiedenis van India, dat na een periode
van meer dan 700 jaar in Sirhind, in het hart van het Mongoolse
koninkrijk, door Banda Singh Bahadur de eerste fundamenten van een Sikh
koninkrijk werden gelegd. Hij gaf het land terug aan de landarbeiders en
boeren en kondigde gelijkheid tussen de burgers van deze staat aan.
Verder gaf hij aan dat de macht afkomstig was van de gewone mens en daar
thuishoorde en niet bij de aangeboren geprivilegieerde klassen dan wel
kasten zou dienen te zijn. Tussen 1711 en 1715 versloeg hij de Mongoolse
troepen vele malen en veroverde een groot deel van Punjab inclusief
Jamna Nagar, Saharanpur, Patiala, Ambala en andere nabij gelegen
territoria van Bilaspur (plaatsen allen behorend tot het oude Punjab).
Hij schafte het feodale systeem af en behandelde iedereen gelijk en
rechtvaardig. Hij was de vijand van wrede overheersers, stamhoofden en
grote landeigenaren die de gewone man als slaven behandelden. Hij stelde
een nieuwe munteenheid in, in de naam van Goeroe Nanak en Goeroe Gobind
Singh. Zo resulteerde dit in de eerste succesvolle oorlog voor vrijheid
van de gewone man. De angst voor de Mongoolse angstaanjagende Gaznzvi,
Temur, Babar en Aurangzeb werd door de Khalsa weggenomen. Hoewel het
bestuur van Banda Singh Bahadur slechts 8 jaar duurde, had het de weg
vrijgemaakt om de tirannieke overheersers weerstand te bieden en te
bestrijden.
De Mongoolse keizer was razend vanwege de successen en populariteit van
Banda Singh en beval zijn gouverneurs om zich te reorganiseren teneinde
de macht van Banda Singh te verwoesten. De Sikhs onder leiding van Banda
Singh Bahadur vochten zeer dapper en moedig en brachten in verschillende
veldslagen de Mongoolse troepen grote verliezen toe. Echter waren de
Mongoolse troepen talrijker (rond 100.000 soldaten) dan de Sikh soldaten
(30 – 40.000 soldaten). Na een lange uitputtende beleggering die acht
maanden duurde, viel op 17 december 1715 de Sikh vesting in handen van
de Mongoolse troepenmacht.
Tijdens deze strijd werden tienduizenden Sikhs vermoord en Banda Singh
en zijn manschappen werden gearresteerd. Banda Singh werd met kettingen
vastgemaakt en in een ijzeren kooi gestopt. Zakriya Khan, zoon van de
gouverneur van Lahore, had de leiding over deze gevangenen. Om indruk te
maken op de keizer, pakte hij alle Sikhs die hij onderweg in dorpen kon
vinden op. Ongeveer 740 sikhs werden zo gevangen genomen en er werden
naast deze gevangen ongeveer tweeduizend hoofden van Sikhs op speren
meegebracht naast velen karren met volgeladen hoofden van Sikhs. Zij
werden allen naar Delhi gebracht. Bij de Khooni Darwaza (deur van bloed)
in Delhi werden in maart 1716 dagelijks 100 Sikhs geëxecuteerd. Zelfs
een 15 jarige Sikh weigerde op het smachtende verzoek van zijn moeder in
te gaan om het Sikhisme op te geven en omarmde de dood. Banda Singh werd
vreselijk gemarteld om hem tot de Islam te bekeren. Voor zijn ogen werd
zijn vierjarige zoon gedood, diens hart eruit gehaald en deze in de mond
van Banda Singh gestopt. Hij weigerde desondanks zijn geloof op te geven.
Na drie maanden werd Banda Singh op 9 juni 1716 samen met enkele van
zijn mannen gemarteld en geëxecuteerd.
|