Gedurende de post-Goeroe periode kenmerkten de Sikhs zich door, op het
heilige-soldaat principe gebaseerde, leiderschap, dat hen naar hun
bestemmingen begeleidde. De leiders waren spiritueel verheven en hadden
een onverschrokken geloof in God en in de leerstellingen van de Goeroes.
Zij waren het ideale voorbeeld van de Khalsa, de heilige-soldaten en
waren bovendien geschapen door de tiende leermeester. Zij waren de
onzelfzuchtige en onbevreesde leiders die zelfs gedurende donkere
periodes van de Sikh geschiedenis altijd tegen de tirannieke
onderdrukkers vochten. Uiteindelijk leidde dit tot de glorie van de
Khalsa Panth (gemeenschap van geïnitieerde Sikhs) waarbij de Khalsa de
Mongolen en Afghanen uit het huidige India en Pakistan verdreven en
heersers werden van de grote Punjab.
De Sikh leiders vochten voor vrijheid van godsdienst, waardigheid,
gelijkheid en menselijk broederschap. In deze donkere periode na het
heen gaan van de Goeroes kregen de Sikhs te maken met wrede martelingen
en vervolgingen door tirannieke overheersers, waar zij zich altijd
doorheen wisten te vechten.
Hierbij is het essentieel te begrijpen dat de Sikhs vochten tegen
onderdrukking en onrechtvaardigheid. Het
wezenlijke aspect van martelaarschap is daaraan verbonden; dit facet is
ter bescherming van anderen, en mag dus nooit ten koste gaan van (het
leven van) onschuldige mensen.
Hierna worden de belangrijkste gebeurtenissen van de post-Goeroe periode
beschreven.
|
|