Voor het ontstaan van SGPC, de Darbar Sahib – Harmandar
Sahib, werd Amritsar geleid door de Mahants. Toen de Mahants werden
gedwongen om Harmandar Sahib te verlaten, werden de sleutels aan de
Britse koloniale heersers overhandigd. Op 7 november 1921 werden de
sleutels van Darbar Sahib’s ‘Tosha Khana’ (schatkist) in beslag genomen
door de afgevaardigde van de commissaris. De slag om de sleutels terug
te krijgen staat bekend als ‘Chabiyan Da Morcha’. Deze slag leidde ertoe
dat de sleutels op 19 janurai 1922 werden herwonnen. De sleutels werden
teruggegeven aan Baba Kharak Singh, voorzitter van SGPC, Diwan van de
Akal Takht, Amritsar.
In de loop van oktober 1920 kregen Sikhs de leiding. Sunder
Singh Ramgarhia, lid van de Gurudwara Parbandhak bestuur, was door de
Britten gekozen als gezagvoerder bij de zaken van Darbar Sahib. Hij was
al in het bezit van alle sleutels (53), inclusief de sleutel van de
Tosha Khana (schatkist). De Sikhs vonden dat hoe dan ook de officiële
controle nog steeds, hoewel indirect via Sunder Singh, bij de Britse
regering lag.
De Shiromani Gurudwara comité besloot op 20 oktober 1921
dat Sunder Singh Ramgarhia, de sleutels aan de voorzitter van de comité
moest geven. Maar de afgevaardigde van de commissaris Amritsar
interfereerde tussen beiden om de overdracht van de sleutels te
verhinderen. Hierop overviel Amar Nath, assistent van de commissaris,
samen met de politie op 7 november 1921, het huis van Sunder Singh
Ramgarhia om de sleutels te bemachtigen. Deze actie van de regering was
onrechtvaardig en de Sikhs besloten om hierop actie te ondernemen.
De Sikhs hielden een vergadering, geleid door
vooraanstaande Sikh leiders als Baba Kharak Singh, om de volgende acties
te plannen. Maar de regering bleef de overdracht van de sleutels
hardnekkig weigeren. Op 26 november 1921 kwamen de Sikhs bijeen op
Anjala, om over deze kwestie een bijeenkomst te houden. Hier werden
twee vooraanstaande Sikh leiders gearresteerd.
De 50 leden van de Shiromani Gurudwara comité op Akal Takht
besloten om naar Anjala te gaan en al daar een Divan (religieuze
gemeenschap) te houden. Nadat deze bijeenkomst illegaal was verklaard,
arresteerde de regering vooraanstaande Sikhs als Baba Kharak Singh,
Mehtab Singh en Sunder Singh Lyalpuri.
Tijdens de rechtsvervolging van die zaak in de rechtbank
van Mr. Conor, maakte Baba Kharak Singh onbevreesde uitspraken tegen de
Britse regering. Om een uitspraak te citeren: ‘aangezien de regering een
partij is in deze rechtsvervolging en de rechter ook in hun dienst
staat, weiger Ik om ook maar één enkele uitspraak te doen. Mijn positie
als voorzitter van de Sikh Panth is gelijk aan de positie van de
president van de Verenigde Staten, Frankrijk en Duitsland.’(Geciteerd
door Mohinder Singh, ‘The Akali Struggle’, blz 50-51).
Alle Sikhs werden opgeroepen door de Shiromani comité om de
officiële acties te veroordelen en 4 december uit te roepen als protest
dag. De regering begon de protesterende Sikhs en hun vooraanstaande
leiders neer te slaan en te arresteren. Al gauw besefte de regering dat
dit wel eens nadelige effecten kon hebben voor de boerenstand en de Sikh
soldaten en zodanig tot grote problemen kan leiden.
Uiteindelijk gaf de regering zich gewonnen en stuurde een
officier om de sleutels, respectvol ingewikkeld in een rood satijnen
doek, terug te geven aan de Sikhs.
Op 19 janurai 1922, werden de sleutels in een Divan op Akal
Takht, respectvol overhandigd aan Baba Kharak Singh, voorzitter van de
Shiromani Parbandhak comité. Dit was een groot succes en een grote
overwinning voor de Sikh gemeenschap.
De overwinning werd door het hele land gevierd. Mahatma
Gandhi stuurde een telegram naar de comité: ‘de eerste beslissende slag
voor de vrijheid van India is gewonnen.’ |