Bhagat Namadev Ji – Lof en Laster
Bhagat (Heilige) Namadev Ji was
een van nature ingetogen persoon die met enige afstand naar het
wereldgebeuren keek. Op een dag besloot hij om goed en zuiver onderwijs
te gaan geven aan kinderen. Hij wilde vooral spirituele kennis
overdragen omdat dat volgens hem het beste onderwijs was. Daarom werden
kinderen al op jonge leeftijd naar hem toegestuurd om door hem te worden
opgeleid en onderwezen.
Een welgestelde rijke man besloot
om zijn zoon naar hem toe te sturen voor onderwijs, met de
achterliggende gedachte dat als zijn kind op jonge leeftijd bij de
heilige man in de leer was, hij later niet ten prooi zou vallen aan
zondige erotische pleziertjes.
Hij – de welgestelde rijke man –
dacht dat zijn kind, eenmaal volwassen, ongetwijfeld een zakenman zou
worden zoals hij, maar dat het goed voor hem was om in de nabijheid van
de heilige man op te groeien en door hem onderwezen te worden in
religieuze en spirituele zaken. Zo doende bracht hij zijn zoon naar de
heilige Namadev. Echter, om toch vooral maar de aandacht te vestigen op
hun superieure status en rijkdom had zijn echtgenote het kind
volgehangen met allerlei sieraden waaronder een ketting en verschillende
armbanden. De vader zei tegen de heilige man; “Heer, ontferm u over dit
kind; neem hem onder uw hoede en onderwijs hem uw kennis en begrip.
De heilige Namadev Ji antwoordde:
“Rijke man, maak u geen zorgen en laat uw zoon gerust bij mij achter. Er
zijn hier nog andere kinderen en het contact met hen zal hem goed
doen.'.
’s Avonds, toen de heilige Namdev
Ji de kinderen naar huis stuurde en de nieuwe jongen nog eens bekeek,
bedacht hij dat de sieraden die het rijkelui’s kind om had, wel
buitensporig veel waren voor zo een jong en tenger iemand. Als een dief
op de gedachte kwam om hem onderweg naar huis van zijn sieraden te
beroven, zou hij hem misschien wel kunnen wurgen. Hij dacht..“Het zal
de rijke man waarschijnlijk niet bevallen, maar ik zie geen kans om
iemand mee te sturen met de jongen en kan daarom beter zijn sierraden
afdoen.” Hij deed de sierraden af; bond ze bij elkaar en stuurde het
kind naar huis.
Toen de jongen thuis aankwam en
zijn moeder zag dat zijn sieraden weg waren, zei ze.. “Waar zijn je
sieraden ?” Hij antwoordde dat de heilige man ze had afgedaan en de
moeder zei .. “Wat een slechte heilige man, hij geeft de sieraden
natuurlijk niet meer terug”. De moeder was een ongeduldige en
achterdochtige vrouw, want als ze even had nagedacht had ze kunnen
bedenken dat de heilige man misschien een reden had om de sieraden af te
nemen. Stelen van een kind is tenslotte niet iets wat een heilige man
normaal doet. In plaats daarvan trok ze meteen de conclusie dat de
heilige man de sieraden wel niet meer terug zou geven. Ze dacht daarbij
dat hij was zoals zijzelf, want vaak beoordelen we de ander naar hoe we
zelf zijn en dus raakte ze meteen in alle staten toen ze zag dat de
sieraden weg waren. Ze wachtte geen moment en liep snel naar haar
buurvrouw en zei : “Moet je luisteren zuster; mensen vertellen zoveel
over Namdev; ze noemen hem een heilige man; een man toegewijd aan God,
maar hij is niks anders dan een gewone bedrieger”.
De buurvrouw : “ wat is er met
jou aan de hand? "
" Met mij is er niets aan de
hand, maar ik heb de realiteit gezien. Ik stuurde mijn kind naar Namdev
behangen met sieraden. En kijk nu eens, hij heeft geen enkel sieraad
overgehouden. De heilige man heeft zelfs de ring van de vinger van mijn
kind genomen.
De buurvrouw : “Maak je niet druk.
Informeer morgenochtend eerst maar naar wat er gebeurd is.
"Nee, hij zal ze niet teruggeven.
Nu hij eenmaal de sieraden in zijn bezit heeft, zal hij ze niet
teruggeven. Hij zal zeggen dat iemand ze heeft afgepakt toen het kind
onderweg was.”
De buurvrouw was ook een nogal
ongeduldig en opgewonden iemand en ze vertelde het verhaal aan een
andere buurvrouw. En zo gebeurde het dat, voordat het avond was, het
nieuws overal in de stad bekend was.
Intussen was de rijke man
thuisgekomen en zijn echtgenote zei tegen hem.. “Wat er nu gebeurd is..
je stuurde het kind naar Namdev voor een goede opleiding en nu heeft hij
alle sieraden van het kind afgenomen.”
de rijke man : "Onmogelijk...
Namdev Ji is een heilige man."
de echtgenote : "Jij mag dan nog
steeds denken dat hij een heilig man is, maar ik vertel je wat ik met
eigen ogen heb gezien."
de rijke man : "Waarom gedraag je
je zo opgewonden ? we zullen er morgen opnieuw over spreken"
de echtgenote : "Nee, hij zal ze
niet teruggeven. Jij bent dom en goedgelovig”
De volgende dag ging de rijkeman
naar Namdev Ji. Nadat hij hem begroet had, ging hij zitten. Het kind was
weer bij hem. Namdev Ji keek op en zei , "Rijke man, stuur het kind niet
naar mij behangen met sieraden. Je weet dat geld en sieraden gevaar
aantrekken en levensbedreigend kunnen zijn voor het kind. Iemand zou
hem kunnen ontvoeren en wurgen. Hier zijn de juwelen."
De rijkeman was zeer verheugd,
maar voelde zich ook bedroefd omdat zijn echtgenote overal in de stad
had kwaad gesproken over de heilige man. Het nieuws zou uiteindelijk ook
de heilige man ter oren komen en daardoor erg beledigd zijn. Hij
haastte zich naar huis en zei tegen zijn echtgenote:
"Je hebt iets heel verkeerds
gedaan. De heilige man heeft in feite het leven van het kind gered door
de sieraden af te nemen”.
Onmiddellijk ging de echtgenote
naar de buurvrouw, en hoopte dat deze haar conclusies over de heilige
man nog niet had doorverteld. Ze zei : "Hij - de heilige Namdev- is
een heel nobel mens. In feite heeft hij het leven van mijn zoon gered.
Ik werd onnodig kwaad en handelde in een opwelling.
De andere vrouw ging op haar
beurt naar haar buurvrouw en vertelde alles. Al gauw werd het verhaal
bekend in de hele stad — Namdev Ji is een heel goed en nobel mens. Hij
had de sieraden van de rijkemans’ zoon afgenomen om hem te beschermen
tegen mogelijke ontvoerders en moordenaars.
De volgende dag zegt een
volgeling van NamdevJi tegen hem.. — "O heilige man, Ik ben verbaasd te
zien dat de wereld twee gezichten heeft." "Wat is er aan de hand ?" zegt
de heilige man. "Eergisteren werd er slecht over u gesproken. Er was
niemand die een goed woord voor u over had. We voelden ons erg gekwetst
en ongelukkig. Maar vandaag wordt u overal geprezen." "Waarom?" "U zou
de sieraden afgenomen hebben van een kind of ze moesten gestolen zijn
door dieven . Maar iedereen dacht dat u de sieraden had afgepakt." Als
er ook maar iets negatiefs gezegd wordt over een heilige man dan
verspreidt dit bericht zich als een lopend vuur; het lijkt wel alsof de
mensen altijd zitten te wachten op een kans om kwaad te spreken. Zelfs
als het om een kleinigheid gaat, heb je geen enkele advertentie nodig.
Het nieuws verspreidt zich snel en overal naar toe. Roddel en geruchten
verspreiden zich moeiteloos en zonder van tevoren op de waarheid te
worden getest. Goede berichten verspreiden zich niet zo snel als
kwaadsprekerij.
“Vandaag wordt je geprezen en
dezelfde mensen die eerst kwaad over je spraken, zeggen nu met hun eigen
woorden; Namdev Ji is een zeer nobele persoon en hij heeft de sieraden
van het kind afgenomen voor zijn eigen veiligheid.”
Namdev Ji zat in een ontspannen
houding. Voor hem lag as. Hij nam de as in zijn twee handen. Een handvol
strooide hij uit aan de ene kant en zei: “laat het neerkomen op de
hoofden van roddelaars;” met de andere hand strooide hij de as aan de
andere kant en zei – “laat het neerkomen op de hoofden van diegenen die
mij prijzen.” Zijn volgeling zei; “maar ze prijzen u.”
"Lofuitingen in deze wereld zijn
niet oprecht ; ze zijn slechts de andere kant van roddel en
kwaadsprekerij. De wereld heeft twee gezichten.”
Daarom zegt Goeroe Sahib,
"Wees niet verheugd door
lofuitingen, noch laat je beledigen door roddel en kwaadsprekerij.”
(Goeroe Granth Sahib)
Het is zelfs beter
om verheugd te zijn over roddel en niet over lofuitingen, want de Goeroe
predikt:
“Hij die over mij kwaad spreekt is
mijn vriend”. - (Goeroe Granth Sahib. 339)
Degene die kwaad
spreekt over ons is onze weldoener, en niet degene die ons prijst.
Lofuitingen maken ons hoogmoedig en zijn een gevaar omdat ze ons
zelfvoldaan en egoïstisch maken.
Ook als iemand ons niet
respectvol en eervol behandelt, zijn we beledigd.
Daarover zegt Goeroe Sahib:
“Sta
onverschillig tegenover lofuitingen en roddel en zoek steeds de
sublieme staat van meditatie, transcendentie en leegte.
Saith Nanak, dienaar van God: Deze
levensfilosofie is moeilijk
— slechts onder leiding van de
heilige leermeester kan dit geheim worden ontrafeld.”
(Goeroe Grant Sahib)
“Hij die boven lofuitingen en
roddels staat en voor wie goud en ijzer gelijk zijn.
Zegt Nanak, hoort gij, O mens, weet
dat zo iemand is bevrijd.” -
(Goeroe Granth Sahib. 1427)
“Hij, die vrij is van vreugde en
zorg, noem hem echter een ware Yogi “
- (Goeroe Granth Sahib. 685)
|