Goeroe HarGobind (de 6e
Goeroe) bezocht eens Kashmir. Daar woonde zijn trouwe volgeling Sewa
Das. Sewa Das verlangde er altijd naar om de Goeroe te dienen. Sewa Das
woonde in de stad Srinagar, de hoofdsted van Kashmir, waar de Goeroe van
plan was heen te gaan. Maar onderweg daarnaartoe ontmoette een andere
trouwe volgeling, Kattu Shah genaamd, die Hem vroeg enkele dagen in zijn
huisje te verblijven. De Goeroe beloofde om op de weg terug bij Kattu
Shah te logeren. Hij adviseerde Kattu Shah om elke dag God te prijzen,
de hele dag en nacht. Kattu Shah was erg trouw en volgde dus het advies
van de Goeroe op en bleef de 'Naam' (de naam van de Almachtige)
reciteren.
Op een dag onderbrak een groep pelgrims, op weg om de Goeroe te zien,
haar reis bij Kattu's huisje. Kattu serveerde hen water en deed alles
wat hij kon om hun te helpen. Hij vond het jammer dat hij niet nog iets
anders had om aan de pelgrims aan te bieden. Kattu had zelf veel honger
en zag een pot honing die de pelgrims mee hadden gebracht voor de Goeroe
en vroeg hen om hem de honing te laten zien. Toen de pelgrims hem de
honing lieten zien, vroeg hij om een beetje op zijn vinger om te kunnen
proeven, maar de pelgrims weigerden dit en zeiden: "We kunnen je geen
honing aanbieden omdat het voor de Goeroe alleen is bedoeld en we kunnen
jouw restanten niet aan de Goeroe offeren." En zo weigerden de pelgrims
om ook maar een druppel honing af te staan.
De pelgrims kwamen aan bij het kamp van de Goeroe en plaatsten het offer
voor hem. De Goeroe keek naar de pot honing, glimlachte en riep een van
de pelgrims om het deksel van de pot af te halen. Iedereen was verbaasd
om te zien dat de honing bedorven was en een smerige geur afgaf. De
pelgrims waren heel erg verbaasd en nieuwsgierig om erachter te komen
hoe hun verse honing zo vreselijk kon bederven. Ze wisten niet wat ze
moesten doen. Ze vroegen de Goeroe om zijn vergeving, waarop hij zei:
"Luister, mijn vrienden, het idee achter de offers is dat diegenen die
iets kunnen missen, anderen die hulp nodig hebben moeten helpen. De
offers die jullie mij brengen zijn bestemd voor het algemene nut. God
wil dat wij de blinden, de melaatsen, de wezen, de ouderen en al
diegenen die ziek en hulpeloos zijn, helpen. Met behulp van jullie
offers begon Goeroe Arjan (de 5e Guru) een tehuis voor melaatsen in Tarn
Taran (Punjab). Waar dan ook jullie een behoeftig iemand vinden, plaats
daar je offers, en begrijp dat ze mij op deze manier zullen bereiken. De
offers die niet terecht komen bij de mensen die ze nodig hebben zijn
nutteloos. Neem deze pot honing weg, dit is het resultaat van jullie
weigering om een behoeftig iemand in wie de geest van de Goeroe vertoeft
te helpen. Ga naar mijn keuken, maak verse honing en breng die
onmiddellijk naar Kattu Shah."
De pelgrims deden onmiddellijk wat hen gezegd werd, maar een van de
Sikhs vroeg de Guru, "Waarom, O Goeroe, prefereert u een Sikh boven
uzelf?"
De Goeroe glimlachte en zong deze hymne van Goeroe Ram Das ji:
"Niemand kent het geheim van wat de Goeroe denkt of wat hem
vreugde zal geven.
De Goeroe vertoeft in de harten van zijn Sikhs,
Hij is blij met hem die van hun houdt.
Zoals de Goeroe hun instrueert, zo handelen en bidden zij.
Het werk van de Sikhs vindt genade.
De Goeroe werkt door de Sikhs en niemand zal de Goeroe bereiken,
Behalve door de Sikhs.
De Sikhs moeten werken voor hen die zich van God bewust zijn en die Zijn
mensen dienen.
De Sikh mag geen verbintenis hebben met hen die verkeerde dingen doen.
Nanak heeft afgekondigd dat tenzij mensen zich van God bewust zijn en
Zijn mensen helpen,
Hun arbeid voor niets is"
(Guru Granth Sahib,
Ang 317)
De Guru lichtte zijn punt verder toe door een andere hymne te zingen:
"De Goeroe is een Sikh en de
Sikh is een Goeroe,
Zij zijn één en dezelfde, maar het is de Goeroe die instrueert.
Hij plaatst de betovering van de naam van God in zijn hart;
O Nanak, God kan gemakkelijk worden
gerealiseerd door de Goeroe te volgen"
(Guru Granth Sahib, Ang 444)
Alle Sikhs bogen voor de Guru en begrepen de juiste manier van offers
brengen.
"Op
weg zijn van pelgrimstocht naar pelgrimstocht Wast twijfel niet weg,
Noch geneest het de beproevingen van geboorte en dood Die de hele wereld
overkomen;
Alleen de zetel van God is immuun tegen deze wereldlijke ziekte,
Zij die waarlijk wijs zijn, aanbidden de Naam in gebed en daad."
(Guru Granth Sahib, Ang 505) |