Tijdens de tijden
van Sher-e-Panjab, reikte het Sikh koninkrijk (raaj) van Raja Ranjit
Singh van Delhi tot Kabul. Raja Ranjit Singh’s voornaamste generaal was
Sardar Hari Singh Nalwa, een sikh die devoot toegewijd aan de Goeroe
was. Eens had Hari Singh Nalwa een kamp opgezet met zijn leger in
Jamraud in Afghanistan. Een locale Moslimvrouw genaamd ‘Bano’ bekeek de
sikhs terwijl ze het kamp opzetten. Ze vond Hari Singh Nalwa erg
aantrekkelijk en knap en wenste dat ze een ongeoorloofde relatie met hem
had. Op een dag kwam Bano om Hari Singh Nalwa te zien. Hij zat in zijn
tent, toen de sikh bewakers hem vertelde dat er een locale vrouw was die
hem wenste te zien. Niet wetende wie ze was en wat ze wilde gaf Hari
Singh toestemming aan de vrouw om hem te ontmoeten.
Bano kwam naar
binnen en zei: “Ik heb eerder gehoord van sikhs. Jullie zijn opvallende
mensen. Ik heb jullie van een afstand bekeken. Ik ben niet getrouwd en
heb geen kinderen, maar ik verlang naar een zoon die zoals u is.” Hari
Singh begreep de motivatie en intentie van Bano niet en zei: “Mag
Waheguru u zegenen met een zoon met de kwaliteiten van een Sikh.” Bano
antwoordde geïrriteerd: “ik wil een zoon met u Sardar Ji”. Hari Singh
Nalwa zei: “Oh zuster! Ik ben al getrouwd. Het spijt me dat ik niet met
u kan trouwen of u kan geven wat u wil.” In Bano’s ogen welden tranen
van teleurstelling op. Op het punt staand om te vertrekken zei ze: “Ik
heb gehoord dat uw Goeroe Nanak groot was en dat niemand met lege handen
zou vertrekken van Goeroe Nanak’s Huis, maar vandaag ben ik weggestuurd
zonder dat mijn wens voor een zoon vervuld is.”
Hari Singh Nalwa,
een waar voorbeeld van een sikh van de Goeroe antwoordde: “het is waar
dat niemand met lege handen vertrekt uit Guru Nanak’s Huis. Ik kan u
geen zoon geven, maar als u een zoon wilt zoals ik dan accepteer mij
vanaf nu als uw zoon en dan accepteer ik u als mijn moeder.” Bano was
geschokt door zijn openhartigheid, hoog moreel karakter en vertrouwen in
de Goeroe.
Ze zei: “Ik had
gehoord dat sikhs van de Goeroe grote eervolle mensen zijn, maar vandaag
heb ik het met mijn eigen ogen gezien.“ Vanaf die dag sprak Hari Singh
Nalwa haar aan met ‘Maa' (moeder) en zei noemde hem ‘Putar’ (zoon)
N aa na kso h aagan
k aa kiaa ch ihan h ai a(n)dhar sach mu kh o ujal aa khasamai m aah
i samaa e ||1||
Oh Nanak, wat is
het karakter van de vrolijke zielsbruid? In haar is de waarheid,
haar gezicht is helder en stralend en ze is geabsorbeerd in haar
Heer en Meester ||1||
Goeroe Granth Sahib Ji, Ang 785
|