Baba Sheikh Farid Ji
was een groot Soefie heilige en was zeer welbespraakt. Hij vroeg om
één gunst van God: een leven van gebed en meditatie.
Baba Sheikh Farid was een groot intellectueel, een perfect asceet en een
toegewijd aanbidder van de Eeuwige Heer, in de twaalfde en dertiende
eeuw. Hij gaf aan het gewone volk de geopenbaarde Goddelijke boodschap
door, door middel van zachtaardig en troostend Punjabi. Farid leefde het
leven van een gezinshoofd, dat zich kenmerkte door tevredenheid en
doorzettingsvermogen. Eén van de grootste deugden van zijn leven was
zijn liefde en sympathie voor de hele mensheid. Zijn hart leed pijn door
de voortdurende religieuze onderdrukking door de Moslimbezetters. Hij
probeerde de gekwetste ziel van de mensen te verlichten door middel van
zachtaardige en troostende woorden, om zo het negatieve effekt (veroorzaakt
door de excessen van de orthodoxe Moslims) op het image van de Islam
ongedaan te maken. Zoiets was nodig om de gevoelens van verbondenheid
tussen mensen weer een impuls te geven. De unieke menselijke waarden als
compassie, liefde, meeleven, gezamelijk begrip en waardering zijn
ingebed in de hymnen van Farid zoals geur in bloemen zit. Door zijn
zachtaardige woorden, zijn verheven idealen en zijn verfijnde gedrag
werd Farid bekend als kern (of samenballing) van Zoetheid (Shakarganj);
zijn volledige naam was Sheikh Farid Ud-din Maund Ganj-I-Shakar.
Baba Farid Ji’s moeders’ naam was Mariam en werd door sommigen Kursum
genoemd. Farids’ moeder was erg wijs en edelmoedig. Ze wenste voor haar
zoon de beste opleiding, zodat hij de Waarheid zou kunnen bevatten. Ze
zei tegen haar zoon toen hij nog heel jong was: “O, mijn zoon, doe
Simran (mediteer op de Heer)”. Als elk onschuldig kind zou doen vroeg
Baba Farid Ji:”Ma, als ik Simran doe, wat krijg ik daar dan voor?” Zijn
moeder antwoordde:”Aan de mensen die Simran doen geeft God zoetigheden,
snoepjes te eten.”
Kinderen willen altijd snoepjes eten en zijn er dol op. Elke keer
kruiste Baba Farid Ji zijn benen, sloot zijn ogen en en deed Simran.
Zijn moeder deed dan wat lekkers in een kom en zette dat voor hem neer.
Baba Farid Ji deed zijn ogen open na de Simran en zag dan altijd de
zoetigheden voor hem. “Kijk mam, God heeft me weer snoepjes te eten
gegeven.” Hij at dan vrolijk de snoepjes op terwijl zijn moeder
glimlachend naar hem keek.
Baba Farid Ji keek uit naar het Simran doen en beloond te worden met
snoepjes door God. Lange tijd bleef hij Simran doen en telkens weer
zette zijn moeder lekkers voor hem neer als hij zijn ogen sloot, zodat
hij het op kon eten als hij zijn ogen weer opende.
Maar op een dag keek Farid Ji niet naar de snoepjes toen hij zijn ogen
opende. Hij at de snoepjes niet op maar zag er wel heel gelukkig en
tevreden uit. Zijn moeder vroeg:”Farid, je hebt vandaag Gods’
zoetigheden niet opgegeten.” Baba Farid Ji antwoordde:”O, ma, als je
eenmaal de Naam van God hebt geproefd, dan smaakt alle andere zoetigheid
in de wereld maar flauw.
‘Fareeda, sakar khand nivaath gur, maakiyau
maanjhaa dudh. Sabhey vastoo miteeyaa(n) rab naa pujan tudh...’
Farid: rietsuiker, snoep, suiker, stroop, honing en buffelmelk-al deze
dingen zijn zoet, maar ze kunnen U (Waheguru) niet evenaren.”(Ang
1379,SGGS)
Als we Baba Farid Ji vereren, dan vereren we altijd zijn moeder. Ze gaf
simpelweg snoepjes als stimulans, waardoor we nu nog de zegeningen van
Baba Farid Ji kunnen zien.
Bhagat Farid Ji’s hymnen/lofzangen
Ik dacht dat ik alleen was die lijdde
Ik ging naar de top van het huis
En zag: Elk huis staat in brand.
Zegt Farid:
Waarom zwerf je door de rimboe met doornen prikkend in je voet?
Jouw Heer woont in je hart.
En jij dwaalt rond zoekend naar Hem.
“Farid keer kwaad om naar het goede; Koester geen wraak in je hart
Zo zal je lichaam vrij zijn van ziektes, En zal je leven slechts
zegeningen kennen.
|