salok.
Shalok:
Shalok:
aad sach jugaad sach.
True in the beginning, True throughout the ages,
Waar in het begin, waar door de tijd,
hai bhe sach naanak hosee bhe sach. ||1||
True here and now. O Nanak, He shall forever be True. ||1||
waar hier en nu, Nanak, waar voor altijd ll1ll
Asatpadee.
Ashtapadee:
Ashtapadee:
charan sat sat parsanhaar.
His Lotus Feet are True, and True are those who touch Them.
Zijn Lotus Voeten zijn Waar, Waar zijn zij die ze aanraken.
poojaa sat sat sayvdaar.
His devotional worship is True, and True are those who
worship Him.
Zijn toegewijde aanbidding is Waar, Waar die Hem aanbidden.
darsan sat sat paykhanhaar.
The Blessing of His Vision is True, and True are those who
behold it.
Zijn gezegende blik is Waar, Waar die ze ontvangen.
naam sat sat Dhi-aavanhaar.
His Naam is True, and True are those who meditate on it.
Zijn Naam is Waar, Waar die erop mediteren.
aap sat sat sabh Dhaaree.
He Himself is True, and True is all that He sustains.
Hijzelf is Waar, Waar wat Hij in stand houdt.
aapay gun aapay gunkaaree.
He Himself is virtuous goodness, and He Himself is the
Bestower of virtue.
Hijzelf is deugdelijke goedheid, Hijzelf de Schenker van
deugd.
sabad sat sat parabh baktaa.
The Word of His Shabad is True, and True are those who speak
of God.
Het Woord in Zijn teksten is Waar, Waar zij die spreken van
God.
surat sat sat jas suntaa.
Those ears are True, and True are those who listen to His
Praises.
Deze oren zijn Waar, Waar zij die luisteren naar Zijn
Lofzang.
bujhanhaar ka-o sat sabh ho-ay.
All is True to one who understands.
Alles is Waar voor hem die werkelijk begrijpt.
naanak sat sat parabh so-ay. ||1||
O Nanak, True, True is He, the Lord God. ||1||
Nanak, Waar, Waar is Hij, God de Heer. ll1ll
sat saroop ridai jin maani-aa.
One who believes in the Embodiment of Truth with all his
heart
Degene die met heel zijn hart gelooft in de Belichaming van
de Waarheid
karan karaavan tin mool pachhaani-aa.
recognizes the Cause of causes as the Root of all.
herkent de Oorzaak der oorzaken als de Kern van alles.
jaa kai ridai bisvaas parabh aa-i-aa.
One whose heart is filled with faith in God
Degene wiens hart gevuld is met geloof in God
tat gi-aan tis man paragtaa-i-aa.
the essence of spiritual wisdom is revealed to his mind.
de essentie van spirituele wijsheid zal aan zijn bewustzijn
openbaart worden.
bhai tay nirbha-o ho-ay basaanaa.
Coming out of fear, he comes to live without fear.
Uit angst komende, komt hij zonder angst te leven.
jis tay upji-aa tis maahi samaanaa.
He is absorbed into the One, from whom he originated.
Hij is/wordt opgenomen in de Ene, waar hij vanaf stamt.
basat maahi lay basat gadaa-ee.
When something blends with its own,
Wanneer iets zich met zichzelf mengt,
taa ka-o bhinn na kahnaa jaa-ee.
it cannot be said to be separate from it.
kan het er niet los van gezien worden.
boojhai boojhanhaar bibayk.
This is understood only by one of discerning understanding.
Dit word slechts begrepen door degene met onderscheidend
vermogen.
naaraa-in milay naanak ayk. ||2||
Meeting with the Lord, O Nanak, he becomes one with Him.
||2||
De Heer ontmoetende, O Nanak, wordt hij een met Hem. ll2ll
De Heer ontmoetende, Nanak, wordt hij een met Hem. ll2ll
thaakur kaa sayvak aagi-aakaaree.
The servant is obedient to his Lord and Master.
De dienaar gehoorzaamd zijn Heer en Meester.
thaakur kaa sayvak sadaa poojaaree.
The servant worships his Lord and Master forever.
De dienaar aanbidt zijn Heer en Meester voor eeuwig.
thaakur kay sayvak kai man parteet.
The servant of the Lord Master has faith in his mind.
De dienaar van de Heer en Meester heeft vertrouwen in zijn
bewustzijn.
thaakur kay sayvak kee nirmal reet.
The servant of the Lord Master lives a pure lifestyle.
De dienaar van de Heer en Meester heeft een zuivere
levensstijl.
thaakur ka-o sayvak jaanai sang.
The servant of the Lord Master knows that the Lord is with
him.
De dienaar van de Heer en Meester weet dat de Heer met hem
is.
parabh kaa sayvak naam kai rang.
God's servant is attuned to the Naam, the Name of the Lord.
Gods dienaar is afgestemd op de Naam, de Naam van de Heer.
sayvak ka-o parabh paalanhaaraa.
God is the Cherisher of His servant.
God koestert Zijn dienaar.
sayvak kee raakhai nirankaaraa.
The Formless Lord preserves His servant.
De Vormeloze Heer onderhoudt Zijn dienaar.
so sayvak jis da-i-aa parabh Dhaarai.
Unto His servant, God bestows His Mercy.
Aan Zijn dienaar, schenkt God Zijn Genade.
naanak so sayvak saas saas samaarai. ||3||
O Nanak, that servant remembers Him with each and every
breath. ||3||
O Nanak, die dienaar herinnert Hem met elke adem. ll3ll
apunay jan kaa pardaa dhaakai.
He covers the faults of His servant.
Hij bedekt de zonden van Zijn dienaar.
apnay sayvak kee sarpar raakhai.
He surely preserves the honor of His servant.
Hij houdt de eer van Zijn dienaar zeker in stand.
apnay daas ka-o day-ay vadaa-ee.
He blesses His slave with greatness.
Hij zegent Zijn slaaf met grootsheid.
apnay sayvak ka-o naam japaa-ee.
He inspires His servant to chant the Naam, the Name of the
Lord.
Hij inspireert Zijn dienaar te zingen van de Naam, de Naam
van de Heer.
apnay sayvak kee aap pat raakhai.
He Himself preserves the honor of His servant.
Hij Zelf houdt de eer van Zijn dienaar in stand.
taa kee gat mit ko-ay na laakhai.
No one knows His state and extent.
Niemand kent Zijn toestand en omvang.
parabh kay sayvak ka-o ko na pahoochai.
No one is equal to the servant of God.
Niemand is gelijk aan de dienaar van God.
parabh kay sayvak ooch tay oochay.
The servant of God is the highest of the high.
De dienaar van God is het hoogste van het hoogste.
jo parabh apnee sayvaa laa-i-aa.
One whom God applies to His own service, O Nanak
Degene die God gebruikt voor Zijn eigen dienst,
naanak so sayvak dah dis paragtaa-i-aa. ||4||
that servant is famous in the ten directions. ||4||
Nanak, die dienaar is beroemd in alle richtingen. ll4ll
neekee keeree meh kal raakhai.
He infuses His Power into the tiny ant;
Hij giet Zijn Macht uit over de kleine mier;
bhasam karai laskar kot laakhai.
it can then reduce the armies of millions to ashes
die kan dan een miljoenen leger tot as reduceren.
jis kaa saas na kaadhat aap.
Those whose breath of life He Himself does not take away
Zij wiens levensadem niet door Hem wordt weggenomen
taa ka-o raakhat day kar haath.
He preserves them, and holds out His Hands to protect them.
Hij behoudt hen, en strekt Zijn Handen uit om hen te
beschermen.
maanas jatan karat baho bhaat.
You may make all sorts of efforts,
Je kunt nog zoveel moeite doen,
tis kay kartab birthay jaat.
but these attempts are in vain.
maar deze pogingen zijn vergeefs.
maarai na raakhai avar na ko-ay.
No one else can kill or preserve
Niemand anders kan doden of in stand houden.
sarab jee-aa kaa raakhaa so-ay.
He is the Protector of all beings.
Hij is de Beschermer van alle wezens.
kaahay soch karahi ray paraanee.
So why are you so anxious, O mortal?
Dus waarom ben je ongerust, O sterveling?
jap naanak parabh alakh vidaanee. ||5||
Meditate, O Nanak, on God, the invisible, the wonderful!
||5||
Mediteer, O Nanak, op God, de onzichtbare, de
wonderbaarlijke! ll5ll
baaraN baar baar parabh japee-ai.
Time after time, again and again, meditate on God.
Keer op keer, steeds maar weer, mediteer op God.
pee amrit ih man tan Dharpee-ai.
Drinking in this Nectar, this mind and body are satisfied.
Deze Nectar drinkende zijn deze geest en dit lichaam
voldaan.
naam ratan jin gurmukh paa-i-aa.
The jewel of the Naam is obtained by the Gurmukhs;
De juweel van de Naam wordt verkregen door de God
geïnspireerde mensen;
tis kichh avar naahee daristaa-i-aa.
they see no other than God.
zij zien geen ander dan God.
naam Dhan naamo roop rang.
Unto them, the Naam is wealth, the Naam is beauty and
delight.
Voor hen is de Naam rijkdom, de Naam is schoonheid en
verrukking.
naamo sukh har naam kaa sang.
The Naam is peace, the Lord's Name is their companion.
De Naam is vrede, de Naam van de Heer is hun metgezel.
naam ras jo jan tariptaanay.
Those who are satisfied by the essence of the Naam
Zij die voldaan zijn met de essentie van de Naam,
man tan naameh naam samaanay.
their minds and bodies are drenched with the Naam.
hun lichaam en geest zijn doordrenkt met de Naam.
oothat baithat sovat naam.
While standing up, sitting down and sleeping, the Naam,
Staand, zittend, slapend, de Naam,
kaho naanak jan kai sad kaam. ||6||
says Nanak, is forever the occupation of God's humble
servant. ||6||
zegt Nanak, is de eeuwige metgezel van Gods nederige
dienaar. ll6ll
bolhu jas jihbaa din raat.
Chant His Praises with your tongue, day and night.
Zing Zijn Lofzang met je tong, dag en nacht.
parabh apnai jan keenee daat.
God Himself has given this gift to His servants.
God Zelf heeft deze gift gegeven aan Zijn dienaren.
karahi bhagat aatam kai chaa-ay.
Performing devotional worship with heart-felt love,
Met oprechte liefde toegewijde aanbidding uitvoerende,
parabh apnay si-o raheh samaa-ay.
they remain absorbed in God Himself.
zij blijven versmolten met God Zelf.
jo ho-aa hovat so jaanai.
They know the past and the present.
Zij kennen het verleden en het heden.
parabh apnay kaa hukam pachhaanai.
They recognize God's Own Command.
Zij herkennen Gods Eigen Bevel.
tis kee mahimaa ka-un bakhaana-o.
Who can describe His Glory?
Wie kan Zijn Glorie beschrijven?
tis kaa gun kahi ayk na jaan-o.
I cannot describe even one of His virtuous qualities.
Ik kan geeneens een van Zijn deugdelijke kwaliteiten
beschrijven.
aath pahar parabh baseh hajooray.
Those who dwell in God's Presence, twenty-four hours a day
Zij die in Gods Aanwezigheid verblijven, 24-uur per dag
kaho naanak say-ee jan pooray. ||7||
says Nanak, they are the perfect persons. ||7||
zegt Nanak, zij zijn de perfecte personen. ll7ll
man mayray tin kee ot layhi.
O my mind, seek their protection;
O mijn geest, zoek hun bescherming;
man tan apnaa tin jan deh.
give your mind and body to those humble beings.
geef je lichaam en geest aan deze nederige wezens.
jin jan apnaa parabhoo pachhaataa.
Those humble beings who recognizes God
Deze nederige wezens die God herkennen
so jan sarab thok kaa daataa.
are the givers of all things.
zijn de gevers van alle dingen.
tis kee saran sarab sukh paavahi.
In His Sanctuary, all comforts are obtained.
In Zijn Geborgenheid, wordt alle comfort verkregen.
tis kai daras sabh paap mitaaveh.
By the Blessing of His Darshan, all sins are erased.
Met Zijn Zegen, worden alle zonden uitgewist.
avar si-aanap saglee chhaad.
So renounce all other clever devices,
Doe daarom afstand van alle andere slimme apparaten.
tis jan kee too sayvaa laag.
and enjoin yourself to the service of those servants.
en biedt jezelf aan in dienst van deze dienaren.
aavan jaan na hovee tayraa.
Your comings and goings shall be ended.
Je komen en gaan zal beëindigen.
naanak tis jan kay poojahu sad pairaa. ||8||17||
O Nanak, worship the feet of God's humble servants forever.
||8||17||
Nanak, aanbidt de voeten van Gods nederige dienaren voor
altijd. ll8ll17ll
|