De grootvader van Ram Chander ji was in Ramayan, Koning Aj.
Koning Aj, die doneerde net als zijn vader Ragh altijd tijdens de vroege
ochtend (Amrit Vela ) voedsel aan de sadhu's (heiligen).
Op een dag, werd Koning Aj benaderd door een sadhu, nadat al het voedsel
(de donatie) opraakte. Deze Sahdu was een echte Mahapurush, een heilige.
De sadhu vroeg om voedsel.
Aj zei haastig, Ïk ben nu klaar met geven, kom morgen terug.”
De Sadhu, zei dat hij de nacht hier gaat doorbrengen, en of hij
toch vandaag iets kan geven.
Aj: "Ik betaal u toch geen lening, dat ik perse vandaag moet
doneren, Ga weg"
Sadhu: "Ik zal niet weggaan zolang je niet doneert"
Aj stond vlakbij zijn grote paardenschuur, en er lag rondom de paarden
veel paardenmest.
Aj: “Ik heb paardenmest voor je. Wilt u dat?”
Sadhu: “Als je paardenmest wilt geven, ga je gang, geef het.”
Aj gaf een hoopje paardenmest aan de sadhu.
Sadhu zei: "God zegene je, moge God je donatie in grote aantallen
vermeerderd worden."
Enkele jaren later ging koning Aj op jacht en kwam hij voorbij een hut.
Hij zag een enorme stapel paardenmest liggen voor de deur, met een zeer
oude Sadhu ernaast zittend. Toen hij dichterbij kwam realiseerde hij
zich, dat deze oude Sadhu, dezelfde Sadhu was, die hij jaren terug
paardenmest had geschonken.
Aj schrok even en vroeg de Sadhu over de stapel paardenmest.
De Sadhu zei, “Dit is de zegen van je donatie, God heeft je gezegend met
een grote heuvel aan paardenmest, want wat je doneert krijg je terug in
ruil. Toen gaf je mij dit om te eten. Nu zal jij dit moeten eten.” Aj
schrok en viel met zijn hoofd op de voeten van de Sadhu en vroeg of er
iets was wat hij kon doen om deze straf te ontlopen.
De Sadhu zei, er is een manier - Ninda (als mensen over je gaan
roddelen) .....
Roddelaars kunnen je zonde afnemen, de mensen die dan zullen roddelen,
zullen dan deze stapel paardenmest van je afnemen.
De volgende dag, ging Koning Aj, naar het huis van een prostituee, en
zei: " Mijn dochter, ik heb je hulp nodig, kan je met mij door de stad
wandelen vandaag ".
De Koning verscheen in zijn stad 'dronken' ... met de prostituee ..
wandelend door de bazaars. Zodra de mensen dit zagen, begon hun tong te
kwispelen. Tegelijkertijd begon de berg met paardenmest te zakken. De
mensen die niet wisten wat de WAARHEID was begonnen met roddelen ...
Ninda ...
Ze zagen Koning Aj, met de prostituee samen lopen, de mensen van de stad
begonnen te roddelen. De een zei; hij heeft een koningin, een prachtige
vrouw thuis, en dan loopt deze beschamende persoon rond met een
prostituee.
Binnen enkele dagen, verdween de berg met paardenmest, en moesten de
roddelaars het eten. Ondanks alle roddels, bleef er een kleine
hoeveelheid over. Koning Aj, vroeg de Sadhu, waarom is er alsnog een
klein beetje paardenmest overgebleven?
De Sadhu zei: "Dit is hetzelfde hoeveelheid dat je mij hebt geschonken,
deze hoeveelheid zal je alsnog moeten eten. Want wat je geeft, is ook
weer voor je voorbestemd."
De koning nam het overgebleven paardenmest mee naar zijn paleis, liet
het opdrogen en at het dagelijks in kleine hoeveelheden gestrooid over
zijn eten. Daarbij bleef hij treuren over zijn geschenk aan de Sadhu
enkele jaren daarvoor. |