Zodra een sadhu (ascetic) zijn
mede-sadhu vroeg, “Indien u goed aan iemand doet en hij keert met kwaad
terug, hoe zou hij behandeld moeten worden?” “U zou opnieuw goed terug
doen.” was het antwoord, “Indien u opnieuw goed doet tegen hem, en keert
hij opnieuw het met kwaad terug, hoe zal je hem dan moeten behandelen?”
“U zou opnieuw goed moeten doen tegen hem.”
“Waarom zo?” vroeg de sadhu.
Het
gegeven antwoord was: “Hij zal zijn beloning voor kwaad krijgen, terwijl
jij de jouwe voor het goede zal krijgen. Indien hij zo standvastig in
kwaad steekt, zou u zelfs meer standvastigheid in het goede moeten
steken. Dit is de reden.” De man ging akkoord
|