Na Bhagat Kabir ji, die
naamsbekendheid genoot, Rees een ander persoon van de zogenaamde lage
kaste tot spirituele hoogtes, genaamd Bhagat Sain, barbier van beroep.
Hij had de gewoonte om gedurende de nacht in de Goddelijke Naam
geabsorbeerd te blijven en in de vroege morgen het koninklijk paleis te
bezoeken om de koning een massage te geven om hem te genezen van
verschillende lichamelijke klachten.
Op een dag had hij een
paar gasten (Sangat) en de hele nacht hield hij zich bezig met Kirtan en
het zingen van Goddelijke lofprijzing. In het bedienen van de heiligen
en de sangat realiseerde hij zich niet hoe laat het was en miste hij
zijn verplichting in het paleis om de koning te bedienen. Gewaarwordend
van de intensiteit van zijn liefde voor de heiligen en het sangat, nam
God zelf Sian’s gedaante aan, ging naar het paleis en bediende de
koning. Met als gevolg dat de kwalen van de koning genazen.
Anderzijds ging Bhagat
Sain, nadat hij vrij was van zijn gasten, naar de koning in volslagen
onderdanigheid om vergeving voor zijn afwezigheid te vragen.
De koning zag Sain vanuit de verte aankomen, riep hem naar zich toe,
ontdeed zich van zijn cape en sloeg deze om hem als blijk van zijn
vreugde. Verder vertelde hij Sain dat hij was bekoord met de wijze
waarop hij hem die morgen gemasseerd had. Al zijn klachten waren
verdwenen.
Bhagat Sain realiseerde zich wat er precies was gebeurd en bedankte God.
Op deze manier had God zelf ingegrepen om de grootsheid van zijn
volgeling te bewijzen.
De taken van zijn
volgeling heeft de Heer zelf overgenomen om te vervullen;
Deze zelf heeft de Heer volbracht.
(Goeroe Granth Sahib ji, Ang
783)
Toen de koning van Sain
zelf over de reden van zijn afwezigheid hoorde vertellen, was hij erg
onder de indruk van de spirituele grootheid van de heilige. Zo zeer dat
hij en zijn familie leerlingen werden van Bhagat Sain.
Sain, de barbier, de dorps zwoeger,
werd beroemd in elk en ieder huis.
De Opperste Heer God verblijft in zijn hart, en hij telde onder de
volgelingen. ||3||
De Goeroes voelden ook dat
de status van een persoon niet moest worden bepaald door zijn beroep of
door de familie waarin iemand geboren word. Echter door zijn daden zou
zijn status in de maatschappij moeten worden bepaald. Elk beroep is
vroom als het gekenmerkt is door eerlijkheid en gerechtigheid.
Verwijzend hiernaar, zegt Bhai Gurdas:
Lerend van de naam
verdiend door Kabir,
Een andere Sikh, die in beeld kwam was Sain, de barbier.
Hij was in liefdevolle toewijding in de nacht
En ging naar het verblijf van de koning in de morgen.
Eens kwamen vele heilige gasten.
En Kirtan ging door de hele nacht .
Hij kon zijn heilige gasten niet verlaten,
en dus schoot hij tekort aan zijn dienst bij de koning.
Heer zelf nam Sain’s gedaante,
En vermaakte de koning.
Na het afscheid nemen van al zijn gasten,
Bereikte Sain de koning met bedeesdheid.
De koning riep hem vanuit de verte ,
En ontboden bij geschonken mantels.
Jij hebt mij bekoord,
Zei de koning en ontelbare mensen hoorden.
De Heer zelf schenkt eer aan zijn toegewijden.
- Bhai Gurdas ji
|