BHAGAT PIPA, van
wie een lofpsalm in de Guru Granth Sahib is opgenomen, was een prins die
afstand deed van zijn troon op zoek naar spiritulele soelaas. Eens was
hij een trouwe toegewijde van de godin Bhavani, van wie een beeldje in
een schrijn in een tempel binnen de vertrekken van zijn paleis was
geplaatst. Zich realiserend dat speciale inzet vereist is om God te
kunnen realiseren, besloot hij naar Bhagat Ramanand te gaan (wie in hoog
aanzien stond in religieuze circels) voor spirituele richtgeving. Pipa
ging naar Kashi, maar Ramanand wiegerde hem te zien in zijn opgesmukte
kledij. Pipa ontdeed zich van zijn koninklijke kleding en trok
bedelmonnik's gewaad aan. Hij keerde terug naar huis na zijn inwijding
en begon zijn leven als asceet. Op uitnodiging ging Ramanand op bezoek
bij Gagaraun, en de raja boodt zijn schouder aan de palanquin, hem
dragende in een processie. Pipa besloot nu voorgoed afstand te doen van
zijn troon en zich terug te trekken in een leven van afsluiting en
meditatie. Hij ging naar Dwarka (Gujarat) waar Hare Krishna, na de
Mahabharata oorlog, de laatste jaren van zijn leven had doorgebracht. Al
zijn twaalf vrouwen stonden erop hem te vergezellen, maar hij nam er
slechts een met zich mee, Sita genaamd, die een vroom temperament bezat.
Hij selecteerde een grot als residentie waar hij dagelijks via een
tunnel naar de aan de kust gelegen tempel van Krishna liep. De tempel is
nog altijd een populaire plek voor pelgrims en jaarlijks wordt er een
bijeenkomst gehouden ter nagedachtenis van Pipa.
Hij en de vrouw die hem
vergezelde gingen in de jungle wonen. Na een periode van penitentie,
begon hij het land door te trekken om de gewone mens te dienen. Hij
zong, samen met zijn vrouw, hymnes en gebeden en ze zamelden geld in om
de inkomsten vervolgens onder de armen te verdelen. Hij voerde de
bedelmonniken en behandelde hen als God's uitverkorenen. Van een
aanbidder van afgodsbeelden (saguna bhakta) werd Pipa tot een aanbidder
van de Vormeloze Ene (nirguna toegewijde). Zoals hij in zijn hymne in de
Guru Granth Sahib uitdrukt, het lichaam zelf is de tempel van God. Men
behoeft geen stenen verbeelding van Hem te maken en wierook of kaarsen
ervoor te branden.
tirath naavan jaa-o
tirath naam hai
Why should I bathe at sacred shrines of pilgrimage? The Naam, the Name
of the Lord, is the sacred shrine of pilgrimage.
tirath sabad beechaar antar gi-aan hai.
My sacred shrine
of pilgrimage is spiritual wisdom within, and contemplation on the Word
of the Shabad. (Siri Guru
Granth Sahib Ji Ang: 687)
|