Bhagat Beni is een
van de vijftien heiligen en sufies van wie composities in Guru Granth
Sahib zijn opgenomen. Er is maar weinig bekent over zijn persoonlijke
leven, behalve dat hij het grootste deel van zijn tijd doorbracht in
gebed en contemplatie. Nabhãji's Bhagatmãl, dat hem opneemt in zijn
lijst van bekende bhagats, verhaalt een populaire anekdote over hoe Beni,
verzonken in meditatie, regelmatig huishoudelijke zaken verwaarloosde en
hoe de Deity persoonlijk interveniëerde. In de vorm van een koning hielp
hij hem de crisis overkomen. Bhãi Gurdãs (Vãr, X. 14) refereerde naar
Beni's eenkennige meditatie in eenzaamheid, verrijkt met momenten van
spirituele verlichting.
De drie lofpsalmen van
Beni in Guru Granth Sahib worden gekenmerkt door een intens spiritueel
verlangen. Ze verwijzen ook naar de verschillende wegen die hij heeft
bewandeld in zijn queeste, evenals zijn praktische ervaringen in het
leven en het zich eigen maken van religieuze wijsheid van verschillende
tradities. Zijn vijf verzen lange hymne in Sri Raga, in beknopte en
cryptische vorm, traceren de geleidelijke spirituele ontaarding van de
mens van geboorte tot het eind.
Het vertoont zo een
gelijkenis met de Pahire hymnes van Goeroe Nanak in dezelfde raga dat
Goeroe Arjan, toen hij Guru Granth Sahib aan het samenstellen was,
instructies opnam dat Beni's vers in dezelfde toon gezongen dient te
worden als Pahire. In zijn vers in Raga Ramkali, allegorische
uitdrukkingen van de yogis gebruikend, begeeft Beni zich in het
geleidelijke proces dat leidt tot de hoogste spirituele kennis, wat
tevens de ultieme gelukzaligheid is. Het onthult Beni's kennis van het
beoefenen en de terminologie van hatha yoga, alsmede zijn afwijzing
ervan ten gunste van de cultivatie van de Goddelijke Naam. In de vers in
Raga Parbhati hekelt Beni, in de matige toon van de Goeroe's bani, de
hypocrisie van de Brahman die uiterlijke vroomheid beoefent en onderwijl
kwaadaardigheid in zijn hart koestert. Ter conclusie voegt hij hieraan
toe dat zonder de begeleiding van de ware Goeroe de weg naar bevrijding
niet gevonden kan worden.
sil
poojas chakr ganae sa(n) || nis jaagas bhagath pravaesa(n) ||
You
worship the stone idol, and paint ceremonial marks of Ganesha. You
remain awake throughout the night, pretending to worship God.
pag
naachas chith akarama(n) || eae la(n)patt naach adhharama(n) ||3||
You
dance, but your consciousness is filled with evil. You are lewd and
depraved - this is such an unrighteous dance! ||3||
mrig
aasan thulasee maalaa || kar oojal th ilak kapaalaa ||
You sit
on a deer-skin, and chant on your mala. You put the sacred mark, the
tilak, on your forehead.
ridhai
koorr ka(n)t(h) rudhraakha(n) || rae la(n)patt k irasan abhaakha(n)
||4||
You wear
the rosary beads of Shiva around your neck, but your heart is filled
with falsehood. You are lewd and depraved - you do not chant God's Name.
||4||
jin
aatham thath n cheenihaaa || sabh fokatt dhharam ab eeniaa ||
Whoever
does not realize the essence of the soul all his religious actions are
hollow and false.
kahu
baenee guramukh dhhiaavai || b in sathigur baatt n paavai ||5||1||
Says
Baynee, as Gurmukh, meditate. Without the True Guru, you shall not find
the Way. ||5||1||
- Bhagat Baynee in Goeroe Granth
Sahib, Ang- 1351 |