Sikhs In nederland

     sikhs.nl                                                                                                                                                                                                                      home | contact us | site map  

Luistert allen naar de eeuwige waarheid; degene die lief heeft zal God verkrijgen. -Guru Gobind Singh  
MAHARAJA RANJIT SINGH
"Een heerser, zijn tijd ver vooruit"

Maharadja Ranjeet Singh -"De Leeuw van Punjab"

 

Jonge jaren
Een onverschrokken krijger
Respect van alle kanten
Echte seculiere leider
De grandioze maharadja
Het leger van de maharadja
Geschiedenis van het leger
Generaals van de maharadja
Juwelen en relikwieën van Maharadja Ranjit Singh’s toshakhana (schatkamer)
Gurdwaras gebouwd door Maharadja Ranjit Singh
De koning die weigerde om op de troon te zitten
Maharadja Ranjit Singh in de punjabi folklore
De dood van Maharadja Ranjit Singh
Wat voor een koninkrijk heeft Ranjit Singh gesticht?
 

Maharaja Ranjit Singh ook bekend als Sher-e-Punjab ("De Leeuw van Punjab"), werd, na het verenigen van de 11 Sikh Stammen (Misls) van Punjab tot één Imperium, de eerste Sikh Heerser van 1799-1839.

JONGE JAREN :

Ranjit Singh werd geboren op 13 november 1780 in Gujranwala City, Punjab, het hedendaagse Pakistan, in een Sikh familie van de Sandhawalia Clan, als zoon van Sardar Singh Maha Sukerchakia en Sardarni Mai Raj Kaur, de dochter van de Raja Gajpat Singh, van het Koninkrijk Jind. In die tijd, werden grote delen van de Punjab geregeerd door de Sikhs, die het grondgebied tussen facties, bekend als misls, hadden verdeeld, elk met hun eigen krachtige Sikh leiders. Ranjit Singh's vader Maha Singh was de misaldar (Bevelhebber of  misl leider) van de Sukerchakia misl en controleerde een gebied in West-Punjab rondom zijn hoofdkwartier in Gujranwala

De vader van Ranjit Singh stierf toen hij 12 jaar oud was. Op jonge leeftijd, werd Maharaja Ranjit Singh een kampioen in het zwemmen, een Expert in het paardrijden en een bekwaam zwaardvechter. Hij werd sterk geïnspireerd door het feit dat de twee oudste zonen van Goeroe Gobind Singh ji heel dapper tegen de Moghuls hadden gevochten op de prille leeftijd van 14 en 17 jaar.

EEN ONVERSCHROKKEN KRIJGER :

Het was onder het leiderschap van Ranjit Singh, dat de verschillende Sikh Leiders verenigd werden en op Vaisakhi dag in 1801 verleenden zij hem de titel van “Maharaja van de Punjab". Maharaja Ranjit Singh breidde stelselmatig de grenzen van Punjab uit en bracht de regio rond Amritsar, Lahore, Multan, Kashmir en Peshawar onder zijn bewind. Hij was een liberale heerser en gaf niet om de kleur, geloof, kaste of nationaliteiten van zijn ambtenaren.

Hindoes, Moslims en Sikhs werden gelijk behandeld. Hij verbood de discriminerende religieuze belasting de "jizya" die aan de Hindoes en Sikhs waren opgelegd door de verschillende Moslim heersers.

 
RESPECT VAN ALLE KANTEN

De meest opvallende eigenschap van de staatsinrichting van Ranjit Singh was de volledige vrijheid van meningsuiting en religie waar al zijn onderdanen van genoten. Hoewel hij geboren en opgevoed werd volgens het Sikh geloof en elke dag luisterde naar de recitatie uit Sikh geschriften, riep hij het Sikhisme niet uit als religie van de staat. Zijn brede religieuze visie werd weerspiegeld in zijn respect voor alle religies. De geest van verdraagzaamheid die door hem getoond werd stond in schril contrast met de onmenselijke praktijken van de Moghul heersers, hun plunderingen en gedwongen bekeringen - Gurdarshan Singh Dhillon.

Een opmerkelijke eigenschap van het Sikhisme is het samensmelten van het spirituele en het tijdelijke rijk van het menselijk bestaan​​. In de geïntegreerde visie van de Goeroes, is politiek zonder religieuze en morele steun, puur opportunisme. Ook religie zonder sociaal-politieke verantwoordelijkheid is gewoon negativisme. Een gezonde sociaal-politieke omgeving kan niet gecreëerd worden zonder de door de religie geleverde morele basis. Volgens de Goeroes, is een gezonde samenleving in wezen er één van pluralisme waarin iedereen de kans krijgt om zijn potentieel ten volle te verwezenlijken. Zij waren er zich bewust van dat de rol van de staat in het afdwingen van een bepaald geloof op de mensen het inherent verlangen van de mens naar vrijheid schendt. Maar het was de overtuiging van de Goeroes dat er enkel een goede sociaal-politieke orde zou kunnen gebouwd worden door het bewaren van morele en ethische imperatieven --- de blijvende waarden van tolerantie, nederigheid, naastenliefde en mededogen die Dharma vormen. Dergelijke filosofie ondersteunt het concept van een staat, niet van een religieuze natuur gemeenschap, maar van een welvaartsstaat met brede verplichtingen en het algemeen belang van allen als de basis van politiek bestuur.

Ranjit Singh was de heerser van een machtige staat die zich uitstrekte van Tibet tot Sindh en van de Khyber pass tot aan de Sutlej. Koninkrijken en imperiums zijn bijna altijd opgericht en in stand gehouden door de kracht van wapens. Hoe dan ook, de eer gaat naar Ranjit Singh omdat bij de vervulling van zijn ambities, hij enkel het aller-noodzakelijkste aan kracht gebruikte.

Barron Charles Hugel tekende op: "Nog nooit is er zo een groot imperium opgericht door een man en met zo weinig criminaliteit." Ongeëvenaard voor de durf en de originaliteit van zijn veelzijdige genie, gaf Ranjit Singh aan Punjab vier decennia van vrede, voorspoed en vooruitgang. De voordelen hiervan kwamen alle gemeenschappen - Moslims, Hindoes en Sikhs, ten goede. Het was geen geringe prestatie om de drie belangrijkste gemeenschappen te verenigen in een gemeenschappelijke onderneming en ze te verzoenen met de nieuwe politieke orde door liberalisme.

De meest opvallende eigenschap van de staatsinrichting van Ranjit Singh was de volledige vrijheid van meningsuiting en godsdienst waarvan al zijn onderdanen konden van genieten.

Er zijn tal van verhalen, die tot op de dag van vandaag opgaan, over de gemakkelijke toegankelijkheid van Ranjit Singh en over zijn hoge mate toegefelijke justitie. Geen kwestie was te klein of groot om voor zijn aandacht.  Een verhaal dat nog verder leeft is dat een jonge vrouw huilend de Durbar binnenkwam: 'Dohai Sarkar dohai' (Wreedheid, Uwe Hoogheid, Wreedheid). Onophoudelijk snikkend vertelde ze dat ze was verkracht door de soldaten van de Maharadja.  De Maharadja hield zijn hoofd in schaamte neer en gooide zijn ontblote zwaard naar de vrouw en vroeg haar om hem te doden omdat hij haar eer niet beschermd had. “Dit is de taak van de Koning ", antwoordde de dame. De legende zegt dat de Maharadja de daders geïdentificeerdw , ontsloeg en voor het leven in de gevangenis gooide.

Voor het eerst in de Indiase geschiedenis, werd er een mijlpaal gecreëerd. De Mazhabis, de eeuwenoude onaanraakbaren uit de Hindoe samenleving, werden niet langer gediscrimineerd, ze groeiden uit tot een vast onderdeel van het leger van Ranjit Singh.

Rekrutering voor alle posten in zijn rijk werd gedaan op basis van verdienste. Sommige van zijn naaste adviseurs waren Moslims en toch waren ze intens loyaal aan hem en zijn Sikhs. Maharadja Ranjit Singh was de eerste Aziatische heerser om zijn leger te moderniseren naar Europese normen en stond er om bekend dat de leidinggevende posities in zijn 'Darbar' (rechtszaal/hof) door mannen van verschillende godsdiensten werden bezetten. Mensen werden erkend en gepromoot op hun vermogen en niet op hun religie.

Tijdens het bewind van Sher-e-Panjab, bedroeg de Sikh Bevolking, ongeveer 10 miljoen. Het Sikhisme, was voornamelijk gevestigd in de centrale delen van de Punjab, zoals gebieden van Amritsar, Tarn Taran, Lahore, Kasur, Jalandhar, Kapurthala, Hoshiarpur en Gurdaspur.

Het getoonde respect door degenen die voor de Maharadja werkten is misschien het best bewezen door de minister van Buitenlandse Zaken van het Sikh Rijk. Een Moslim Fakir Azizuddin genaamd, die bij een ontmoeting met de Britse gouverneur-generaal George Eden, 1st Graaf van Auckland werd gevraagd, welke van de ogen van de Maharadja ontbrak, gaf dit als antwoord "de Maharadja is als de zon en de zon heeft maar een oog. De pracht en helderheid van zijn ene oog is zo groot dat ik nooit heb durven kijken naar zijn andere oog."

De Maharadja had het zicht uit een oog verloren door een aanval van pokken als een kind. In een land en in een tijd waarop verblind zijn betekende dat men gediskwalificeerd werd om te regeren, was het zicht uit enkel een oog nooit een probleem voor Ranjit Singh geweest, die opmerkte dat dit hem het vermogen gaf om dingen scherper te zien.

ECHTE SECULIERE LEIDER

De gouverneur-generaal was zo blij met het antwoord dat hij zijn gouden polshorloge aan de minister van de Maharadja gaf tijdens hun bijeenkomst in Simla. Het Rijk was effectief seculier omdat het niet de voorkeur gaf aan Sikhs, en Moslims, Hindoes of zelfs atheïsten niet discrimineerde.

Het was relatief modern en had veel respect voor alle godsdiensten en niet-religieuze tradities van de burgers uit het Rijk. Hij gaf geen enkele religie op als staatsgodsdienst. Daardoor waren tolerantie en samenleven van alle gemeenschappen gewaarborgd. De enige belangrijkste prominente religieuze symbolen van het rijk waren dat de Maharadja en de Koninklijke familie Sikhs waren en dat het leger gedomineerd werd door Sikh edelen en door de Khalsa krijgers. In het geval van Maharadja Ranjit Singh was secularisme een artikel van het geloof. Sikhisme heeft hem nooit geleerd om politieke macht te gebruiken om aanhangers tot zijn religie te brengen.

De Maharadja drong nooit het Sikhisme op aan zijn onderdanen.  Dit stond in schril contrast met de poging tot etnische en religieuze zuiveringen van de vorige Moslim heersers – Afghanen of Moghuls. Ranjit Singh had een staat opgericht die gebaseerd was op adellijke Sikh tradities, waar iedereen gelijk was en samenwerkte, ongeacht hun achtergrond. Waar de burgers naar keken waren de dingen die ze deelden met elkaar, bijvoorbeeld Punjabi zijn, lokale tradities enz. in plaats van naar religieuze verschillen.
 

DE GRANDIOZE MAHARADJA

Ranjit Singh was een man met diepgaande kennis. Hij was nieuwsgierig naar alles –  van politiek en methoden van oorlogvoering tot aan de zeden en gewoonten van de Europeanen - van geweren, forten, wijn, medicijnen en paarden tot de hel, het paradijs, God en de duivel. Zijn naam dwong respect en eer af, zowel onder zijn hovelingen als onder zijn onderdanen.

Victor Jacquemont, een Franse reiziger, merkte op: "Hij wordt beter gehoorzaamd door zijn onderdanen dan bij de Moghul keizers tijdens het toppunt van hun macht." Zijn genie was opvallend vanaf het moment dat hij het eerste woord zei, sprak met de wijste over de wijze waarop hij een paard bereed of hoe hij zijn tegenstanders behandelde. Zijn geheugen was fenomenaal, en net als Napoleon Bonaparte, kon hij zich moeiteloos, de namen van personen en plaatsen herinneren.

De etiquette en discipline aan het hof van de Maharadja was verwant aan dat van de Victoriaanse tijd, en maakte indruk op de buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders, van wie er één opmerkte dat alles wat de verbeelding kon bevatten aan menselijke grandeur, al wat de meest exorbitante luxe zou kunnen wensen in zijn streven om de Koninklijke pracht te portretteren, belichaamd werd in het hof van de Maharadja. De rijke schat aan schilderijen nagelaten aan ons door August Theodar Schoefft, Emily Eden en Godfrey Vigne, de hof schilders van de Maharadja, getuigen hiervan.

De Maharadja hield ervan om zoveel mogelijk de natuur te respecteren. Prachtige tuinen werden in Amritsar, Lahore, Gujranwala en Dinanagar aangelegd. Hij herstelde de Shalimar tuin in zijn oude Moghul glorie en hernoemde het als Shalabagh, zoals de vroegere naam in Punjabi betekende "de moordenaar van de liefde".
 

 

HET LEGER VAN DE MAHARADJA

Maharadja Ranjit Singh is opgenomen inde lijst van “Onverslagen Militaire Bevelhebbers", in Wikibin – een lijst van bekende militaire bevelhebbers die geen significante betrokkenheid tegen de vijand verloren heeft als opperbevelhebber of een aanzienlijk deel van de strijdklachten van een land.

De Maharadja ontwikkelde een formidabele militaire machine die hem hielp om een uitgebreid koninkrijk op te stichten en te handhaven te midden van vijandige en ambitieuze buren. De oprichting van dit rijk was een gevolg van Gods genade en van zijn eigen genie.

Uit de schaarse kracht die hij geërfd had, bijna uitsluitend bestaande uit ruiters, een kracht waar iedereen zijn eigen paard meebracht en een wapen dat hij zich kon veroorloven of verwerven, zonder regelmatige training of organisatie, ontwikkelde de Maharadja het enige moderne leger van Azië, ruim voor de Japanse herstructurering van de jaren 1880, één die in staat was om de Britse opmars op Sutlej te stoppen.

Wat zijn troepen samenhield was hun persoonlijke loyaliteit aan hun leider. Het guerrillasysteem van oorlog voeren had de Khalsa in goede positie geplaatst tijdens de turbulente en anarchistische achttiende eeuw, maar was ongeschikt om aan de behoeften van de veranderende tijden te voldoen en aan de ambitie van Ranjit Singh om een veilig koninkrijk op te richten
 

S. Hari Singh Nalwa heads into Jamraud with his victorious army

Volgens de auteur George Forster (Een reis van Bengalen naar Engeland, Volume I, Londen: 1798): "Ze waren gewapend met een musket en een sabel. Hun methode van vechten was inderdaad raar ". Echter, "tegen het einde van de 18e eeuw , werd er een sterke man met genie en indrukwekkende persoonlijkheid geboren onder hen. Hij trok een les uit de deplorabele situatie van de samenleving en van het land van dat moment en was vastbesloten een sterk, gecentraliseerd en effectief militair systeem, gecontroleerd door de samenvoeging van de beste elementen in het buitenland met de beste elementen in het inheemse vechtmechanisme, op te richten." Het was niemand anders dan Ranjit Singh, die zich niet alleen ontpopte als een grote heerser, maar ook als een groot generaal. Hij was ervan overtuigd dat het leger, naar het voorbeeld van middeleeuwse normen, niet opgewassen was tegen de krachten die hij verwachtte te bevechten. Totdat het werd gewijzigd, kon hij niet hopen om als overwinnaar uit te komen tegen reguliere troepen zoals de Engelsen, van wie hij het drillen en de tactieken bestudeerde met eindeloos geduld, of zelfs van de Afghanen die altijd een bron van angst in het noord-westen betekenden.

Terwijl hij enthousiast was over het overnemen van de Europese methodes, wilde Ranjit Singh nooit helemaal het systeem dat hij van zijn voorouders had geërfd weggooien. Het was een systeem dat bekend stond om zijn schermutselingen en zijn manoeuvreringsvermogen, impact en hoffelijkheid. Bovendien, waren de Sikhs terughoudend om de nieuwe voorgestelde wapens onder de Europese discipline te hanteren.  Het militaire systeem van Ranjit Singh zoals het uiteindelijk evolueerde was een mix van het beste van beide, de oude en de nieuwe ideeën. "Hij was niet een blinde imitator van het Westen, net zoals hij geen orthodoxe aanhanger van het Oosten was."

Met deze ideeën, veranderde Ranjit Singh de gehele organisatie van het Khalsa leger. De cavalerie was niet langer het belangrijkste wapen en de infanterie werd de favoriete afdeling. Oprichting van de artillerie werd van nul opgestart. De verandering werd vergemakkelijkt door de inzet van Europese ambtenaren, Fransen, Italianen, Grieken, Russen, Duitsers, Oostenrijkers en de Engelsen. Van de buitenlandse officieren die in dienst van de Maharadja’s waren, hadden Ventura en Allard Napoleon gediend in campagnes tegen Spanje en Italië. Court, een andere Fransman, voerde het bevel over twee bataljons van Gurkhas. Kolonel Gardner, een Ier met grote bekwaamheden, was werkzaam in de artillerie. Al deze officieren waren in principe aangenomen door Ranjit Singh om zijn troepen te moderniseren.

Generaal Allard was verantwoordelijk voor de Cavalerie en General Ventura om de infanterie te begeleiden. De twee Fransen waren verantwoordelijk voor de 6000 sterke Fauj-i-Khas een soort elite commando unit. Fauj-i-Khas was een hard core militaire eenheid bemand met de beste en taaiste mannen die het respect kregen voor al de daaropvolgende gevechten.

Het is erg belangrijk om op te merken dat wanneer Ventura en Allard Lahore bereikten in 1822, Ranjit Singh zijn imperium al bijna voltooid had. Hij veroverde Multan in 1818, Kasjmir in 1819, Dera Ghazi Khan in 1820 en Dera Ismail Khan in 1821. Peshawar werd onderworpen in 1834. Volgens Cunningham : "Het was gebruikelijk om de superioriteit van het Sikh leger toe te schrijven aan het werk van deze twee officieren en hun latere coadjutoren, het hof van de  generaals en Avitable, maar in werkelijkheid, dankten de Sikhs hun uitmuntendheid als soldaat aan hun eigen stoutmoedige karakter, aan die aanpassingsgeest die elke nieuw mens onderscheidt en aan dat gevoel van gemeenschappelijk belang en bestemming er bij hen ingeprent door hun grote leermeester. Men kan echter niet ontkennen dat deze Europese generaals een matige graad van precisie en volledigheid gaven. Er is geen ontkenning van het feit dat tijdens de vroege fase van de militaire organisatie, onder Ranjit Singh, elke tak van het leger aanzienlijk toenam in grootte, vorm en sterkte."

Geen wonder dat in 1845-1846 toen de efficiëntie van het Khalsa leger tijdens de oorlog met de Britten zijn vuurproef onderging, hun roekeloze dapperheid het onderwerp was van grote bewondering, zelfs onder de Britse commandanten.
 

GESCHIEDENIS VAN HET LEGER

De militaire carrière van Ranjit Singh kan vooral verdeeld worden in drie fasen.
 
1799 – 1809: Consolidatie van de kracht van de Sikhs, leidend tot het veroveren van Lahore en tot de oprichting van het Sikh Koninkrijk.
Na het veiligstellen van zijn positie in Lahore, dacht Ranjit Singh aan de uitbreiding van de grenzen van zijn rijk om de Maharadja van Panjub in de echte zin van het woord te worden. Er waren een aantal vijandige elementen die de Maharadja moest onderdrukken. De Nawab van Kasur had zich niet verzoend met het feit dat Ranjit Singh tot heerser van Lahore was uitgeroepen. Samen met Sahib Singh, hoofd van de Bhangi Misl, dacht hij er aan om het gezag van Ranjit Singh uit te dagen. Ranjit Singh zelf leidde een leger om de Bhangi heerser van Gujarat af te straffen en een ander contingent werd verzonden onder zijn trouwe bondgenoot, Fateh Singh Kallianwala. Zowel de Bhangi bevelhebber als Nawab van Kasur werd verslagen en ze accepteerde Ranjit Singh's soevereiniteit.
 
Ranjit Singh richtte nadien zijn aandacht op de heilige stad Amritsar. Met de hulp van zijn eigen krachten en die van zijn schoonmoeder, Rani Sada Kaur, marcheerde hij naar Amritsar en belegerde het Gobindgarh fort waar de Bhangi krachten zich hadden verschanst. Het binnenvallende leger opmerkend, begonnen de Bhangi troepen te schieten op Ranjit Singh's troepen. Om schade aan de Harmandar Sahib (De Gouden Tempel) en de Akal Takhat tijdens de hevige gevechten te vermijden, vuurde Ranjit Singh niet terug, maar slaagde hij erin de overgave van de Bhangi krachten door middel van onderhandelingen met de hulp van Akali Phoola Singh te bewerkstelligen. Hij voegde Amritsar aan zijn rijk toe en nam het beroemde Zamzama kanon mee naar Lahore, dat zeer nuttig bleek voor de Maharadja in zijn verdere militaire campagnes. Hij betuigde hulde aan de Harimandir en de Akal Takhat en gaf waardevolle giften als dankbetuigingen.
 
Foto(right): Mahara Ranjit Singh met Akali Phoola Singh
1809 – 1823: Uitbreiding van het Sikh Rijk om Multan, Peshawar en  Kashmir te omvatten, en de nederlaag van de Afghanen.
Vriendschapsverdrag met de Britten
De veroveringen van Ranjit Singh van de nabijgelegen gebieden in een snel tempo alarmeerde de Britse regering. De Britten hadden tegen die tijd de rest van het subcontinent veroverd, en werden enkel gestopt bij de rivier de Sutlej door de Sikhs.  Dus kwamen de Britten tussenbeide om te voorkomen dat Ranjit Singh nog verder zou doorgaan met het uitbreiden naar het oosten door het onderwerpen van de Sutlej staten. Deze staten vreesden ook het uitbreidingsbeleid van de Maharadja en gingen bescherming zoeken bij de Britten door het ondertekenen van subsidiaire allianties met de Britse regering. In 1809 tekende Ranjit Singh een verdrag van vriendschap en vrede met de Britten waardbij hij akkoord ging om zich niet te mengen in de zaken van de Sutlej leiders. In ruil daarvoor, erkende de Britse regering de soevereiniteit van Ranjit Singh over Punjab en, stemden bij implicatie, in met zijn expansie naar het noordwesten
 
Veroveringen in het Noord-Westen

Gecontroleerd in het oosten door het verdrag van 1809, drong Ranjit Singh succesvol door in de gebieden in het noord- westen van zijn rijk. Na het versterken van zijn greep op Kasur , Sialkot en Sheikhupura , richtte Ranjit Singh zich naar Multan, dat, afgezien van zijn strategisch militair belang, ook een vooraanstaand handelscentrum was. Ranjit Singh zond een macht van 20.000 man onder gezamenlijk gezag van zijn zoon Kharak Singh en Generaal Diwan Chand. De artillerie, waaronder het Zamzama kanon, stond onder bevel van generaal Ilahi Baksh. Ranjit Singh's leger slaagde erin de forten van Muzzafargarh en Khangarh te veroveren. Muzzafar Khan bood sterke weerstand, maar werd gedood tijdens het gevecht en Multan werd veroverd door het binnenvallende leger. Hij rukte toen op naar Hazara en, iets later, veroverde hij Peshawar. Het was voor het eerst in de Indiase geschiedenis dat de rollen omgekeerd werden tegenover de Afghaanse indringers wanneer een van de inheemse Indische heersers de meest woeste stamleden op de Noord-West grens onderwierp door zijn tact en heldendom. In 1819 annexeerde Ranjit Singh ook de prachtige vallei van Kashmir.

Het is in deze fase dat Hari Singh Nalwa, zijn vertrouwde generaal, het bereik van het rijk nog uitbreidde tot aan de Khyber pass, langs de Afghaanse grens. Dit was een historische gebeurtenis aangezien er nadien geen buitenlandse invasies meer naar het subcontinent zouden plaatsvinden vanuit Afghanistan

1823 – 1839  Consolidatie en verder expansie.

Het is in deze fase dat generaal Zorawar Singh, onder de militaire leiding van de Gulab Singh (de Dogra minister in het kabinet van Ranjit Singh), uitgebreide militaire expedities leidde naar Ladakh (1834), Baltistan (1840) en Tibet (1841).

Gedurende de tijd van Maharaja Ranjit Singh genoot Punjab een internationale reputatie vooral door het Sikh leger, dat gelijk stond aan elke gewapende macht in de wereld op dat moment.

Op een keer woonde  Mohanlal Kashmiri, een jongeman van 20, tijdens zijn reizen in Centraal-Azië in 1832, op een nationale feestdat een koninklijke Durbar(hofzitting) bij in Mashad, Iran.

De zitting hebbende prins was Abbas Mirza, de vader van de koning van Iran. De prins vroeg aan Mohanlal of Ranjit Singh’s hof kon wedijverden met de pracht die hij nu voor zich zag en of het Sikh leger in discipline en moed kon vergeleken worden met Zijne Hoogheid's Sirbaz (reguliere Iraanse troepen).

Mohanlal antwoordde bescheiden maar vastberaden dat de Durbar tenten van Maharaja Ranjit Singh waren gemaakt van Kasjmier sjaals en dat zelfs de vloer gemaakt was van hetzelfde duur materiaal, en betreffende het leger, dat als Sardar Hari Singh Nalwa de Indus zou oversteken, Zijne Hoogheid snel blij zou zijn om zijn terugtocht te maken naar zijn oorspronkelijke rijk van Tabriz.
 
GENERAALS VAN DE MAHARADJA

Sommige van de belangrijkste en meest illustere namen (oa) zijn:

- -        - Hari Singh Nalwa
-          - Dewan Mokham Chand
-          - Gulab Singh Pahuwindia – De bekenden Generaal die tot de stamboom van de familie Shaheed Baba Deep Singh Ji of Saheedan Misl[1] behoorde
-          - Akali Phula Singh
-          - Jassa Singh Ahluwalia
-          - Shaam Singh Ataariwala
 

JUWELEN EN RELIKWIEËN VAN MAHARADJA RANJIT SINGH’S TOSHAKHANA (SCHATKAMER)

Na het consolideren van zijn overwinningen en de oprichting van een onafhankelijk koninkrijk in Punjab, verzamelde Maharadja Ranjit Singh een unieke collectie juwelen en relikwieën. De wereld beroemde Koh-i-Noor is de meest waardevolle in de categorie juwelen en de Kalgie (tulband embleem) van Goeroe Gobind Singh in de categorie van de relieken. Naast de relieken van de Sikh Goeroes, werden in de Toshkhana van de Maharadja ook schoenen, staf en het gebedenboek van de profeet Mohammed bewaard, die zijn vader Maha Singh van Pir Mohammad Chhatha na de nederlaag van laatstgenoemde in de slag van Rasulnagar had verworven. Volgens de populaire traditie, toonde de Maharadja dezelfde eerbied voor de relikwieën van de profeet Mohammed, als voor de relieken van de Sikh Goeroes.

 De Maharadja startte steeds zijn dag met het luisteren naar de recitatie van Gurbani in de ochtend en het nemen van een Wak (Hukamnama - orde van de dag) vanuit Goeroe Granth Sahib Ji . Voordat hij begon met de dagelijkse zaken, plaatste de Maharadja de heilige kalgie van Goeroe Gobind Singh met grote eerbied over zijn ogen en voorhoofd.

Zijn geloof in de Goeroe Granth Sahib was zo diep, dat hij nooit een belangrijke beslissing zou nemen zonder begeleiding te zoeken in het Spirituele Schrift.

Ranjit Singh droeg geen kroon en zat niet op een troon in overeenstemming met de egalitaire traditie van de Khalsa Panth.

De fabelachtige rijkdom en relikwieën van de Maharadja wekten de afgunst op, niet alleen van de Indische vorsten, maar ook die van de ambtenaren van de Britse Oost-Indische Compagnie. Het volgende verslag van de neef van Henry Edward Fane, een ADC (Aide de Camp - persoonlijke assistent) van kolonel Wade, de Britse Politieke Agent geplaatst in Ludhiana, beschrijft de Britse verbazing over de fantastische collectie van de Maharadja:

"De jurken en juwelen van het hof van de raja's waren de meest fantastische die er bestonden, de hele scène kan enkel vergeleken worden met een gala-avond in de Opera.

In het bijzonder, de zoon van de minister, de regerende favoriet van de dag (Hira Singh), die was letterlijk behangen met een massa juwelen;. zijn nek, armen en benen waren bedekt met kettingen, armbanden en enkelbanden, vormen van parels, diamanten en robijnen, de een boven de ander, zo veel dat het moeilijk was om er iets onder te zien."

De Maharadja toonde altijd veel respect voor de religieuze plaatsen die dierbaar zijn voor Hindoe, Moslim en Sikh onderdanen. De Maharadja gaf belastingvrije schenkingen voor religieuze plaatsen en gaf kostbare geschenken aan de Jawalamukhi tempel en het Baba Farid heiligdom bij Pak Pattan. De Harmandir Sahib in Amritsar kreeg speciale aandacht en eerbied van de Maharadja. Het was onder het bevel van de Maharadja dat het gehele heiligdom opnieuw werd ingericht met prachtige inleg en bloemwerk en de muren en luifels van de Harmandir Sahib werden ingelegd met bladgoud, die vervolgens bekend werd in de volksmond als Swarn Mandir of de Golden Tempel. Telkens als de Maharadja Harmandir Sahib bezocht om de zegeningen van de Goeroe te zoeken, bood hij onschatbare giften, die nu bewaard zijn in de Toshakhana (schatkamer) van de Gouden Tempel.

Een baldakijn versierd met 20 pond aan goud en bezet met diamanten, smaragden, parels en robijnen, een juwelen armband, een zwaard met een gouden handvat bezaaid met edelstenen en parels, een pauw gemaakt van saffier en verguld met diamanten, robijnen en andere kostbare stenen en andere waardevolle sieraden werden door de Maharadja aan de tempel geschonken.

Hij speelde in op de wetenschappelijke vooruitgang en moedigde de industrie en handel aan. De Kasjmier pashmina sjaal industrie werd nieuw leven ingeblazen en men begon met de sjaals uit te voeren naar de Europese landen. De zijde uit Multan werd populair. Bestaande wegen werden hersteld en veiliggesteld en nieuwe wegen werden aangelegd voor de toegankelijkheid van de dorpen. De condities van kleine stadjes als Adina Nagar (Gurdaspur), Phillaur, Eminabad werden
aanzienlijk verbeterd. Punjab zag welvaart en glorie onder Ranjit Singh.
 

GURDWARAS GEBOUWD DOOR MAHARADJA RANJIT SINGH

In de Harmandir Sahib, dateren een groot deel van de huidige decoratieve vergulde en marmeren werken uit het begin van de 19e eeuw. De gouden en ingewikkelde marmer werken werden uitgevoerd onder het beschermheerschap van Maharadja Ranjit Singh, Maharadja van de Punjab. De Sher-e-Punjab (Leeuw van de Punjab) was een gulle beschermer van het heiligdom en wordt met veel liefde door de Sikhs herdacht. Maharadja Ranjit Singh hield zeer veel van- en bewonderde de leer van de Tiende Goeroe van het Sikhisme Goeroe Gobind Singh, en dus bouwde hij twee van de meest heilige Sikh tempels (naast andere). Dit zijn Takht Sri Patna Sahib, de geboorteplaats van Goeroe Gobind Singh, en Takht Sri Hazur Sahib, de plaats waar Goeroe Gobind Singh zijn menselijke vorm verliet, in Nanded, Maharashtra in 1708
 
DE KONING DIE WEIGERDE OM OP DE TROON TE ZITTEN

Hoewel gekroond tot koning van de Punjab, weigerde hij het ​​embleem van royalty te dragen op zijn tulband. Hij weigerde om op een troon te zitten, en bleef als voorheen Durbar te houden, zittend in kleermakerszit op zijn stoel, die meer leek op een bad dan een fauteuil, of, ontving vaker bezoekers op oosterse wijze, liggend op kussens op een tapijt. "Ik ben een boer en een soldaat, en geef niet om uiterlijke pracht en show. Mijn zwaard is genoeg om het onderscheid te winnen dat ik nodig heb," zei de Maharadja.

Toen hij het bevel gaf om nieuwe munten te slaan, werden deze niet voorzien van zijn portret of zijn naam, maar kregen de naam van Nanakshahi munten. Net zoals de stempel van de overheid ook geen verwijzing naar hem droeg. Integendeel, de munten die hij uitgebracht droegen de inscriptie:

Degh-o-Tegh-o-Fateh Nusrat Bedrang Yaft az Nanak Guru Gobind Singh
(Gastvrijheid, zwaard, overwinning en onfeilbare verovering zijn ontvangen van Goeroe Nanak - Gobind Singh.)

De overheid was geen persoonlijke aangelegenheid, maar de Sarkar Khalsaji van de mensen die het tot stand brachten; de rechtbank werd om dezelfde reden bekend als de Darbar Khalsaji. De enige titel waarmee hij bij voorkeur wenste aangesproken te worden was simpelweg Singh Sahib. Ranjit Singh wilde niet, en heeft ook nooit, zijn normale levenswijze verloren.

Hij erkende geen aardse superioriteit Hij werd gedreven door het belang van de traditie die in de loop der jaren gegroeid was, namelijk dat het lot van de Sikhs was om te regeren (Raj Karega Khalsa) en dat hij misschien gekozen was door de Goeroes om te regeren.

Bovendien, schrijft Dr Ganda Singh, was de Maharadja een Sikh van de Sikhs. Hij regeerde onder de "bescherming van de Tijdloze Ene" - Akal Sahai. Zijn muntslag baarde een legende die dat feit verkondigde. Het werd ook als waarheid aangenomen dat het rijk door de tien Goeroes tot hem gekomen was: Yaft az Nanak Guru Gobind Sinh. Zijn leger groette hem met de strijdkreet van de Sikhs: Wah-i-Guru Ji Ka Khalsa! Wah-i-Guru Ji Ki Fateh (De Khalsa behoort aan God, aan God behoort de overwinning)
 
MAHARADJA RANJIT SINGH IN DE PUNJABI FOLKLORE

Ranjit Singh was een van de weinige heersers die een legende werd tijdens zijn leven. Er zijn tal van verhalen in de Punjabi folklore die nog steeds populair zijn onder de bevolking van Punjab aan beide zijden van de Indo-Pakistaanse grens. Er wordt gezegd dat kort nadat de Maharadja de controle over Lahore had genomen, er een delegatie van Sikhs op hem wachtte die klaagden dat ze het moeilijk vonden om met het luide geluid van de muezzin vijf keer per dag om te gaan en hielden een krachtig pleidooi om het stoppen van de praktijk van de Azan te bekomen.

De Maharadja zei tegen de delegatie dat ze de verantwoordelijkheid moesten nemen om op de deur van elk moslim huis in hun omgeving aan te kloppen en om hen vijf keer op te roepen voor het gebed voordat hij de staking van de Azan kon bevelen. De Sikhs stemden in met deze regeling. Nadat ze dit een week gedaan hadden, benaderde ze de Maharadja, er nog meer bezorgd uitziend dan voor heen, en baden om de oude praktijk weer in te stellen. Dit was de manier van de Maharadja om te helpen om de religieuze gemeenschappen elkaars standpunt te doen begrijpen.

Twee andere verhalen stellen de zorg van de Maharadja voor zijn arme onderdanen in het licht. Op een gegeven moment tijdens een hongersnood, gaf de Maharadja het bevel om gratis rantsoenen uit te delen uit de Koninklijke graanschuur. Om ervoor te zorgen dat zijn orders trouw werden uitgevoerd, bezocht de Maharadja verschillende verdeelpunten incognito.

Op een dag kwam hij langs een krot en zag hij een oude man op een zak zitten, "De nacht nadert, oude man, waarom zit je hier in de duisternis?" vroeg de Maharadja. De oude man antwoordde dat de zak te zwaar was voor hem om naar huis te dragen. De Maharadja droeg de zak naar het huis van de oude man en was gezegend

Tijdens een ander incident, toen de Maharadja mee liep tijdens een processie, haastte een oude vrouw zich naar hem toe en sloeg met haar oude ijzeren pan op de Maharadja. Na haar arrestatie, werd ze vóór de Maharadja gebracht en er werd gevraagd om haar dwaze daad uit te leggen. Ze legde uit dat ze gehoord had dat de Maharadja als een para was waarvan één enkele aanraking het ijzer zou omtoveren in goud. Zeer arm en oud zijnde, dacht dat ze dat dit haar lijden zou beëindigen. Er wordt gezegd dat de Maharadja zijn ambtenaren het bevel gaf om de oude vrouw het equivalente gewicht van haar oude ijzeren pan in goud te geven.

Er zijn verhalen die het verstand en de humor van Ranjit Singh aantonen. Op een keer zag Akali Phoola Singh de Maharadja op een olifant rijden en schreeuwde: "Jij eenogige man, wie gaf u deze buffel om op te rijden?" Eerder dan zijn geduld te verliezen en Phoola Singh een les te leren, glimlachte de Maharadja en zei met spottende nederigheid, "Het is een geschenk van Uw Eer."

Tijdens een ander voorval, tijdens het uitwisselen van grapjes met hem vroeg Moran: "Maharadja waar was je toen God het knappe uiterlijk uitdeelde?" "Ik was bezig met het veroveren van gebieden en het opbouwen van een imperium," antwoordde de scherpzinnige Maharadja.
 

DE DOOD VAN MAHARADJA RANJIT SINGH

Toen Ranjit Singh overleed in 1837 op de leeftijd van negenenvijftig jaar, was hij de onbetwiste heerser van een hecht Koninkrijk. Hij liet in Punjab een leger achter dat in staat was tegen de Britten te strijden op gelijke basis. Hij kon de Britse gezant Metcalfe die met hem kwam onderhandelen, ontwijken en in verwarring brengen. Hij dreef de Afghanen terug over de Indus, de bergen in, en hield voor altijd de Afghaanse plunderaars tegen die in Noord-India kwamen om brand te stichten, te plunderen en te moorden.

Maar voor hem, zou Kasjmir een deel van Afghanistan blijven uitmaken. Hij bracht onder zijn heerschappij, drie Moslim provincies: Peshawar in het westen, Multan in het zuidwesten, en Kasjmir in het noorden. Hij nam ook de talrijke kleine staten op in zijn koninkrijk.

Het was enkel door de groei van de Britse macht en hun kracht in India dat de Sikhs verhinderd werden om de Moghuls als de controlerende autoriteit in India op te volgen, maar het is een speculatie of ze geslaagd zouden zijn in deze onderneming.
 
WAT VOOR EEN KONINKRIJK HEEFT RANJIT SINGH GESTICHT?

Was het een militaire monarchie? Monarchie was voor eeuwen de enige vorm van regeren in India, en de Sikhs, ondanks hun gehechtheid aan democratische idealen, konden niet denken aan een representatieve regering. Ranjit Singh weigerde op de troon te zitten. Zijn naam werd nooit op een muntstuk geslagen (maar in de naam van de Goeroe). Hij hield het leger onder controle en gebruikte het nooit als een instrument van tirannie. Hij richtte een Sikh staat op in de zin dat de heerser een Sikh was die de macht nam in de naam van de Khalsa, en het leger bestond voornamelijk uit Sikhs. Het was inderdaad een heterogene staat gebaseerd op de harmonie van godsdiensten, en de samenwerking van de gemeenschappen in betrekking tot de gewone mensen. Er was geen dictatuur van een gemeenschap ten opzichte van andere. Hij vertelde Faqir Aziz ud Din, `Gods bedoeling is dat ik alle religies bekijk met één oog, dat is de reden waarom hij het licht nam uit het andere '.

De heerschappij van Ranjit Singh was eigenlijk gekenmerkt door een strikte naleving van ongewone normen van de openbare gedragsregels en sociale ethiek. Bijvoorbeeld, toen het zegevierende Khalsa leger door de straten van Peshawar marcheerde, had hij strikte instructies gegeven aan Zijn Sardars (adellijke titel - gebruikt om een ​​chef of leider van een stam aan te duiden) om terughoudendheid in acht in te nemen in overeenstemming met de Sikh traditie, geen enkele moskee te beschadigen, geen vrouwen te beledigen en geen gewassen te vernietigen. Hij deed zijn best om het bevel van de Goeroe te volgen: "Oefen verdraagzaamheid uit te midden van de macht, wees nederig te midden van eer."

Ranjit Singh was op elke manier een staatsman die uit anarchie en chaos, orde en stabiliteit creëerde en van Punjab een kracht maakte waar rekening mee moest worden gehouden.

Ranjit Singh, bekend om zijn religieuze tolerantie, sociale harmonie en rechtvaardigheid, maakte van zijn staat de meest vooruitstrevende staat in India.
 
VAN NATURE VOORBESTEMD...

Ranjit Singh was iemand die van nature voorbestemd was om onderscheid te maken, en om grootsheid te bereiken. Zijn moed was van het koele en berekenende soort, die geen onnodig risico’s zocht. Hij meed geen ontmoetingen met iemand die zijn bedoelingen opportuun maakten en hij bewaarde altijd een rechtvaardige verhouding tussen zijn inspanningen en zijn doelen.

Begaafd met een intuïtieve perceptie van karakter en een uitgebreide kennis van de menselijke natuur, was het door de overstemmende invloed van een superieure geest, dat hij het geleidelijk wist klaar te spelen, bijna onmerkbaar, en met weinig weerstand, niet alleen om de trotse en vurige leiders van zijn volk terug te brengen naar de conditie van onderdanen, maar om ze toegewijd aanhankelijk aan zijn persoon te maken, en tot stevige aanhangers van zijn troon. —Van W.G. Osborne, Militaire secretaris van Lord Auckland Gouverneur-Generaal van India, geschreven in mei Mei 1838 toen Osborne  Ranjit Singh ontmoette
 
 
 

Vertaald door : Sonia Vanwaelem

See Also :   SAKHI : Akali Phoola Singh ji
              -  Harmandir Sahib (Darbaar Sahib)
              -  Het Sikh koninkrijk – Maharaja (koning) Ranjit Singh
              -  AUDIO SAKHI : Maharaja Ranjit Singh ( Punjabi)
 
 
 

Previous

Main Index

Next

All rights reserved (c) www.sikhs.nl