De sakhi van deze bijzondere
sikhvrouw begon op de dag van haar huwelijk. Zij was geboren uit
hindoe-ouders, in de Pathan-streek in het westen van Punjab. Het gebied
stond onder sikhbestuur, met aan het hoofd generaal Hari Singh Nalwa.
Na de bruiloft ging zij met haar kersverse echtgenoot en de
bruiloftsgasten naar het dorp van haar schoonfamilie. Onderweg werden
zij overvallen door dacoits (een Indiase roversbende). De rovers
zwaaiden dreigend met hun wapens en dwongen de mensen hun geld en
waardevolle spullen in te leveren. Om hun leven te redden, gaven de
hulpeloze reizigers alles wat zij hadden. De dacoits eisten echter ook
de jonge bruid op en namen haar met zich mee.
De arme bruidegom ging regelrecht naar generaal Nalwa, de gouverneur van
de provincie Pathan. Terwijl de generaal in zijn paleis naar het relaas
van de bruidegom luisterde, zag hij bij de deur twee personen die zich
verdacht gedroegen. Hij vermoedde dat zij vrienden van de dacoits waren.
Nadat de bruidegom zijn verhaal had verteld, zei de generaal luid en
duidelijk, zodat ook de twee verdachte personen hem konden horen: "Stop
deze man in de gevangenis. Hij deed geen enkele moeite om een hulpeloze
vrouw, zijn echtgenote nog wel, te helpen".
De twee verdachte personen waren inderdaad handlangers van de dacoits en
wilden weten hoe de generaal zou reageren op het relaas van de bruidegom.
Beiden waren blij toen zij het bevel van de generaal hoorden. Zij konden
hun geluk niet op, want zij hoefden nu niet meer bang te zijn dat de
politie op zoek zou gaan naar de dacoits. De waakzame generaal zag de
glimlach op de gezichten van de twee toen zij zijn beslissing hoorden.
Nu wist hij zeker dat zij medeplichtig waren aan de beroving van de
bruiloftsgasten en de ontvoering van de bruid. Heimelijk gaf de
generaal tien sikhruiters de opdracht de echtgenoot van de ontvoerde
vrouw mee te nemen en de verdachten te achtervolgen.
De handlangers van de dacoits dachten dat alles achter de rug was nu zij
hadden gezien hoe boos de generaal reageerde op de laffe houding van de
bruidegom. Zij besloten dan ook rechtstreeks naar de dacoits terug te
rijden en hen het goede nieuws te vertellen. Toen zij aankwamen in het
huis waarin de dacoits de vrouw vasthielden, vertelden zij over de
reactie van de generaal. Opgewekt stonden zij hun relaas te doen toen de
sikhs de dacoits omsingelden en hen gelastten de handen omhoog te doen.
De dacoits waren verbaasd over de slimme zet van de generaal.
Toen de bruid bij generaal Sardar Nalwa werd gebracht, vroeg hij haar: "Wie
ben jij?" Zij antwoordde: "Ik ben niemand. Ik zou dood geweest zijn als
u mijn leven niet had gered. Nu sta ik onder uw sharan (bescherming)”.
Doordat de hulpeloze, angstige vrouw vrijwillig het woord ‘sharan’
uitsprak, kreeg zij de populaire naam Sharanagat Kaur.
Toen alle gestolen goederen weer in handen van de rechtmatige eigenaren
waren, zei de generaal tegen het bruidspaar dat zij naar huis moesten
gaan. Beiden smeekten de Sardar hen toe te laten tot de Khalsa Panth.
Zij wilden het voorrecht genieten als een sikh te leven en als een sikh
te sterven. Dit vaste voornemen om lid te worden van de Khalsa Panth
werd beloond. Zij ontvingen de amrit (sikhdoop) en kregen toestemming om
te blijven.
Op een dag bezocht Hari Singh Nalwa het Jamrod Fort, waar hij ernstig
ziek werd. Het fort was omringd door de vijandig gezinde bevolking van
Pathan. Toen zij hoorden dat de generaal ziek was en fysiek niet in
staat om ten strijde te trekken, kwamen zij in opstand tegen het bewind
van de generaal. Om net te doen of hij gezond en wel was, ging de
generaal naar de bovenste verdieping van het fort, vanwaar hij door de
menigte buiten het fort kon worden gezien. Toen zij hem daar zagen lopen,
trokken de rebellen zich snel terug. Een van hen richtte echter zijn
geweer op de generaal en schoot. De generaal werd geraakt en stierf aan
de dodelijke verwonding.
De situatie in het fort werd erg gespannen en iedereen was gedeprimeerd
door de dood van de generaal en de wetenschap dat er niemand was om hem
te vervangen. Bibi Sharanagat Kaur behield haar zelfbeheersing, dacht
enige tijd na en zei toen: "Dit is niet het moment om je zorgen te maken
en bang te zijn. Laten wij deze kritieke situatie met moed en vertrouwen
onder ogen zien. Ik heb een plannetje om de situatie te redden. Jullie
moeten mij met behulp van een lang touw achter het fort naar beneden
laten zakken. Gekleed als een Pathan-vrouw zal ik zo snel mogelijk
Peshawar zien te bereiken en het leger daar op de hoogte stellen van wat
er is gebeurd''.
Zij moest zo’n dertig km door een heuvelachtig gebied reizen waar het
wemelde van de rebellen. ’s Nachts liep zij door een bos met wilde
dieren en kon er dus gemakkelijk een prooi worden. Het was een zeer
gevaarlijke reis. Onder deze omstandigheden leek het voor een vrouw
onmogelijk Peshawar levend te bereiken om het leger het droevige nieuws
te vertellen en hun hulp te vragen.
Maar nadat de dappere vrouw de hele nacht door het dichte bos had
gelopen en gerend, kwam zij uiteindelijk toch in Peshawar aan. Zonder
een ogenblik te verliezen, vroeg zij de beste ruiters zich snel klaar te
maken en op hun paarden met haar mee te gaan. Zes sikhsoldaten onder
leiding van Bibi Sharanagat Kaur reden zo snel als zij konden naar
Lahore en vertelden daar hun relaas aan maharadja Ranjeet Singh.
De maharadja was erg bedroefd toen hij hoorde van de dood van de
generaal die het Khalsa-leger zo’n eervolle reputatie had bezorgd. Hij
vond de situatie zo kritiek, dat hij zelf naar Peshawar afreisde. De
bewoners van Pathan hoorden dat de maharadja zelf was gekomen om de
rebellen te straffen. Daarom gaven zij zich onmiddellijk zonder strijd
over en beloofden voortaan vriendschappelijk te blijven.
De Khalsa Raj van Punjab, gesticht onder het leiderschapvan een vrouw,
Sardarni Sada Kaur, werd zo van de ondergang gered door de moed van een
andere dappere vrouw, Bibi Sharanagat Kaur. Zij werd door de Khalsa
Panth geëerd met de titel ‘Dappere dochter van Punjab’.
Sikhvrouwen kunnen net als elke andere goede generaal en staatsman
allerlei kritieke en gevaarlijke situaties het hoofd bieden.
|