Een dag op het slagveld werd Bhai
Kanhaeeya voor de Guru geleid. Hij was ervan beschuldigd gewonde Turken
en Moslim vijanden te hebben gediend en geholpen op het slagveld. Bhai
Kanhaeeya zei: "Ik diende geen Turken of Sikh’s. Ik diende alleen U,
mijn echte koning U hebt ons het volgende geleerd. Als je een naakte man
kleedt, kleed je mij. Als je een hongerige spijst, dan geefje mij eten.
Als je water geeft an een dorstige man, dan geef je water aan mij. Deze
woorden van U zijn in mijn hart gegrift.
"Goed gedaan,Kanhaeeya", zei de Guru. "Je hebt gehandeld in de echte
Sikh geest. Zolang als een Turk wapens draagt en tegen ons vecht, is hij
onze vijand. Maar zodra hij gewond neervalt, houdt hij op onze viijand
te zijn. Hij wordt een man, een zoon van de Vader hierboven. Hij
verdient hulp en medelijden. Mijn Sikhs zouden dezieken en gewondene
rnoeten helpen, of ze nu Sikh zijn of Turk. Mijn Sikhs zouden diegenen
die hun wapens neerleggen of wegvluchten van het slagveld niet mogen
achtervolgen en kwetsen. Er wordt gezegd dat de stichter van het Rode
Kruis zijn inspiratie gehaald heeft uit dit thema.
"Iemand die het Licht in ieder hart ziet begrijpt de essentie van
de leerstellingen van de Guru" (Guru Granth Sahib ji pg 20 )
|