Godsdienst - het echte werk
*Inleiding
Het woord sikh is afgeleid van de Pali-taal en betekent leerling
van godsdienst en filosofie. Sommige auteurs hebben dit woord
verkeerd begrepen en het verbonden met het Sanskriet woord
“Shishya”dat discipel betekent en een algemeen begrip is voor om
het even welke leerling. Een sikh gelooft in één God, die men
Sat Nam noemt, en in de leer van de tien Gurus. Deze is terug te
vinden in de Guru Granth Sahib, het heilige boek van de sikhs.
In het heilige boek zijn naast de allesomvattende leer van de
tien Gurus ook de religieuze teksten van vijftien heiligen
opgenomen. Deze heiligen geloofden in verschillende religies.
Het heilige boek mag uitsluitend gelezen worden door iemand, die
in het sikhisme gedoopt is.
Evolutie en geschiedenis van het
geloof.
Guru Nanak is de oprichter van de sikh-religie. Hij werd in 1469
na Chr. in het dorp Talwandi geboren en was van geboorte uit
hindoeïstisch. Dit dorp wordt nu Nankana Sahib genoemd en ligt
dichtbij Lahore in Pakistan in de landstreek Punjab.
Al vanaf zijn jeugd weigerde hij met zijn helder verstand de
destijds bij de religies vaak gehandhaafde ongegronde rituelen,
bijgeloven en dogma’s te accepteren.
Hij huwde op 12-jarige leeftijd. Hij was een plichtsgetrouw
ambtenaar die geïnteresseerd bleef in de geestelijke zoektocht.
In 1499 werd hij door God geroepen, terwijl hij in de rivier
Bein aan het baden was. Hem werd een beker amrit (=gezegend
water, gezoet met suiker) aangeboden en bevolen: “Nanak, dit is
de beker van de verering van de Naam, drink hem uit (…) Ik ben
met je. Ik zegen en verheerlijk je. Wie jou gedenkt, zal mijn
zegen ontvangen. Ga, verheug je in mijn Naam en leer anderen dat
ook te doen. Ik schenk je de gave van mijn Naam. Laat dit je
roeping zijn.” Toen hij na drie dagen weer uit de rivier opdook,
gaf hij al zijn bezittingen weg en zei: “Er zijn geen hindoes en
geen moslims.” Misschien bedoelde hij hiermee dat de meesten hun
geloof niet oprecht beleefden. Maar meestal verstaat men
hieronder dat God groter is dan de verdeelde opinies van de
godsdiensten.
Hij nam de saffraangele mantel van een sadhoe of heilige man aan
en leidde een zwervend leven als asceet. Hij streefde volgens de
leringen van Kabir naar een verzoening en vermenging van het
hindoeïsme en de islam. Het grootste deel van zijn leven
besteedde hij aan de verkondiging van zijn leer en de zoektocht
naar geestelijke waarheid. Tijdens zijn reizen begon hij ook
gesprekken te houden met verschillende religieuze bewegingen om
te proberen hen bij elkaar te brengen. Het grootste gevolg
behaalde hij in zijn geboortestreek Punjab.
Op zijn reizen bezocht hij ook veel bedevaartplaatsen. Hij gaf
er onderricht in zijn leer, zong hymnen en stichtte er
religieuze centra of dharamsala’s.
Met zijn volgelingen vestigde hij zich in Kartarpur waar hij in
september 1539 stierf.
Na zijn dood eistten verschillende bewegingen zijn lichaam op en
werden er meerdere tombes naast elkaar gebouwd om hem te
gedenken. Guru Nanak schreef 974 hymnen.
God is de Grote Meester, satGuru, van wie alle aardse meesters
hun gezag afleiden. Nanak werd steeds Guru (=leraar of Meester)
genoemd door zijn volgelingen. De volgelingen waren de sikhs,
wat leerling of discipel betekent. Guru Nanak koos een opvolger
dus werd deze eveneens Guru genoemd.
Als opvolger had hij Lahina (1504-1552) aangeduid, één van zijn
volgelingen. Deze nam de naam Angad aan en werd zo de tweede
Guru. Hij had een hoge waardering voor een goede lichamelijke
conditie. Hij organiseerde daarom spelen onder zijn volgelingen.
Ze waren niet bedoeld als militaire training, maar toen dit
nodig werd, vatte men ze als voorbereiding daarvoor op. Ook
stelde hij het Gurmukhi samen dat gebruikt wordt voor de
Punjabitaal. Hij schreef 62 hymnen die later in de Guru Granth
Sahib opgenomen werden.
Na Angad komt Guru Amar Das (1479-1574). Guru Amar Das was 73
jaar oud toen hij de derde Guru werd. Hij bepaalde dat de sikhs
driemaal per jaar op hindoefeestdagen moesten samenkomen.
Hij organiseerde de eerste pelgrimstocht naar Goindval in Punjab
en voerde nieuwe geboorte- en begrafenisrituelen in. Guru Amar
Das stichtte de langar, de gemeenschappelijke eetgelegenheden
bediend door een gezamelijke keuken. Dit werd betaald door Sikhs
van een bepaalde tempel. Men wilde hiermee de sikhs van alle
kasten samen laten eten zonder de vooroordelen van de Indiase
samenleving. Het bevorderde de broederschap en hielp de minder
bedeelden. Ook niet-sikhs waren welkom. Zijn beroemdste hymne,
de Anand Sahib, is een onderdeel van het dagelijkse sikhritueel.
De vierde Guru was Ram Das (1534-1581). Guru Ram Das stichtte
Amritsar, de heilige stad van de sikhs. Zijn volgelingen dolven
de vijver die later de Harimandar Sahib of de heilige vijver
rond de Gouden Tempel werd. De vijver vormt een belangrijk
symbool van het sikhisme. Hij schreef de Lavan-hymne die
centraal staat in de huwelijksviering.
De zoon van Guru Ram Das, Arjan, werd de vijfde Guru. Guru Arjan
(1563-1606) stelde de Adi Granth (het Eerste Boek) samen met de
hymnen van de vorige Gurus en met zijn eigen 2216 bijdragen.
Hij bouwde de Hari Mandir, de gouden tempel te Amritsar die het
centrum van het godsdien-stige en nationale leven werd. Het werd
het richtpunt van de identiteit van de sikhs en gaf uit-
drukking aan hun elementaire hoop en geloofswaarheden.
Arjan markeerde het keerpunt in de geschiedenis van de sikhs.
In 1606 werd Arjan in gevangenschap door de moslims omgebracht.
Hij werd door de Mogolgezagdragers gezien als een bedreiging
omdat hij zich niet wilde bekeren tot de islam. Hij werd
gevangen genomen, uitgehongerd, in kokend water geworpen en op
een hete plaat geroosterd. De meningen zijn verdeeld over de
vraag of hiermee recht geschiedde, maar de sikhs beschouwen hem
als martelaar. Onder leiding van Arjan waren ze begonnen
weerstand te bieden tegen de agressie van de moslims. Hierdoor
verzamelden velen in de Punjab zich rondom de Guru en spoedig
hadden alle leden van de Jat-kaste van boeren zich bij hem
aangesloten. De houding van de in aantal gegroeide sikhs
veranderde van een vreedzame vespreiding van hun geloof tot
verdediging van dat geloof.
Guru Hargobind (1595-1644), de zoon van Guru Arjan, was de zesde
Guru. Hij verklaarde dat de Guru tegelijk een militair en een
geestelijk leider moest zijn. Dit leidde tot conflicten met
Mogolkeizer Shah Jahan en onder druk van de moslims moest Guru
Hargo-bind zich terugtrekken.
Zijn opvolger Har Rai, dit was de kleinzoon van Guru Hargobind,
was de zevende Guru.
Hij leefde in de bergachtige streek van Oost-Punjab.
Toen Har Rai door de Mogolkeizer Aurangzeb in Delhi ontboden
werd, zond hij zijn zoon, Ram Rai. Deze ging akkoord om het deel
van de heilige sikhboeken, dat voor Aurangzeb beledigend was, te
herwerken. Hierdoor kwam hij volgens zijn vader niet meer in
aanmerking om Guru te zijn.
De achtste Guru was Guru Har Krishan (1656-1664), de jongste
zoon van Har Rai. De vijf jaar oude Krishan werd Guru in de
plaats van zijn oudere broer Ram.
Guru Har Krishan was de enige Guru zonder baard vanwege zijn
jonge leeftijd. Guru Har Krishan kon niet zo gemakkelijk
ontsnappen aan de aandacht van Aurangzeb en werd ontboden naar
Delhi.
Hij volgde echter het bevel van zijn vader op en weigerde de
keizer te ontmoeten. In de plaats daarvan bezocht hij de
sikhgemeenschap in Delhi. Hij stierf er, onder huisarrest, op
achtjarige leeftijd aan de pokken. Zijn laatste woorden waren:
“Baba Bakala”. Hiermee maakte hij duidelijk dat zijn opvolger
van het dorp “Bakala” zou komen.
Guru Tegh Bahadur (1621-1675) werd door zijn achterneef Har
Krishan als negende Guru aangeduid. Omdat hij door de toegang
tot Amristsar werd ontzegd, stichtte hij het sikhcentrum
Anandpur. Guru Tegh Bahadur was, net zoals Har Rai, meer een man
van ge-bed dan een soldaat. Pas toen keizer Aurengzeb de tempels
verwoestte en groepen sikhs in de Punjab verdrukte, ontbood men
hem uit de Bengalen om de sikhs tegen de vijand te verzame-len.
Als gevolg daarvan werd hij naar Delhi getransporteerd waar hij
als martelaar stierf.
Zijn negenjarige zoon Gobind Singh, de tiende Guru (1666-1708),
nam de leiding over en in de volgende dertig jaar werd deze een
beroemd krijger.
Guru Gobing Singh leidde de sikhs met succes tegen de moslimse
macht. Hij gaf een hechte binding aan de gemeenschap en een
sterk roepingsbesef om de godsdienstige traditie in stand te
houden. Na een eerste overwinning in 1686 te Bhangani eindigde
het twintigjarig conflict toch met verlies. Verlies in de strijd,
maar toch succes voor de godsdienst van de sikhs van-wege het
nieuwe gevoel van identiteit dat Gobind Singh gegeven had.
Vanaf de dood van Arjan ontwikkelden de sikhs zich tot een
gemeenschap van krijgers.
Onder de tiende Guru, Gobind Singh, vestigden de sikhs zich als
militaire orde. Guru Gobind Singh wijdde in 1699 de
Sikhdoop-ceremonie in. Zo ontstond de khalsa, een
religieus-militaire kerngroep. De leden werden bewapend en waren
bereid om indien nodig voor de Panth, gemeenschap, te strijden.
Volgens de Rahit Maryada, een disciplinaire gedragscode die in
1945 werd opgesteld, is het ideaal van elke sikh om lid te mogen
worden van de khalsa. Leden van de khalsa mogen geen alcohol,
tabak of drugs gebruiken en dienen een in moreel opzicht perfect
leven te leiden. Als herkenningsteken dienen ze vijf symbolen te
dragen, die de vijf K’s genoemd worden omdat ze in de Punjabi
taal beginnen met de letter
K: * ongeknipte haren of kesh
* een kam of kangha
* een zwaard of kirpan
* een metalen armband, als bescherming van de arm
waarmee het zwaard
gehandteerd; wordt, kara
* en de kaccha, een korte broek die door vrouwen
als ondergoed wordt gedragen
en door westers geklede mannen
onder de kleding.
Zo introduceerde hij ook een kenmerkende identiteit voor de
sikhs. Deze dag gaat de geschiedenis in als de geboortedag van
het Sikhisme. De eerste vijf gedoopte sikhs werden de Panj
Pyare’s (de vijf uitverkorenen) genoemd, die op hun beurt de
Guru doopten op zijn verzoek. Een gebeurtenis, die tot dusver in
de geschiedenis van geen enkele andere godsdienst te vinden is.
Kort voordat de Guru naar zijn koninkrijk ging, schikte hij dat
de Adi Granth, het heilige schrift van de sikhs, voor het laatst
aangepast en aangevuld zou worden en dat het wereldlijke gezag
zou worden bekleed in de (Khalsa)Panth. De (Khalsa) Panth is de
sikh-gemeenschap. De Adi Granth kreeg de naam Guru Granth Sahib
(het Boek van de Heer) en nam het Guruschap en de aardse
autoriteit van de godheid over.
Gedurende het leven van de Gurus werd dit heilige boek
samengesteld. Deze schrift is het enige in de wereld waarbij dat
door de oprichters zelf is gebeurd.
Guru Nanak en de negen Gurus die hem opvolgden, toonden een
schitterend voorbeeld van een spirituele levenswijze, terwijl ze
toch actief en wereldlijk deelnamen in de wereld. Hierdoor wordt
volgens de Gurus aan het eigenlijke doel van het leven (=de zin
van het bestaan) voldaan. Want op deze manier keert de geest van
de mens terug, van waaruit zij is ontstaan (nl.: God).
Gedurende de zeventiende en de achttiende eeuw kregen de sikhs
te maken met vervolgingen en onderdrukkingen door de toenmalige
autoriteiten, deze werden gestimuleerd door het
gemeenschapsfanatisme. Bovendien leidde dat tot grote
opofferingen van de sikhs om hun geloofsovertuiging en hun
aparte identiteit te beschermen en in stand te houden.
Het Mongoolse keizerrijk stond op het punt uiteen te vallen. De
Afghanen begonnen het land binnen te dringen onder leiding van
Ahmed Shah Abdali. De sikhs maakten gebruik van deze
mogelijkheid om hun eigen koninkrijk op te richten, een doel dat
ze uiteindelijk bereiken onder het gezag van Maharadja (koning)
Ranjit Singh (1780-1839). Het koninkrijk van de sikhs hield een
halve eeuw stand en werd geannexeerd door de Engelsen in 1849.
Tijdens de onafhankelijkheidsstrijd verzetten de sikhs zich in
groten getale tegen de Engelse bezetting. Zij ondergingen vele
wreedheden, trotseerden de kogels en verbleven lange tijd in
gevangenschap om het land te bevrijden.
Hoewel de sikhs slechts 1,7 procent van de totale Indiase
bevolking vormen, hebben ze toch grote successen kunnen boeken
in bijna alle facetten van het leven; zoals bij de strijdmachten,
in de landbouw, sport, industrie, onderwijs, geneeskunde, de
techniek, etc. Dit alles door eerlijk en hard te werken.
Door hun avontuurlijk en ondernemend karakter zijn zij in bijna
alle landen van de wereld te vinden.
Belangrijke punten van het geloof.
De sikhs geloven in een almachtige God in stoffelijke of
onstoffelijke vorm, zichzelf scheppend, zonder vijanden, zonder
geboorte en niet stervend, waarheid is zijn naam. Hij is de
schepper van het al, aan wie alles zijn bestaan en kracht
ontleend. Zijn wil wordt altijd volbracht.
Een sikh moet een eerlijk en een goed leven leiden door het
heilige boek te volgen en de religie in praktijk toe te passen.
Men moet iedereen respecteren omdat in iedere mens een vorm/gedeelte
van God aanwezig is.
Volgens de godsdienst moet men ook elke andere godsdienst
respecteren.
Men neemt de gedachte van reïncarnatie (karma en samsara), zoals
die in het hindoeïsme bestaat, geheel over. Mensen zijn
onderworpen aan karma, de morele wet van oorzaak en gevolg die
hun hergeboorte bepaalt. God helpt hen de vijf stadia te
doorlopen van zondaar naar of manmukh tot gelovige of gurmukh.
De zondaar geeft aan vijf vormen van dodelijke kwaad toe, die op
de christelijke doodzonden lijken en verliest zichzelf in de
maya, waarmee de sikhs bedoelen dat hij meer waarde hecht aan
het materiële dan aan het geestelijke.
Een gelovige sikh laat zich door de Guru leiden en wijdt zich
aan hem toe. Het laatste stadium is de totale zaligheid of
sachkand en is niet in woorden weer te geven. In dit stadium is
er geen wedergeboorte meer en staat men op dezelfde hoogte als
God.
Om deze zaligheid te bereiken moet men een eerzame broodwinning
hebben, delen met anderen (een sikh moet één tiende van zijn
inkomen besteden aan het bevorderen van de Sikh-natie), gedenken,
de mensenrechten verdedigen en bidden voor de gehele mensheid.
Het geloof stelt ook vertrouwen in de tien sikh-Gurus en de Guru
Granth Sahib en zegt dat men een leven moet leiden in
overeenstemmeing met de leerstellingen.
Een sikh mag bovendien ook geen geloof hechten aan andere
religies of sekten en moet de ceremonies en rituelen uitvoeren
zoals voorgeschreven in de Guru Granth Sahib.
Wat is verboden voor een sikh en wat
moet er zorgvuldig nageleefd worden?
Een sikh mag voor niets anders buigen dan voor de Guru Granth
Sahib, hij mag niet bidden, geen eer betuigen in een tempel,
kerk, moskee of synagoge. Een bezoek aan deze gebouwen is echter
niet verboden.
Een sikh mag geen afgoden, beeltenissen (zelfs die van de Gurus
niet)aanbidden. Hij mag niet meedoen aan allerlei soorten vasten.
Hij mag niet meedoen aan de jaarlijkse rituelen voor de doden en
hij mag geen socio-religieuze contacten onderhouden met Radha
Soamis, de Nirankaris, Namdharis en andere minderheidsgroepen
van de zogenaamde saadhs of bedriegers.
Hij mag zich niet in het openbaar begeven zonder tulband en moet
zelfs thuis zijn hoofd bedekken met een kleine tulband. Hij mag
zich niet terugtrekken uit de wereld, moet een familiaal leven
leiden en mag geen alcohol, drugs of tabak tot zich nemen.
Een sikh moet daarentegen eenvoudige voedingsgewoonten in acht
nemen(zonder alcohol,…) en deelnemen aan de Langar-maaltijden.
Een sikh moet het achtervoegsel Singh (leeuw) of Kaur (prinses)
in zijn naam gebruiken en leren lezen, schrijven en spreken in
de Punjabi-taal en het Gurmukhi-schrift.
Hij moet altijd de waarheid spreken, iedereen als gelijken
beschouwen en op een bewuste wijze de sikh-identiteit bewaren.
De sikhdoop waarop men deze sikh-identiteit verkrijgt moet zo
vroeg mogelijk ondergaan worden.
Wat is bidden voor hen?
Bidden is heel belangrijk voor de sikhs en verplicht voor de
gedoopte sikhs. Bidden vormt een belangrijk onderdeel van het
dagelijks gebeuren van de sikhs.
Er zijn vaste gebeden die voorgedragen moeten worden, vijf
gebeden s’morgens, één s’avonds en één voor het slapen gaan.
Deze gebeden en andere komen uit het helige boek en zijn
allemaal nog in oorspronkelijke vormen taal. Bidden is zó
belangrijk omdat de gebeden voorgedragen worden om de teksten
die in het heilige boek staan beter te kunnen begrijpen en te
kunnen toepassen.
Hoe bidden ze, met welke rituelen?
Voor het bidden moet men de handen wassen, de schoenen en sokken
uitdoen en je hoofd bedekken. Men neemt het gebedboek in de
handen en zet zich ergens om rustig te lezen en te mediteren
over de naam van God.
Buiten deze zijn er geen andere speciale rituelen.
De verschillende soorten gebeden.
¨ In het sikhisme heeft men ook een dagelijks gebed. Dit bestaat
uit vijf hymnen of Banis, de eerste drie worden s’morgens
gereciteerd, de vierde s’avonds en de vijfde voor het slapen
gaan: -Japji, deze hymne word beschouwd de sleutel te zijn van
de Guru Granth Sahib.Het verschijnt als het eerste gedicht in de
Guru Granth Sahib en word herhaald in het morgendgebed van de
sikhs.
-Jaap
-Swayyas, deze hymne is eigenlijk een gedicht van Guru Gobind
Singh en wordt normaal gelezen na de Japji en de Jaap. Hierin
verwoordt Guru Gobind Singh de nutteloosheid van de rituelen en
blinde trouw zonder enige aanbidding van God.Het is te vinden in
de Dasam Granth, de verzameling van de werken van deze Guru.
De vertaling (is vanuit het Gurmukhi in het Engels vertaald)van
deze hymne:
Scrupulous Jains and hosts of Siddhs, ascetic yogis - I have
seen them all.
Warriors and demons, gods who drink amrit, devout believers in a
multitude of doctrines. All these have I witnessed as I traveled
the world, yet never a true follower of the Lord. Without the
love and grace of God their devotion is trivial, worthless,
lost.
Mighty elephants in gorgeous array, magnificently decked with
gold;
Thousands of horses nimbler than deer, their speed even swifter
than the wind;
Though their masters be powerful emperors, potentates before
whom countless bow.
In the end such greatness crumbles to nothing as barefoot they
go on their way.
They march victorious across the world, beating their drums in
triumph.
Their splendid elephants vibrantly trumpeting, their legion of
thoroughbreds proudly neighing.
Kings of the past, of the present, the future, their numbers
beyond comprehending,
Neglectful of worship, unmindful of God, they go to their
ultimate home. Pious bathing and acts of charity, disciplined
lives and endless rites;
Searching the scriptures, Hindu and Muslim; scanning the earth
and the heavens above;
Men who abstain from all food or from sex - ascetics unnumbered
I have seen and I know.
That though they be kings all their deeds are in vain if their
lives have no place for the praises of God. Seasoned troops in
coats of mail, fearsome warriors with the strength to kill;
Fiercely proud they stand their ground, steadfast in courage
though mountains take flight;
Assailing their enemies, crushing their foes, humbling the pride
of their elephant hosts;
They too must finally rise and depart, deprived of the grace of
the Lord.
Boundless in courage and matchless in strength, men who
unflinching will parry a sword;
Despoiling a country, slaying its people, its elephant armies
brought down to the dust;
Forts destroyed by the might of their arms, the world subdued by
the fear of their threats;
Yet all are humbled by the Creator's power, beggars all in the
presence of the Lord.
Deities and demons, the divine, the uncouth, repeating God's
Name in the future as the past.
All the creatures of the earth and sea resigned to his will in
instant obedience;
Praise for their virtue resounds afar, their evil deeds erased.
The devout go forth with joy in the world as their enemies cry
in helpless rage.
Masters of men, commanders of elephants, powerful rulers who
bestride the world;
Endlessly bathing, prodigious in charity, sitting bedecked as
their marriages are made.
All is futile, for even the gods, however exalted, must end in
death.
Only the humble who touch God's feet shall finally sunder the
cycle of rebirth.
What benefit comes from endless meditation, from sitting like
cranes with both eyes closed?
One may piously bathe in all seven oceans and yet lose
everything here and hereafter.
Some spend their lives deep in the jungle, wasting their years
in useless endeavor.
Let all pay heed for I speak the truth: only they who love God
can find him.
Some worship stones, borne on their heads; some hang lingams
from their necks.
Some claim that God dwells in the south, whilst other bow to the
West.
Some worship idols, foolishly ignorant; others put trust in the
tombs of the dead.
All are astray, seduced by false ritual; none knows the secret
of God.
-Rehras
-Kirtan Sohila, deze hymne wordt opgezegd voor het slapengaan.
De naam betekent:
“Lied van Vrede”. De Kirtan Sohila bestaat eigenlijk uit vijf
hymnen, de eerst drie werden geschreven door Guru Nanak, de
vierde door Guru Ram Das en de vijfde hymne werd geschreven door
Guru Arjan. Deze laatste hymne wordt gewoonlijk voorgedragen aan
het einde van avondceremonies in de Gurdwara en ook bij
begrafenisceremonies
De vertaling (ook weer in het Engels) van deze hymne:
Guru Nanak
God is only One, He is obtained by the Grace of the True Guru.
In whatever house (state of mind) meditation on God is practised
and His praises are snug,
Sing His praises and meditate upon Him in that house.
You, please, sing the praises of my God, the Fearless.
I am a sacrifice to the Song which gives perpetual peace.
Every day, God looks after and beholds all the beings.
None can assess the price of Your Gifts, so how can the Giver be
assessed?
The day and hour of the marriage (departure to the next world)
is fixed, so the friends should pour the customary oil on the
threshold.
Bless the bride, so that union with the Master, may be obtained.
Such calls and summons to reach the next world are sent to every
house, every day.
Nanak reminds: meditate on the One, Who sends calls; that day
will come soon.
Guru Nanak
There are six shastras (books of Hindu thought), their six
authors and six methods of teaching;
But One God alone is the Teacher of teachers, though He
manifests Himself in many ways.
O God! By that religious books way by which your praises are
sung is the best,
Follow that way, which glorifies God.
Just as seconds, minutes, hours, quarters of a day, lunar days,
week days, months,
Are created by one sun and so are created many seasons by it,
Similarly God, Who is One has many manifestations, so says
Nanak.
Guru Nanak
The sky is the salver; the sun and the moon the lamps; the
stars, with their orbs, are the studed pearls.
The fragrance of sandalwood is the incense, the wind the fan and
all vegetation are flowers.
Thus Your Wonderful Worship is performed my God! O, the
Destroyer of Fears, this is Your true worship with true lamps.
The Unstruck Melody rings and the Divine Music of the Shabad
(Word) is the tender flute.
Your eyes are thousands, yet You have no eye; Your forms are
thousands, yet You have no form.
Your pure feet are thousands, yet You have no feet; You are
without nose, yet You have a thousand noses; Your plays have, in
this way, bewitched me.
The same Light pervades all.
This Light causes the light to shine within all.
Through the Gurus advice the divine Light becomes visible.
That, which pleases Him, constitutes His real worship.
My soul bewitched by the Lotus Feet (Divine Hymns) of God, as
sweet as honey, for which I am thirsty day and night.
Nanak says: Give the water of Your Mercy to this pied cuckoo, so
that I may merge in Your Name.
Guru Ram Das
Lust and anger completely fill this town body; but these have
been smashed to pieces by meeting the Saint (Guru).
I have met the Guru, because of my predestined luck and I have
intered the sphere of Gods Love.
Salute the True saint with folded hands, this is a great
virtuous act.
Lie prostrate before Him, this is a great virtuous act.
Lovers of mammon do not enjoy the taste of Gods Elixir, as
within them there is the thorn of ego.
When they walk forward, that thorn pricks them more and more
severly; they suffer greater pain and finally receive on their
heads, the blows from deaths staff.
True devotees are absorbed in Gods Name, and fear of the pain of
birth and deaths leaves them.
They are united with the Everlasting God and gain great honour
in the various regions and universes.
O God! the Greatest of the great, save us, we are poor and
humble.
Nanak says: the Name is the Sustainer and support of the mortal,
and gives Supreme Joy and peace.
Guru Arjan
My friend, I request you that this is the opportune time to
serve the saints.
Earn divine profits in this world and live in peace and comfort
in the next one.
Life is shortening day and night.
O mind, meet the Guru and set right your affairs.
This world is engrossed in sins and evils; but Gods Divines will
swim across it.
He, who is awakened by God, drinks the Nectar of Name and comes
to realise the Ineffable God.
Purchase the commodity, for which you have come in this world,
and then God will come to reside in your heart with the Gurus
Grace.
You will easily obtain your Real Home and will not suffer
transmigration.
O Searcher of hearts and Fulfiller of desires! kindly fulfil my
hearts desires.
Nanak says: I, your servant, pray that I may become the dust of
the Saints feet join the society of saints.
Ardas, de sikhs herhalen hun geschiedenis tenminste twee maal
per dag in beknopte vorm.
Dit doen ze door middel van een gebed: de Ardas.
Dit gemeenschappelijk gebed wordt telkens voorgelezen bij het
beginnen of beëindigen van een lezing in de Guru Granth Sahib of
bij elke andere belangrijke taak. Het eerste deel is een
inleiding op Chandi Di Var dat geschreven werd door Guru Gobind
Singh en een beroep doet op de zegens van God en de andere
Gurus.
De (Engelse) vertaling van dit gebed:
God is One. All victory is of the Wondrous Guru (God).
May the respected sword (God in the form of the Destroyer of
evil doers) help us!
Ode of the respected sword recited by the Tenth Guru.
First remember the sword (God in the form of Destroyer of evil
doers); then remember and meditate upon Guru Nanak.
Then remember and meditate upon Guru Angad, Guru Amar Das and
Guru Ram Das: May they help us!
Remember and meditate upon Guru Arjan, Guru Hargobind and
Respected Guru Har Rai.
Remember and meditate upon respected Guru Har Krishan, by having
the sight of whom, all pains vanish.
Remember and meditate upon Guru Tegh Bahadur; and then nine
sources of wealth will come hastening to your home.
Oh Respected Gurus! kindly help us everywhe. May the kind, the
respected Tenth Guru Gobind Singh assist us everywhere. Think
and meditate upon the divine light of the Ten Kings contained in
the respected Guru Granth Sahib and turn your thoughts to the
divine teachings of and get pleasure by the sight of Guru Granth
Sahib; Utter Wahe Guru (Wondrous God)!
Think of the deeds of the Five Beloved Ones, of the four sons
(of Guru Gobind Singh); of the Forty Martyrs; of the brave Sikhs
of indomitable determination; of the devotees steeped in the
colour of the Name; of those who were absorbed in the Name; of
those who remembered the Name and shared their food in
companionship; of those who started free kitchens; of those who
wielded their swords (for preserving truth); of those who
overlooked others shortcomings; All the aforesaid were pure and
truly devoted ones; Utter Wahe Guru (Wondrous God)!
Think of and remember the unique service rendered by those brave
Sikh men as well as women, who sacrificed their heads but did
not surrender their Sikh Religion; Who got themselves cut to
pieces from each of the joints of the body; Who got their scalps
removed; Who were tied and rotated on the wheels and broken into
pieces; Who were cut by saws; Who were flayed alive; Who
sacrificed themselves to upkeep the dignity of the Gurdwaras;
Who did not abandon their Sikh faith; Who kept their Sikh
Religion and saved their long hair till their last breath; Utter
Wahe Guru (Wondrous God)!>
Turn your thoughts to the five seats of Sikh Religion and all
the Gurdwaras; utter Wahe Guru (Wondrous God)!
First the entire respected Khalsa make this supplication that
may they meditate on Your Name; and may all pleasures and
comforts come through such meditation.
Wherever respected Khalsa is present, give Your protection and
grace; May the free kitchen and sword never fail; Maintain the
honour of your devotees; Confer victory upon the Sikh people;
May the respected sword always come to our assistance; May the
Khalsa always get honours; Utter Wahe Guru (Wondrous God)!
Kindly confer upon the Sikhs the gift of Sikhism, the gift of
long hair, the gift of observing Sikh laws, the gift of divine
knowledge, the gift of firm faith, the gift of belief and the
biggest gift of Name and of having bath in the respected Tank of
Nectar.
O God! May the choirs, the mansion and the banners exist
forever; may the truth ever triumph; utter Wahe Guru (Wondrous
God)!
May the minds of all the Sikhs remain humble and their wisdom
exalted; O God! Your are the protector of wisdom.
O Immortal God, the constant Helper of His Sikhs, kindly confer
the gift of visiting, maintaining, controlling and worshipping,
without any restrictions, the Gurdwara of Nanakana Sahib Ji,
othe Gurdwaras, and Gurus Mansions of which the Khalsa has been
deprived.
O True Father, Wahe Guru! you are the honour of the meek, the
Power of the helpless ones, the shelter of the shelterless, we
humbly make prayer in your presence. We have offered prayers as
contained in (substitute the occasion or prayer made here).
Kindly pardon our errors and shortcomings in reciting the above
Gurbani.
Kindly fulfill the objects of all. Kindly cause us to meet those
true devotees by meeting whom, we may remember and meditate upon
Your Name. O God! through the True Guru Nanak, may Your Name be
exalted, and may all prosper according to Your will.
The Khalsa belongs to God; all victory is the victory of God.
Er zijn ook nog gebeden voor geluk, huwelijken, de naamceremonie
bij pasgeborenen en gebeden om van verschillende kwalen af te
geraken.
Het beeld van God.
God is almachtig, zichzelf scheppend, zonder vijanden, zonder
geboorte en onsterfelijk. God is overal en nergens en is alles
omvattend. Alles in het heelal is zijn creatie en vormt daar een
onderdeel van.
Hoe worden God en de Gurus voorgesteld?
De satGuru wordt voorgesteld als een soort ziel, in
onstoffelijke vorm, die heel veel fel licht geeft. Guru Nanak
wordt vaak afgebeeld tegen een rijke achergrond van bomen,
planten, bloemen en watervallen. Hij wordt altijd afgebeeld met
een gebedskrans (=een krans met kralen) of mala. Deze vormen een
symbool van zijn status van heilig man, in tegenstelling met de
latere Gurus die als leiders van de sikhgemeenschap afgebeeld
worden. Vele sikhs gebruiken de vaak houten of stalen rozenkrans
bij het mediteren, bij elke parel herhalen ze het woord satnam
of vahiguru. Guru Nanak wordt ook bijna altijd afgebeeld met een
witte baard wat de indruk geeft dat hij een oude wijze man is.
De lange baard hoort bij het sikhideaal.
Guru Nanak draagt een saffraangeel kleed en een sjaal, de
traditionele kleding van iemand die het spirituele pad koos. Ze
herinneren eraan dat Guru Nanak vooreerst een spirtuele gids
was, die de trotsen vernederde en de vromen onderrichtte.
Guru Nanak draagt ook een mukat en aureool als symbool van zijn
heiligheid.
Wanneer Nanak met halfgesloten ogen wordt afgebeeld wijst dat op
de geeselijke extase, de goddelijke vervoering in de mystieke
meditatie. Zo wordt Guru Nanak niet alleen als leraar van
geestelijke wijsheid afgebeeld maar ook als mysticus.
De gurdwara
De gurdwara (het sikh-gebedshuis) is het middelpunt van de
sikh-samenleving. Van een sikh wordt verondersteld dat hij zich
zo dikwijls hij maar kan, bij de gemeenschap in de gurdwara
vervoegt. Een gurdwara is niet zomaar een gewone gebedsplaats.
Het is het centrum van spirituele, sociale en educatieve
activiteiten. Het woord gurdwara is een samenvoeging van twee
aparte woorden, nl. Guru en Dwara (=verblijfplaats), en verwijst
dus naar de verblijf-plaats van de Guru. Het centrale en
voornaamste voorwerp in de tempel is de Guru Granth Sahib die
gewikkeld is ineen fijn geborduurd “rumalas” stof. Gewoonlijk is
de tempel de gehele dag geopend voor iedereen en beginnen de
diensten voor zonsopgang met het openslaan van de Goeoe Granth
Sahib, en het uitspreken van de Ardas. Vervolgens wordt een
richtlijn uit de Heilige Preek, de Hukam gelezen. Dat wordt
gevolgd door de nitmen van het dagelijks gebed
en de Aasa Di War. In sommigen gurdwara’s zijn er middag-en
namiddsessies voorzien waar-bij de sikh-geschiedenis geleerd
wordt aan de verzamelde gemeenschap.
s’Avonds wordt de Guru Granth Sahib gesloten na het voordragen
van de Rehras Sahib, de Kirtan en de Ardas. De diensten van de
Guru Granth Sahib kunnen zowel door mannen als door vrouwen
uitgevoerd worden en tijdens deze uitvoering wordt er steeds een
Chaur, sikh-waaier, bij de hand gehouden om over het Heilige
boek te wuiven.
Wie een gurdwara wil bezoeken zal eerst zijn schoenen moeten
uittrekken vooraleer hij de binnenruimte mag betreden. Wie geen
tulband draagt moet zijn hoofd bedekken met een stuk stof. Nadat
men de handen ook gewassen heeft gaat men meteen naar de
voornaamste ruimte, buigt voor de Guru Granth Sahib, biedt
offerandes aan en betuigt hulde door met zijn voorhoofd de grond
aan te raken. Daarna vervoegt men de SANGAT (dit is de
gemeenschap) en de PANGAT (dit is de maaltijd vervoegen in rijen).
Langar
Langar betekent de heilige sikh keuken. Langar heeft een
sleutelbetekenis in het sikhisme. Het ligt in het verlengde van
de sociale gelijkheid. Om het even wie, van om het even welke
stand, kaste, overtuiging, huidskleur, geslacht of status kan
een maaltijd krijgen in de langar van om het even welke gurdwara.
Langar is gratis, maar betekent tegelijkertijd meer dan gratis
voedsel. Het is heilig voedsel gezegend door de Waheguru. Van
een bezoeker van de gurdwara wordt zelfs verwacht dat hij aan de
langar deelneemt.
Mijn mening
Het sikhisme is een godsdienst die andere godsdiensten niet
verbiedt of bekritiseerdt. Sikhs beweren ook niet dat hun
godsdienst de beste is. Ze staan open voor andere ideeën, leiden
een erg sociaal leven en streven naar gelijkheid ongeacht
leeftijd, geslacht, status of ras. Dit is volgens mij de enige
juiste instelling om inderdaad tot verlossing te komen en
eveneens de ideale levenswijze.
referenties:
-Encarta 99, encyclopedie Winkler Prins
-Een wereld van religies, door John Bowker, uitgegeven door de
Morgen
-Godsdiensten van de wereld, Het geloof van de sikhs, door Piara
Singh Sambhi
-De godsdiensten van de wereld, door Geoffrey Parrinder, eerste
druk 1986
-De wijsheid van India, door Richard Waterstone, gedrukt 1996
-Handboek van de wereldgodsdiensten, 1982
-Wie zijn de sikhs? , door dr. Harjinder Singh Dilgeer
-Website van het Guru Nanak Gurdwara Comité
-andere internet-en e-mailadressen:
www.sikhs.org/rehit.htm
www.sikhs.org/philos.htm
www.sikhs.org/transl.htm
www.sikhs.org/japji/jpl.htm
www.sikhs.nl
Jan Stienen - België
|
Waheguru Ji Ka
Khalsa Waheguru Ji Ki Fateh |
|
|
|
|
|
|