Na de annexatie van de Punjab maakten de sikhs zich zorgen over wat de
Britten met hun geloof, tradities en manier van leven zouden gaan doen.
Maar zoals de geschiedenis heeft laten zien kwam de dreiging niet van de
Britten, maar van veel dichter bij huis. Het was te wijten aan
samenzwerende brahmaanse groepen en hindoe invloeden dat de Singh Sabha
beweging ontstond en sterk werd.
Andere groepen hadden zichzelf gemanifesteerd, zoals de Nirankaries,
Radhasoamies en de Namdharies, maar zij hadden elk hun eigen agenda. Ze
hadden geen duidelijk omschreven gezamenlijke doelen, legden meer nadruk
op rituele aspecten en hun invloed was klein. Er waren basale
verschillen tussen deze groepen en het gangbare sikhisme en dit leidde
ertoe dat ze zich afscheidden.
Deze problemen waren klein vergeleken met de brahmaanse invloeden. Aan
het einde van de negentiende eeuw was het duidelijk dat bepaalde sikh
gebieden terug gleden naar het hindoeïsme. Pas bekeerde sikhs die
onzeker waren over de toekomst van het sikhisme, keerden terug naar het
hindoeïsme. De Britse waarnemer Sir Richard Temple merkte op: “Sikhisme
is in verval, het is een uitgeputte kracht, de sikhs zijn de meest
ongeschoolde mensen van de Punjab.” De Britten buitte het gebrek aan
politieke kennis van de sikhs uit door christelijke missionaris-posten
op te zetten. Ze openden zelfs een christelijke zendingsschool in de
heilige stad Amritsar, het sikhisme in het hart treffend. Sikhs van
lagere klassen die de slechte behandeling van de sikh leiders zat waren,
bekeerden zich tot het christendom. Grote aantallen sikhs veranderden
hun geloof al snel tijdens Brits imperialisme. Niet alleen de arme sikhs
veranderden van geloof, maar ook veel sikhs van goeden huize met grote
politieke en sociale invloed stapten over op christendom, gelokt door
overheidsaanstellingen en een goed pensioen.
De Britse bedoelingen waren glashelder, maar de hindoes gingen slinkser
te werk en maakten de brutaalste religieuze zetten gedurende deze
periode. In 1875 begon de hindoe groep Arya Samaj geleid door swami
Dayanand brutale en vernederende opmerkingen te maken over de sikhs. Zij
geloofden voornamelijk dat alle religies en geloven simpelweg een
afgeleide waren van het hindoeïsme. Hindoeïsme is als een oceaan waar
alle rivieren naar toevloeien. Heel hun geloof concentreerde zich op het
boek van de Vedas. Swami Dayanand veroordeelde Siri Goeroe Nanak Dev Ji
en bestempelde de Goeroes en de Siri Guru Granth Sahib Ji als van weinig
waarde .
Deze sekte groeide in populariteit binnen de Punjab en het was voor alle
sikhs duidelijk dat dit een blijvende groep was die het geloof van de
sikhs probeerde uit te roeien door leugens en beschuldigingen, of door
welk middel dan ook. Het probleem van de sikhs was dat ze over het
algemeen geen leiders hadden, er was geen toezicht op de religie, er
waren geen instituten, geen toezichthouders. Andere geloven als
christendom, islam en hindoeïsme hadden geloofsscholen en leercentra.
Scholen waar kinderen grootgebracht konden worden, opgevoed in de schoot
van het geloof. De hulpeloze sikhs hadden zoiets niet.
Dit was de oorsprong van de Singh Sabha beweging. De gemeenschap
omschreef zichzelf als Singh Sabha, werd opgericht in Amritsar in 1872
en stelde zich ten doel het sikhisme te beschermen tegen binnendringende
invloeden. De Singh Sabha hield bijeenkomsten en leidde protestmarsen
tegen de hindoe ’anti-sikh’ redenaars. De groep organiseerde
bijeenkomsten om de sikhs de waarden van het sikhisme bij te brengen,
die beschadigt en verwaarloosd waren, om zo de leer van de Goeroe's te
openbaren. De Singh Sabha startte ook met het produceren van religieuze
literatuur en legde de fundamenten voor een campagne tegen
ongeletterdheid.
Een paar jaar later, in 1879, werd een tak van de Singh Sabha in Lahore
opgericht. De leiders waren geschoold, energiek, middenklasse en
politiek bewust. Bhai Gurmukh Singh, een professor aan de
Oriental College van Lahore was de secretaris. Hij nam twee ervaren
predikers mee, Bhai Dit Singh Giani en Bhai Jawara Singh. Beide
predikers werden extreem populair door hun oprechte geloof in de ware
leer van de Goeroes en hun gevoel voor missie en vuur om hun geloof te
dienen. Geïnspireerd door Gurmukh Singh wijdde Giani Dit Singh al zijn
tijd aan het verspreiden van het sikh geloof. Hij schreef meer dan 25
boeken over de religie en haar geschiedenis om onwetendheid te
verdrijven . In deze periode werd de vooraanstaand geleerde Bhai Kanh
Singh uit Nabha aangenomen. Bhai Kanh Singh schreef verschillende boeken
over sikhisme. Zijn belangrijkste werken zijn Mahan Kosh (de
encyclopedie van het sikhisme) en Ham Hindu Nahi (Wij zijn geen hindoes).
Bhai
Vir Singh richtte de Khalsa Tract Society op, droeg bij aan de
zuiverheid van het sikh-gedachtegoed en bracht mensen geloof bij in de
tradities van de Khalsa door verschillende boeken te schrijven,
waaronder zijn beroemdste boek Kalghidar Chamatkaar.
De gouverneur van de Punjab, Sir Robert Egerton, werd de beschermheer
van de Singh Sabha. De Singh Sabha startte in steden en dorpen en begon
missionarissen uit te zenden naar meer afgelegen delen van de regio. Ze
sloot ook bondgenootschappen met sikh-regimenten en deden de productie
van religieuze literatuur toenemen.
Het was in deze tijd dat de sikhs voelden dat het hoog tijd werd om een
Engelse vertaling te maken van de Sri Guru Granth Sahib. Na een
hectische zoektocht wist Bhai Gurmukh Singh kantonrechter Max Arthur
Macauliffe, van de Indiase civiele dienst, ervan te overtuigen deze taak
names de sikh gemeenschap op zich te nemen. Zowel morele als financiële
steun werden hem gegeven. Onder leiding van Bhai Kanh Singh besteedde
Macauliffe de 15 jaar daarna aan het vertalen van de Sri Guru Granth
Sahib Ji. In 1909 was het grootse werk compleet en werd het gepubliceerd
door Oxford University Press.
In 1883 probeerden de Singh Sabhas uit Lahore en Amritsar te fuseren,
maar de poging mislukte. De reden van het falen was het grote verschil
tussen de twee groepen. Aan de ene kant was er de groep uit Amritsar,
geleid door Baba Khem Singh, die weinig ondernam om de lagere kasten te
helpen en die te elitair was. Aan de andere kant was er de radicalere
Lahoregroep, die voor de lagere kasten was. Ze waren democratischer en
geloofden in gelijkheid en bescherming van zwakkere. Het verschil tussen
beide groepen was duidelijk en de Singh Sabha uit Amritsar wees elke
verbinding met die uit Lahore af.
De ruzie liep uit de hand en werd publiekelijk uitgevochten.
Uiteindelijk sleepte Baba Khem Singh Giani Dit Singh voor de rechter
vanwege een toneelspel dat hij had geschreven, Swapan Natak (Het
droomdrama), dat als een verkapte aanval op Baba Khem Singh werd gezien.
De meeste Singh Sabhas en toegewijde sikhs beseften dat de Lahore groep
met Gurumukh Singh en Bhai Dit Singh toch gelijk had in het sikh belang.
De oorspronkelijke oprichters van de Singh Sabha Beweging waren sanatan
of ‘traditionele’ sikhs die geloofden dat de panth (groep) in ieder
geval bestond uit de volgelingen van de Goeroes, maar ze hadden geen
problemen met de hindoeïstische tradities die naar binnen slopen. Dit
waren de Singh Sabhas uit Amritsar in 1873.
De Tat Khalsa waren de radicale sikhs die rond Lahore waren gecentreerd.
Voor de Tat Khalsa was het onmogelijk tegelijkertijd hindoe en sikh te
zijn, waar de sanatan juist aan vast hielden. De enige juiste stijl voor
een sikh was die van een khalsa en alhoewel ze de niet-khalsa sikhs niet
wegjaagden, namen ze de visie aan dat de niet-khalsa sikhs op weg waren
om volledige sikhs te worden. In andere woorden: Ze streefden ernaar
deel te worden van de khalsa. Het waren sehaj-dhari of langzame
leerlingen.
Uiteindelijk won de Tat Khalsa en sinds de beginjaren van de twintigste
eeuw hebben de sikhs geleidelijk drie dingen geleerd. Allereerst zijn
sikhs geen hindoes, ten tweede zou deelname aan de khalsa het doel
moeten zijn van alle sikhs en ten derde is het nodig om als lid van de
khalsa gehoorzaam te zijn aan de rehat (de gedisciplineerde manier van
leven).
De oprichters van de Sanatan Beweging waren voornamelijk conservatieve
sikhs, die zich vooral bezighielden met het behouden en bewaken van de
gemeenschap waarin zij opgevoed waren. Dat was een gemeenschap die
verschillende sikh-identiteiten en manieren van aanbidden toestond. De
Tat Khalsa was het niet eens met de acties van de Singh Sabha uit
Amritsar. Degenen met een radicale mening hadden hun hoop gevestigd op
de onderwijsontwikkelingen in Lahore. Want de Tat Khalsa beweging kon
nooit zo breed zijn als de sanatan sikhs geloofden. Sikhs waren
nadrukkelijk geen hindoes en de hindoeïstische traditie was niet datgene
wat de sikhs zouden moeten volgen.
Het verschil van mening hielp de Arya Samajisten simpelweg, met hun
leider met zijn anti-sikh retorica. De dreiging was groot en de twee
groepen verenigden zich toen ze zich dat realiseerden. Khalsa Diwan
wenste dat er een sikhacademie werd opgezet. De Singh Sabha lieerden
zich handig met de Britten om geld in te zamelen voor hun
onderwijsprogramma. Enkele Britten die de de sikhs steunden zamelden
zelfs geld in met comite's in Engeland. In 1892 was er genoeg geld
ingezameld om de eerste steen te kunnen leggen van het Khalsa College.
De academie maakte het leren van Gurmukhi en sikh-godsdienstonderwijs
verplicht. Het College werd opgericht met het idee om de anti-sikh golf
in de Punjab te bestrijden.
De sikhwaarden werden verspreid door punjabi-kranten, de Khalsa Tract
Society en de Khalsa Diwan. In 1899 startte de wekelijkse krant Khalsa
Akbar met als belangrijkste doel de sikhs te onderwijzen over politiek
en de sikh-geschiedenis. In de loop van de tijd zagen steeds meer sikhs
de voordelen van het standpunt van de Singh Sabha uit Lahore in sloten
zich aan. Onder druk van het merendeel van de sikhs werden de
afgodsbeelden die in de tijd van de hindoe aanval in de omgeving van de
Golden Temple waren geplaatst verwijderd. Later, in 1920, werd
kasten-discriminatie in de Gouden Tempel afgeschaft onder druk van het
merendeel van de sikhs en moesten de priesters alle offers van iedereen
accepteren.
Opmerkelijke sikh-denkers en -leiders die hebben bijgedragen aan het
terugbrengen van het sikhgeloof naar zijn oorspronkelijke
khalsa-tradities en zuiverheid waren professor Gurmukh Singh, Bhai Dit
Singh, Bhai Jawahra Singh, Giani Gian Singh, Bhai Vir Singh, Bhai
Kanh Singh Nabha en Sundar Singh Majithia.
Bhai Vir Singh (1872-1957) was een groot dichter, geleerde en een erg
spiritueel persoon. Door zijn geschriften bracht hij veel sikhs
bewustzijn van de glorie van de Goeroes en de khalsa bij. Zijn
pennenvruchten in Punjabi zijn in heel India beroemd. Uit zijn pen
kwamen de beste punjabi-romans. Hij schreef historische en filosofische
essays en was de motor achter de culturele wedergeboorte in de Punjab
rond de eeuwwisseling. De Punjab University verleende hem in 1949 een
eredoctoraat in de oriëntalistiek met de onderscheiding Honoris Causa.
In 1955 werd hij geëerd met de Sahitya Academy Award en de Padam Bhushan
in 1956 voor zijn bijdragen aan de punjabi-literatuur. Bhai Vir Singh
was de kracht achter de literaire produktie van de Singh Sabha beweging,
die zo belangrijk was voor de godsdienstige opleving van de sikhs. Zijn
eerdere romans als Sundari, Vijay Singh, Santwant Kaur en Baba Naudh
Singh moeten bekeken worden in het licht van de sociale en politieke
toestand aan het einde van de negentiende eeuw. De belangrijkste thema’s
waren heldenmoed en ridderlijkheid van de sikhs en de ethische
uitmuntendheid van de religie. De romans brengen de oorspronkelijke
glorie van de khalsa naar voren in contrast met de slaafsheid van de
hindoes en de onderdrukking van de Pathaanse- en Mughal-heersers.
Bhai Vir Singh richtte daarna zijn aandacht op het uitleggen van de
sikh-geschriften in zijn weekblad, de Khalsa Samachar. Hij schreef ook
gedichten en hij wordt gerekend tot de beste dichters van de Punjab. Ook
schreef hij biografieën van de sikhgoeroes: Kalgidhar Chamatkar, het
leven van Goeroe Gobind Singh Ji en Guru Nanak Chamatkar, het leven van
Goeroer Nanak Dev Ji. Bhai Vir Singh Ji was toegewijd aan hervorming,
bouwde scholen en academies voor onderwijsdoeleinden en was de
directeur-oprichter van de Punjab en Sind Bank, wat enorm bijdroeg aan
het opbloeien van de economie van de sikhs.
Het belangrijkste doel van de Singh Sabha beweging was helder en recht
door zee: het verheffen van de sikhs op elk gebied, of dat nu politiek,
sociaal, moreel of economisch was. De verspreiding van het goddelijke
woord van de Goeroe en zijn leer op het hoogste niveau brengen; de
ongeletterdheid wegnemen en onderwijs toegankelijk te maken voor mensen
uit iedere kaste en uit elk geloof; het beschermen van de politieke
rechten van de sikhs en het wegnemen van hun onvrede door middel van
wettelijke middelen. Dit is de essentie van de Singh Sabha beweging, een
beweging die steeds meer gewaardeerd werd en die de sikhs een rol gaf
binnen hun religie. Het was de Singh Sabha beweging die het hindoe vuur
temperde in de Punjab. Het was de Singh Sabha beweging die voorkwam dat
het sikhisme wegzonk tot grote diepte en het was Singh Sabha die ervoor
zorgde dat de sikhs zich weer trots voelden sikh te zijn.
|