Goeroe Nanak kwam in
Lahore, Pakistan aan. Daar leefde een rijk man, Duni Chand, die een
sharadh hield, een feest aangeboden aan brahmanen. Hij geloofde immers
dat alles wat bij aan de brahmanen aanbood, zijn vader in the hemel zou
bereiken. Goeroe Nanak gaf Duni Chand een naald en zei dat hij hem moest
teruggeven in de hemel. Duni Chand vroeg Goeroe Nanak hoe hij bij zijn
dood de naald moest meenemen. Goeroe Nanak antwoordde hem dat iets
meenemen naar de hemel onmogelijk was en dat de vrijgevigheid aan
levenden veel belangrijk was. |